vrijdag 17 december 2010

Nazaten van Karel de Grote tot (650)

631 Diederik (of Dirk) van de Elzas is geboren omstreeks 1099, zoon van Diederik II Van Lotharingen en Gertrudis Van Vlaanderen (zie 630). Diederik is overleden op donderdag 4 januari 1168 in Waten, ongeveer 69 jaar oud.
Notitie bij Diederik: Als kleinzoon van graaf Robrecht de Fries kon hij na de moord op Karel de Goede in 1127 via zijn moeder Gertrudis rechten doen gelden op de troon van Vlaanderen. Hij nam de strijd op tegen Willem Clito, eveneens in de moederlijke lijn afstammend van de Vlaamse graven en door de Franse koning Lodewijk VI als graaf aan Vlaanderen opgedrongen. Met de steun van de Vlaamse steden, voornamelijk Gent en Brugge, versloeg Diederik zijn tegenstander en kon hij zich in maart 1128 in Vlaanderen als graaf doen erkennen. Toen Willem Clito enkele maanden later overleed was zijn positie voortaan onbetwist.

In de strijd tussen Frankrijk en Engeland probeerde hij een neutrale positie te bewaren, hetgeen de Vlaamse handel ten goede kwam. Onder zijn bewind konden de steden zich ontwikkelen en werden de instellingen organisatorisch hervormd. Door zijn (tweede) huwelijk (1139) met Sybille van Anjou, wier vader Fulco koning van Jeruzalem was, begon hij een bijzondere belangstelling voor het Oosten aan de dag te leggen. Hij ondernam vier reizen naar het Heilige Land, waarvan hij de vermeende relikwie van het H. Bloed (bewaard te Brugge) zou hebben meegebracht. Tijdens zijn derde reis (1157–1159) vertrouwde hij het regentschap toe aan zijn zoon Filips van de Elzas, aan wie hij vóór zijn vierde reis, einde 1164, definitief de regering overliet.
Heerlijkheid:
graaf van Vlaanderen van 1128 tot aan zijn dood
Diederik trouwde, ongeveer 40 jaar oud, in 1139 met Sybille van Anjou, 33 of 34 jaar oud. Sybille is geboren in 1105. Sybille is overleden in 1165 in Bethanië (Jeruzalem), 59 of 60 jaar oud. Sybille is weduwe van Willem Clito van Normandië (1102-1128), met wie zij trouwde in 1123, zie 645.
Notitie bij Sybille: Zij huwde in 1123 met de graaf van Vlaanderen, Willem Clito en bracht Maine in het huwelijk mee. Dit huwelijk werd geannuleerd op grond van bloedverwantschap en uitgesproken door paus Honorius II in opdracht van Willem’s oom Hendrik I van Engeland. Sybilles vader Fulco verzette zich hiertegen en stemde niet in met de excommunicatie en het interdict over Anjou. Hierop zou Sybille haar vader begeleiden naar het Heilige Land, waar hij zou trouwen met de erfgename van het Koninkrijk Jeruzalem, Melisende en in 1131 zelf koning werd.

In 1139 zou Sybille met de Vlaamse graaf Diederik van de Elzas trouwen, die op zijn eerste kruistocht naar het Heilige Land was. Sybille keerde met Diederik terug naar Vlaanderen. Tijdens de tweede kruistocht van Diederik naar het Heilige Land (1137-1139) bestuurde zij het graafschap. In deze periode trachtte Boudewijn IV van Henegouwen een aanval op Vlaanderen in te zetten, die door Sybille op krachtdadige wijze werd afgeslagen. Zij liet Henegouwen verwoesten, waarna Boudewijn IV hetzelfde deed met Artesië. De aartsbisschop van Reims diende tussen beide te komen om een vredesverdrag te sluiten.

In 1157 vergezelde zij Diederik naar het Heilige Land en bewoog hem om van haar te scheiden, zodat zij in het klooster van St. Lazarus in Bethanië (Jeruzalem) kon intreden, waar haar stieftante Ioveta van Bethanië abdes was. Zij overleed er in 1165.
Kinderen van Diederik en Sybille:
1 Laurette van de Elzas, geboren in 1120. Volgt 632.
2 Filips van de Elzas, geboren in 1142. Volgt 634.
632 Laurette van de Elzas is geboren in 1120, dochter van Diederik (of Dirk) van de Elzas (zie 631) en Sybille van Anjou. Laurette is overleden in 1175, 54 of 55 jaar oud. Laurette trouwde met Roeland I de Dappere van Vermandois. Roeland is geboren in 1085, zoon van Hugo I de Grote van Vermandois en Adelheid van Vermandois. Roeland is overleden op dinsdag 14 oktober 1152, 66 of 67 jaar oud. Roeland is weduwnaar van Eleonora van Blois, zie 27. Roeland is weduwnaar van Petronella van Aquitanië (1125-1153).
Kind van Laurette en Roeland:
1 Eleonora van Vermandois, geboren in 1152. Volgt 633.
633 Eleonora van Vermandois is geboren in 1152, dochter van Roeland I de Dappere van Vermandois en Laurette van de Elzas (zie 632). Eleonora is overleden na 1222, minstens 70 jaar oud. Eleonora:
(1) trouwde met Godfried van Henegouwen. Zie 251 voor persoonsgegevens van Godfried.
(2) trouwde met Willem IV van Nevers. Willem is overleden in 1168.
(3) trouwde, 17 of 18 jaar oud, in 1170 met Mattheus I van de Elzas, ongeveer 33 jaar oud. Mattheus is geboren omstreeks 1137. Mattheus is overleden in 25 juli 1173.
Notitie bij Mattheus: Hij was een zoon van de graaf van Vlaanderen, Diederik van de Elzas en Sybilla van Anjou.

Hij huwde een eerste maal met Maria van Boulogne, en werd zo graaf van Boulogne. Hun oudste dochter Ida van Boulogne werd zijn opvolgster in Boulogne. Hun tweede dochter, Mathildis van de Elzas, ook Mahaut genoemd, huwde Hendrik I van Brabant en werd de moeder van Adelheid van Brabant die later gravin van Boulogne zou worden.

Een tweede maal huwde hij met gravin Eleonora van Vermandois, dochter van Roland I van Vermandois.

Mattheüs overleed aan verwondingen, opgelopen bij het beleg van Driencourt.
(4) trouwde, 22 of 23 jaar oud, in 1175 met Mattheus III van Baumont. Mattheus is overleden in 1208.
(5) trouwde, 57 of 58 jaar oud, in 1210 met Steven van Sancerre. Steven is overleden.
634 Filips van de Elzas is geboren in 1142, zoon van Diederik (of Dirk) van de Elzas (zie 631) en Sybille van Anjou. Filips is overleden op zaterdag 1 juni 1191 in bij Akko, 48 of 49 jaar oud.
Notitie bij Filips: Door zijn vader was hij tot regent van het graafschap aangesteld tijdens diens derde reis naar het Heilig Land in 1157. In de praktijk bekleed met de titel van graaf, nam hij sinds dat jaar actief deel aan de regering, ook na de terugkeer van zijn vader in 1159. Toen deze in 1168 overleed, werd hij ook officieel graaf van Vlaanderen.

Door zijn huwelijk met Elisabeth van Vermandois (in 1159), dochter van Roland I van Vermandois, verwierf Filips in 1163 het graafschap Vermandois en de afhankelijkheden Amiens en Valois, waardoor Filips’ machtsgebied in het zuiden nu tot aan het Franse kroondomein reikte, het Île de France. Na de dood van Elisabeth (1183) eiste de Franse koning Filips August echter haar bezittingen op, doch na onderhandelingen mocht Filips ze levenslang behouden; niettemin stond hij vrijwillig Valois aan zijn schoonzuster Eleonora af.

In 1184 hertrouwde Filips met Mathilda, dochter van koning Alfons I van Portugal. Zijn beide huwelijken bleven kinderloos. Het besef dat het Huis van de Elzas in mannelijke lijn zou uitsterven, heeft Filips ertoe gedreven een politiek te voeren die erop gericht was het Franse kroondomein te beheersen. In 1180 liet hij zijn nicht Isabella van Henegouwen huwen met de jonge Franse koning Filips II August, die onder zijn voogdij stond. Dat bleek echter een misrekening, want Filips Augustus ging zijn eigen politiek voeren, die van hem de grote hersteller van de koninklijke macht zou maken. Toen Filips van de Elzas overleed viel het zuidelijk deel van Vlaanderen (het latere graafschap Artesië), dat hij als huwelijksgift aan Isabella had geschonken, aan Frankrijk.

Na de mislukking van zijn politiek tegenover Filips II August zocht Filips van de Elzas compensatie in zijn Palestijnse ambities, die evenmin met succes werden bekroond. Tijdens zijn tweede tocht naar het Heilige Land stierf hij aan een epidemische ziekte bij de belegering van Akko. Hij werd opgevolgd door zijn zus Margaretha en zijn zwager, Boudewijn de Moedige, die als Boudewijn VIII ook graaf van Vlaanderen werd.

Vernieuwend beleid
Op binnenlands vlak werd Filips’ beleid gekenmerkt door een krachtige stedelijke politiek. Zijn voornaamste verwezenlijking was de uitbouw van zijn graafschap tot een moderne staat. Hij verleende eenvormige keuren aan de grote Vlaamse steden, en voerde ingrijpende wijzigingen door op gerechtelijk gebied (vernieuwing van het strafrecht, instelling van de baljuws). Ook steunde hij een reeks opmerkelijke economische initiatieven, onder meer de stichting van de havens Grevelingen, Nieuwpoort, Damme en Biervliet. In de eerste periode van zijn regering (die samenvalt met deze vernieuwingen) werd graaf Filips geïnspireerd door zijn kanselier, Robrecht van Ariën, bisschop-elect van Atrecht en Kamerijk, maar in de periode nadien ziet het er naar uit dat hij zelf zijn beleid heeft uitgetekend. Filips van de Elzas was een geletterd vorst en zijn hof groeide uit tot een centrum van cultuur. Het grafelijk hof reisde rond, zoals gebruikelijk in die tijd, en verbleef onder andere in het Kasteel van Wijnendale. In 1180 liet graaf Filips het Gravensteen te Gent optrekken als verblijfplaats voor het grafelijk geslacht. Ook in de krijgskunst wist hij zich een goede reputatie op te bouwen.

Invoering wapenschild
Hij bezorgde Vlaanderen ook het huidige wapenschild: de klimmende leeuw van sabel, getongd en genageld van keel, op het gouden veld. Er wordt wel eens beweerd dat hij het meebracht uit het Heilige Land, waar hij het in 1177 zou hebben veroverd op een Saraceense ridder, maar dat is een mythe. Alleen al het feit dat de Leeuw op zijn zegel uit 1163 verschijnt, toen hij nog geen voet in de Oriënt had gezet, spreekt dit verhaal tegen. In werkelijkheid volgde Filips gewoon een West-Europese mode; ongeveer in dezelfde periode verscheen er ook een leeuw in de wapens van Brabant, Holland, Limburg en andere vorstendommen.

Hoewel er geen enkel historisch bewijs voor bestaat, vinden we vanaf de 14e eeuw in verschillende wapenboeken de bewering dat het huis van Vlaanderen vóór de Leeuw een gegeerd schild van twaalf stukken van lazuur en goud voerde, met een hartschild van keel. Dit werd toegeschreven aan de legendarische Liederik van Buc, van 793 tot 817 eerste Forestier of woudmeester (titel van de Vlaamse prinsen vóór ze graaf werden) van Vlaanderen. Het is waarschijnlijk afgeleid van een verkeerd geïnterpreteerd sierbeslag op het schild van de Vlaamse graaf Willem Clito (+ 1128), zoals het stond afgebeeld op zijn grafmonument in de Sint-Bertinusabdij van Sint-Omaars. Dat schild vertoont centraal een umbo (sierknop) van waaruit enkele stralen naar de schildranden vertrekken. In zijn zoektocht naar het oude wapen van Vlaanderen heeft abt Iperius, biograaf van het Vlaamse gravenhuis, dit geïnterpreteerd als een gegeerd wapen met een hartschild; de kleuren - die hij er zelf aan moet hebben toegevoegd - zijn vermoedelijk deze van het Franse koningshuis. Zo krachtig was zijn visie dat dit wapen in nauwelijks 30 jaar tijd volkomen ingeburgerd raakte.
Heerlijkheid:
graaf van Vlaanderen van 1168 tot aan zijn dood
Filips trouwde, 16 of 17 jaar oud, in 1159 met Elisabeth of Isabella en Mabille van Vermandois, 15 of 16 jaar oud.
Notitie bij het huwelijk van Filips en Elisabeth: In 1175 ontdekte Filips dat Elisabeth overspel pleegde en liet haar minnaar, Walter de Fontaines, dood slaan.

Door zijn huwelijk verwierf Filips in 1163 het graafschap Vermandois en de afhankelijkheden Amiens en Valois, waardoor Filips’ machtsgebied in het zuiden nu tot aan het Franse kroondomein reikte, het Île de France. Na de dood van Elisabeth (1183) eiste de Franse koning Filips August echter haar bezittingen op, doch na onderhandelingen mocht Filips ze levenslang behouden. Filips stond het gebied echter af aan Elisabeths zuster, Eleonora, maar hij werd toch in 1185 verplicht om de gebieden aan de Franse koning af te staan.
Elisabeth is geboren in 1143, dochter van Roeland I de Dappere van Vermandois en Petronella van Aquitanië. Elisabeth is overleden op maandag 28 maart 1183, 39 of 40 jaar oud.
635 Boudewijn VI van Hasnon Van Vlaanderen is geboren in 1030, zoon van Boudewijn V de Grote Van Vlaanderen (van Rijsel) (zie 626) en Adela van Mesen. Boudewijn is overleden op zaterdag 17 juli 1070, 39 of 40 jaar oud. Hij is begraven in abdij van Hasnon..
Notitie bij Boudewijn: Hij was de zoon van graaf Boudewijn V en van Adela van Mesen. In 1051 ging hij onder druk van zijn vader (en in strijd met het canonieke recht) het huwelijk aan met zijn achternicht (5e graad), gravin Richilde van Henegouwen, weduwe van graaf Herman van Bergen (overleden 1050 of 1051). Dit huwelijk gaf hem greep op het graafschap Henegouwen, vooral nadat de twee kinderen uit het eerste huwelijk van Richilde in de geestelijke stand werden ondergebracht. In de chronologie van de graven van Henegouwen wordt hij daarom aangeduid als Boudewijn I van Henegouwen.

Toen Boudewijn bij de dood van zijn vader in 1067 hem in Vlaanderen kon opvolgen, werd het graafschap Henegouwen in een personele unie met Vlaanderen verenigd. Deze unie was slechts van korte duur, daar ze, met de overwinning van Robrecht de Fries in de Slag van Kassel (1071), ongedaan werd gemaakt.

Boudewijn overleed in 1070 en werd begraven in de abdij van Hasnon. Omdat hij tevens de aanzet gaf tot de restauratie van deze abdij (1064), draagt hij ook de toenaam "van Hasnon".
Heerlijkheid:
graaf van Vlaanderen vanaf 1067 en (als Boudewijn I) ook graaf van Henegouwen vanaf 1051 tot aan zijn dood.
Boudewijn trouwde met Richilde van Henegouwen. Richilde is geboren in 1020. Richilde is overleden op woensdag 18 maart 1086, 65 of 66 jaar oud. Zij is begraven in abdij van Hasnon.
Notitie bij Richilde: Richilde van Egisheim genoemd. De toenaam "van Egisheim" verwijst naar haar moederlijke afstamming (van Dagsburg-Egisheim). Haar vermoedelijke vader is Reinier van Hasnon, die afstamt uit het geslacht der Reiniers (kleinzoon van Reinier III van Henegouwen).

Richilde mag beschouwd worden als de grondlegster van het graafschap Henegouwen. Zij trouwde eerst omstreeks 1040 met Herman van Bergen, graaf van Bergen en graaf in het zuidelijke deel van de Brabantgouw. Kinderen:

Rogier († 1093)
Gertrude, trad toe tot de Orde van Sint-Benedictus
Omwille van Richilde’s erfrechten werd deze ca. 1049 door de Duitse keizer Hendrik III ook het bestuur van het markgraafschap Valenciennes toevertrouwd.

Na Hermans voortijdige dood (1051) hertrouwde zij, in strijd met de voorschriften van het canonieke recht, in 1051 met haar neef Boudewijn VI van Vlaanderen (5e graad bloedverwantschap). Kinderen:

Arnulf III van Vlaanderen
Boudewijn II van Henegouwen
Het is de eerste Boudewijn uit een lange rij gelijknamige graven van Henegouwen. Zijn toenaam luidt "van Hasnon", verwijzend naar de aanzet die hij gaf tot restauratie van de abdij van Hasnon in 1064. Richilde huwde nog een derde maal (1070/1071), namelijk met de Engelse edelman, William Fitzosbern, graaf van Hereford (±1020-1071).

Toen Boudewijn VI van Vlaanderen in (1070) overleed, regeerde Richilde korte tijd over de graafschappen Vlaanderen en Henegouwen, namelijk als voogdes over Arnulf III, oudste zoon uit haar tweede huwelijk. Haar zwager, Robrecht de Fries, maakte evenwel aanspraak op het graafschap Vlaanderen. De familietwist werd beslecht in de Slag bij Kassel (1071), waar Richilde en haar bondgenoten een verpletterende nederlaag leden. Haar zoon Arnulf en haar echtgenoot William Fitzosbern sneuvelden te Kassel.

Na deze rampzalige afloop probeerde Richilde haar graafschappen en allodia ten gelde te maken bij de Duitse keizer. De feodia werden aangekocht door Theoduinus, bisschop van Luik. Deze gaf ze vervolgens in leen aan de hertog van Neder-Lotharingen, die op zijn beurt de graafschappen opnieuw in leen gaf aan Richilde. Via deze leenroerige constructie kwam het eigenlijke graafschap Henegouwen tot stand en kon het gevrijwaard worden voor Richilde’s jongste zoon, Boudewijn II.

Richilde werd evenals haar tweede echtgenoot Boudewijn I van Henegouwen, begraven in de door hun rijk begunstigde abdij van Hasnon.
Heerlijkheid:
gravin van Henegouwen tussen 1051 en 1076
Kinderen van Boudewijn en Richilde:
1 Arnulf III de Ongelukkige Van Vlaanderen, geboren in 1055. Volgt 636.
2 Boudewijn II van Henegouwen, geboren in 1056. Volgt 637.
636 Arnulf III de Ongelukkige Van Vlaanderen is geboren in 1055, zoon van Boudewijn VI van Hasnon Van Vlaanderen (zie 635) en Richilde van Henegouwen. Arnulf is overleden in 1071, 15 of 16 jaar oud.
Notitie bij Arnulf: Hij was de oudste zoon van Graaf Boudewijn VI van Vlaanderen. Tijdens zijn minderjarigheid stond hij onder de voogdij van zijn moeder Richildis van Henegouwen. Zijn oom, Robrecht de Fries, zo genoemd wegens zijn huwelijk met Geertrui van Holland, de weduwe van graaf Floris I van Holland, betichtte Arnulf ervan tiranniek over Vlaanderen te regeren.

Het kwam in 1071 tot een confrontatie in Kassel - zie Slag bij Kassel (1071) - waarbij Arnulf sneuvelde. Robrecht werd vervolgens als graaf van Vlaanderen erkend door de Franse koning.
Arnulf trouwde met Geertrui Van Holland. Geertrui is overleden.
637 Boudewijn II van Henegouwen is geboren in 1056, zoon van Boudewijn VI van Hasnon Van Vlaanderen (zie 635) en Richilde van Henegouwen. Boudewijn is overleden in 1098 in Syrie, 41 of 42 jaar oud.
Notitie bij Boudewijn: Hij was de tweede zoon van Boudewijn VI van Vlaanderen en Richilde van Henegouwen, en volgde zijn oudere broer Arnulf op, die sneuvelde in de Slag bij Kassel op (22 februari 1071). Als gevolg van deze slag moest Boudewijn Vlaanderen afstaan aan Robrecht I de Fries. Hij slaagde erin Henegouwen te behouden voor zichzelf en zijn moeder Richildis, dankzij de steun van de Luikse prins-bisschop Theoduinus (1048-1075), van wie zij voortaan Henegouwen in leen hielden.

Tot 1076 regeerde Boudewijn II onder het regentschap van zijn moeder, daarna steeds meer zelfstandig. Zijn pogingen om het graafschap Vlaanderen te heroveren mislukten bij herhaling. In 1096 vertrok Boudewijn naar de Eerste Kruistocht, tijdens dewelke hij in Syrië werd vermoord, kort na de inname van Antiochië. Zijn zoon Boudewijn volgde hem op.

Huwelijk en kinderen
Hij huwde in 1084 met Ida van Leuven (1077-1139), dochter van Hendrik II en Adele van de Betuwe, hun kinderen waren:

Boudewijn (III)
Lodewijk
Simon
Hendrik
Willem
Arnold, gehuwd met Beatrix van Ath
Ida, eerst gehuwd met Guy, heer van Chièvres, vervolgens met Thomas van Marle
Richilde, gehuwd met (1115-1118) met Amaury IV van Montfort, graaf van Évreux
Aleida, gehuwd met Nicolaas II van Rumigny
Heerlijkheid:
graaf van Henegouwen van 1071 tot aan zijn dood
Boudewijn trouwde, 27 of 28 jaar oud, in 1084 met Ida van Leuven, 6 of 7 jaar oud. Ida is geboren in 1077. Ida is overleden in 1139, 61 of 62 jaar oud.
Kinderen van Boudewijn en Ida:
1 Lodewijk van Henegouwen. Lodewijk is overleden.
2 Simon van Henegouwen. Simon is overleden.
3 Hendrik van Henegouwen. Hendrik is overleden.
4 Willem van Henegouwen. Willem is overleden.
5 Arnold van Henegouwen. Volgt 638.
6 Ida van Henegouwen. Volgt 639.
7 Richilde van Henegouwen. Volgt 640.
8 Aleida van Henegouwen. Aleida is overleden.
9 Boudewijn III van Henegouwen. Volgt 641.
638 Arnold van Henegouwen, zoon van Boudewijn II van Henegouwen (zie 637) en Ida van Leuven. Arnold is overleden. Arnold trouwde met Beatrix van Ath. Beatrix is overleden.
639 Ida van Henegouwen, dochter van Boudewijn II van Henegouwen (zie 637) en Ida van Leuven. Ida is overleden. Ida:
(1) trouwde met Guy, heer van Chièvres. Guy, is overleden.
(2) trouwde met Thomas van Marle. Thomas is overleden.
640 Richilde van Henegouwen, dochter van Boudewijn II van Henegouwen (zie 637) en Ida van Leuven. Richilde is overleden. Richilde trouwde met Amaury IV van Montfort.
Heerlijkheid:
graaf van Évreux
641 Boudewijn III van Henegouwen, zoon van Boudewijn II van Henegouwen (zie 637) en Ida van Leuven. Boudewijn is overleden in 1120.
Notitie bij Boudewijn: Als zoon van Boudewijn II van Henegouwen en van Ida van Leuven, volgde hij in 1098 zijn vader op, aanvankelijk onder het regentschap van zijn moeder (tot ± 1103). Net als zijn vader poogde hij het graafschap Vlaanderen te heroveren. Daartoe trachtte hij onder meer, zij het vergeefs, het conflict om Kamerijk tussen de Vlaamse graaf Robrecht II en de Duitse keizer Hendrik IV uit te buiten.

Hij trouwde rond 1107 met Yolanda van Gelre (overleden 1131), dochter van Gerard I van Gelre. Toen Boudewijn VII van Vlaanderen in 1119 kinderloos overleed, probeerde Boudewijn III andermaal zijn rechten op de Vlaamse troon te laten gelden, maar kon niet beletten dat deze toekwam aan Karel de Goede, een kleinzoon van Robrecht I. Bij zijn dood liet hij zijn weduwe met vier minderjarige kinderen achter. Zijn oudste zoon Boudewijn volgde hem op.
Heerlijkheid:
graaf van Henegouwen van 1098 tot aan zijn dood
Boudewijn trouwde omstreeks 1107 met Yolanda van Gelre. Yolanda is overleden in 1131.
Kind van Boudewijn en Yolanda:
1 Boudewijn IV de bouwer van Henegouwen, geboren in 1109. Volgt 642.
642 Boudewijn IV de bouwer van Henegouwen is geboren in 1109, zoon van Boudewijn III van Henegouwen (zie 641) en Yolanda van Gelre. Boudewijn is overleden op dinsdag 2 november 1171, 61 of 62 jaar oud.
Notitie bij Boudewijn: Als minderjarige zoon van Boudewijn III regeerde hij aanvankelijk (tot 1125?) onder het regentschap van zijn moeder, Yolanda van Gelre. Rond 1130 trouwde hij met Aleidis van Namen, dochter van graaf Godfried van Namen en van Ermesinde van Luxemburg.

Van de moord op de Vlaamse graaf Karel de Goede (1127) maakte hij gebruik om, net als zijn voorgangers en ook ditmaal tevergeefs, zijn aanspraken op Vlaanderen te laten gelden. Hoewel hij tijdelijk Oudenaarde en Ninove kon bezetten, moest hij toezien hoe Willem Clito graaf van Vlaanderen werd. Ook tegenover Clito’s opvolger, Diederik van de Elzas, heeft Boudewijn herhaaldelijk het onderspit moeten delven. Door een huwelijk (1169) van zijn zoon en erfgenaam, Boudewijn V, met Margaretha, zuster en erfgename van de regerende Vlaamse graaf Filips van de Elzas, kwam er een eind aan het bijna 100 jaar aanslepende conflict tussen Henegouwen en Vlaanderen.

Zijn bijnaam kreeg Boudewijn IV vanwege de versterkingen die hij langs de grens van Henegouwen met Brabant en Vlaanderen liet aanbrengen.
Boudewijn trouwde, ongeveer 21 jaar oud, omstreeks 1130 met Adelheid Van Namen, ongeveer 6 jaar oud. Zie 246 voor persoonsgegevens van Adelheid.
Kinderen van Boudewijn en Adelheid: zie 246.
643 Mathildis Van Vlaanderen is geboren in 1031, dochter van Boudewijn V de Grote Van Vlaanderen (van Rijsel) (zie 626) en Adela van Mesen. Mathildis is overleden op donderdag 2 november 1083 in Rouen, 51 of 52 jaar oud.
Notitie bij Mathildis: Ze werd door haar broer Robrecht de Fries rond 1051 uitgehuwelijkt aan Willem de Veroveraar, toen nog slechts Willem van Normandië bijgenaamd "de Bastaard". Dit huwelijk leverde Willem de steun op van Boudewijn V toen hij in 1066 een poging ondernam om Engeland te veroveren. Na haar kroning, in 1068, stond Mathilda bekend als koningin Maud van Engeland. Haar graf is te vinden in het sanctuarium van de kerk van Abbaye-aux-Dames te Caen. Deze abdij had zij in 1059 gesticht.

Sommigen beweren dat Mathilda het Tapijt van Bayeux gemaakt heeft, maar het is waarschijnlijker dat het, in Engeland, is gemaakt op bestelling van bisschop Odo, een halfbroer van Willem de Veroveraar, die na de overwinning tot graaf van Kent werd benoemd, om de glorieuze overwinning te memoreren.

Het tapijt van Bayeux is een borduurwerk van 70 meter lang en 50 cm hoog, dat de geschiedenis uitbeeldt van de slag bij Hastings in 1066. Hierbij viel Willem de Veroveraar vanuit Normandië Engeland binnen en versloeg hij de Angelsaksische koning Harold. Het tapijt is vernoemd naar de stad Bayeux in Frankrijk en werd vermoedelijk vervaardigd in 1068.

Het tapijt is gemaakt van linnen, geborduurd met gekleurde wol. Het laat zich lezen als een stripverhaal: in een groot aantal scènes worden de voorgeschiedenis, inscheping, landing, en de slag zelf behandeld. Er staat ook een beknopte Latijnse uitleg bij. Een van de beroemdste scènes is degene die lange tijd is benoemd als die waarin koning Harold een pijl in zijn oog krijgt en sneuvelt. Recent onderzoek heeft echter aangetoond dat de figuur die meer waarschijnlijk als Harold moet worden geïdentificeerd, degene is die rechts naast de Normandische krijger met paard op de grond valt en tevens het Angelsaksische teken van koninklijke waardigheid, de tweehandbijl of Daneaxe laat vallen.

Het is waarschijnlijk dat er een aantal meters aan het eind ontbreken waarin Willem in Westminster Abbey tot koning van Engeland wordt gekroond. Het wandkleed stamt uit de tijd kort na de slag (mogelijk slechts een paar jaar later) en is een belangrijke bron van geschiedkundige informatie, ook over wapens, kleding, zeden en gewoonten uit die tijd. Hoewel het door de tand des tijds hier en daar beschadigd is en op vele plaatsen is gerepareerd, is het over het geheel genomen zeer goed bewaard gebleven. Het is waarschijnlijk in Engeland gemaakt op bestelling van bisschop Odo (een halfbroer van Willem) die na de overwinning tot Graaf van Kent werd benoemd, om de glorieuze overwinning te memoreren.

Het tapijt van Bayeux toont een komeet die in 1066 verscheen. Dat kan heel goed de Komeet Halley zijn geweest. Het zou hier om de oudste nog bekende waarneming van de komeet in Europa gaan.

Het tapijt door de eeuwen heen
Het tapijt van Bayeux maakt deel uit van de schat van de kathedraal van Bayeux en heeft vele gevaren doorstaan: branden in de 12e eeuw, plunderingen en vernielingen tijdens de Honderdjarige Oorlog, de godsdienstoorlogen en de Franse Revolutie. In november 1803 werd het tapijt voor het eerst uit Bayeux gehaald en tentoongesteld in het Louvre. Na enige tijd kwam het weer terug naar Bayeux, om daar sinds 1842 tentoongesteld te worden. Eén uitzondering hierop is dat het tijdens de Tweede Wereldoorlog in het kasteel van Sourches (departement Sarthe) veilig werd bewaard. Na wederom een tussenstop in het Louvre gemaakt te hebben, keerde het in maart 1945 terug naar Bayeux. Tegenwoordig is het tapijt te bezichtigen in een speciaal daarvoor ingerichte gang in het voormalige Groot-Seminarie, een groot bouwwerk uit de 17e eeuw.
Mathildis trouwde, ongeveer 20 jaar oud, omstreeks 1051 met Willem de Veroveraar van Normandië, ongeveer 24 jaar oud. Willem is geboren omstreeks 1027 in Falaise (Normandië). Willem is overleden op donderdag 9 september 1087 in Saint-Gervais nabij Rouen in het klooster, ongeveer 60 jaar oud.
Notitie bij Willem: Tot 1066 werd hij Willem de Bastaard genoemd.

Leven
Willem was de buitenechtelijke zoon van Robert de Duivel en Herleva, dochter van een leerlooier genaamd Fulbert. Hij werd geboren in het Normandische Falaise, zo’n 30 km ten zuiden van Caen.

Zijn vader, Robert "de Duivel", werd ervan verdacht aan de macht te zijn gekomen na zijn oudere broer te hebben vergiftigd. Robert was hertog van Normandië tot hij in 1035 op de terugweg van een pelgrimstocht naar Jeruzalem overleed.

Willem volgde hem op als hertog van Normandië, wat gezien zijn buitenechtelijke afstamming erg ongebruikelijk was.

Na de gewonnen slag in Val-es-Dunes, in 1047 in de nabijheid van Caen, verkreeg Willem het respect van de Normandische adel. Hij eiste zijn rechten op het hertogdom op en maakte van Caen, tot dan een kleine nederzetting, een strategisch belangrijke plaats die daarmee één van de voornaamste residentiesteden van zijn hertogdom werd, buiten Falaise.

Als kind overleefde Willem diverse aanslagen op zijn leven en hij groeide op tot een krachtpatser met de voor die tijd reusachtige lichaamslengte van 1 meter 75.

Uit zijn huwelijk met Mathilda van Vlaanderen, dochter van Boudewijn V van Vlaanderen, rond 1051, werden vier zonen geboren (onder wie Robert Curthose, Willem Rufus en Hendrik Beauclerc) en vermoedelijk zes dochters, onder meer de later heilig verklaarde Adela en Agatha, die verloofd was met Alfons VI van Castilië.

Willem overleed op 9 september 1087 in het klooster van St. Gervais bij Rouen als gevolg van verwondingen die hij opliep toen hij tijdens het beleg van Mantes van zijn paard viel. Hij ligt begraven op de begraafplaats van de St. Steven’s abdij in Caen.

Politiek
Periode tot 1066
Na de dood van Robert de Duivel in 1035 traden eerst regenten op voor de jonge hertog, gedurende welke tijd er vele anderen hun macht probeerden te vergroten. Middels een veldslag bij Caen in 1047 slaagde Willem erin om een opstand van edelen te onderdrukken. Hierbij werd hij geholpen door zijn meerdere, koning Hendrik I van Frankrijk. In de loop der jaren lukte het de meedogenloze Willem door zijn militaire genie, diplomatie en uithuwelijking om zijn macht te vergroten en feitelijk onafhankelijk te worden van Hendrik.

Willem was in de verte familie van Eduard de Belijder, koning van Engeland tot zijn overlijden in 1066. De kinderloze Eduard zou rond 1051 Willem de Engelse troon beloofd hebben, maar het is twijfelachtig of dit echt gebeurd is. Bovendien was de troonopvolging in Engeland in die tijd niet erfelijk. Eduards zwager, de Engelse magnaat Harold Godwinson, zou rond 1064 na schipbreuk te hebben geleden op de Normandische kust, nabij Ponthieu (thans verdwenen), aan de Somme, in gevangenschap gezworen hebben Willems claim te ondersteunen, maar werd zelf in 1066 gekozen tot opvolger van Eduard. Harold had een eed afgelegd aan Willem, om de troon te verzaken aan de Normandische hertog. Hij pleegde meineed toen hij, terug in Engeland, na de dood van Eduard de Belijder zich toch liet kronen.

De reden dat Willem, die als erg hebzuchtig gold, er zo op gebrand was om de controle over Engeland te krijgen, was het feit dat het land in die tijd een hoge beschaving en grote rijkdom kende. De verschijning van de komeet van Halley in april 1066 zag hij als een goed voorteken. Vanwege slecht weer bij zijn gepland vertrek aan de Divesmonding, weken voordien, vertrok hij nu van de Sommemonding en landde pas op 28 september 1066 onbedreigd bij Pevensey op de Engelse kust, waarna hij op 14 oktober in de slag bij Hastings koning Harold versloeg, zijn belangrijkste wapenfeit. In Willems voordeel was dat Harold niet lang daarvoor, in de slag van Stamford Bridge op 25 september, al een inval van Harald III van Noorwegen en Harolds broer Tostig Godwinson had moeten afslaan.

Op 25 december werd Willem in de Westminster Abbey tot koning gekroond. Zijn verovering is het onderwerp van het beroemde Tapijt van Bayeux.

Periode na 1066
Willem had moeite om Engeland onder controle te krijgen en te houden en moest meerdere malen met harde hand opstanden onderdrukken. Hij nam de bezittingen van rebellerende Engelsen in beslag en gaf delen hiervan in leen aan zijn op buit beluste Normandische ridders, hiermee het leenstelsel in Engeland introducerend. Onder de tot dan toe relatief vrije Engelsen leidde dit tot grote onvrede en haat jegens de Normandische invallers.

In het opstandige noorden richtte Willem rond 1070 grote verwoestingen aan die langdurige hongersnoden veroorzaakten. Van buitenaf werd Willems rijk bedreigd door Frankrijk, Noorwegen, Denemarken en Schotland. Onder Willems bestuur werden zo’n tachtig kastelen gebouwd, waarvan de Tower in Londen het bekendste is.

Willem verving de Engelse aristocraten en hoge geestelijken door zijn eigen mensen uit Frankrijk.

Om de economische problemen die het gevolg waren van zijn politiek te bestrijden, gaf Willem opdracht tot het maken van het beroemde Domesday Book, een gedetailleerde administratie van onder meer eigendomsrechten en veestapels.

De Normandiërs drukten ook qua recht, cultuur en architectuur een sterke stempel op Engeland.

Na Willems dood in 1087 werd Willems zoon Willem Rufus koning van Engeland en zijn eerder tegen hem rebellerende zoon Robert Curthose hertog van Normandië.
Heerlijkheid:
van 1035 tot 1087 hertog van Normandië en van 1066 tot 1087 als Willem I koning van Engeland
Kinderen van Mathildis en Willem:
1 Robert II Curthose (korte maillot) van Normandië, geboren omstreeks 1054. Volgt 644.
2 Adela De heilige van Engeland (van Normandië), geboren omstreeks 1062 in Normandië. Volgt 646.
3 Hendrik I Beauclerc Van Engeland, geboren omstreeks 1068. Volgt 647.
644 Robert II Curthose (korte maillot) van Normandië is geboren omstreeks 1054, zoon van Willem de Veroveraar van Normandië en Mathildis Van Vlaanderen (zie 643). Robert is overleden in 1134, ongeveer 80 jaar oud.
Notitie bij Robert: Hij stond bekend als een dappere, onbezonnen avonturier, die makkelijk te manipuleren was.

Robert Curthose
Robert gedroeg zich grillig. Het scheen hem weinig uit te maken aan welke kant hij vocht, als er maar gevochten werd. Toen zijn vader in 1077 weigerde om het gezag over Maine en Normandië alvast aan hem over te dragen, bond Robert in een alliantie met de Franse koning Filips I van Frankrijk de gewapende strijd met hem aan. Op zijn sterfbed besloot Willem het koningschap over Engeland daarom niet aan zijn opstandige zoon na te laten, maar aan diens jongere broer Willem Rufus. Robert moest zich met het hertogdom Normandië tevreden stellen.

Willem Rufus en Robert Curthose kwamen overeen dat ze, zolang ze geen nageslacht hadden, elkaars erfgenaam zouden zijn. De jongste broer, Hendrik, die van zijn vader slechts een geldbedrag had geërfd, zou zodoende nooit de zeggenschap over een van beide gebieden krijgen. Het maakte hem tot levenslange rivaal van zijn beide broers.

Robert van Normandië
De gebieden Engeland en Normandië waren politiek sterk verweven. Normandische edellieden, die vaak in beide gebieden land bezaten, merkten al snel dat ze Robert een stuk makkelijker naar hun hand konden zetten dan dat bij de zelfbewuste Willem Rufus het geval was. Ze wakkerden de rivaliteit tussen de broers aan met als doel Rufus buitenspel te zetten. Hendrik maakte gemene zaak met hen, hopende om ooit de zeggenschap over een eigen gebied te verwerven.

Anders dan Willem Rufus was Robert geen sterk strateeg. Hij verwerd in de jaren na zijn vaders dood door zijn onbezonnen politiek tot een armoedzaaier die volgens, misschien enigszins overdreven, berichten van tijdgenoten soms dagenlang het bed hield omdat hij zich geen fatsoenlijke kleren kon veroorloven. In 1090 schoot Willem Rufus zijn oudere broer te hulp in de zoveelste strijd tegen de Normandische adel en in 1096 nam hij het gezag over Normandië tijdelijk waar omdat Robert had besloten om aan de Eerste Kruistocht deel te nemen. Robert bekostigde zijn expeditie met de pachtsom die hij van Willem Rufus ontving. De door Roberts beleid verloren gegane gebiedsdelen werden door Rufus al snel terugveroverd.

Robert de kruisvaarder
Omdat Robert zich geen eigen lofdichter kon veroorloven, figureert hij in de verslagen van de kruistocht slechts als bijfiguur in de lofzangen op andere strijders. Daaruit blijkt dat hij altijd in de voorste gelederen meevocht. Alexius Comnenus, de keizer van Constantinopel, beloonde hem uiteindelijk voor zijn loyaliteit met een donatie die hem gedeeltelijk uit de financiële problemen hielp. Die problemen werden verder opgelost door een huwelijk: aan tijdens de kruistocht opgedane contacten met in Italië gevestigde Noormannen hield hij zijn echtgenote over. In 1099 trouwde hij met de rijke Sybille van Conversano.

Robert versus Hendrik
Het was nog maar de vraag of Robert het gezag over Normandië van Willem Rufus terug zou krijgen. Dit probleem bleek bij Roberts terugkeer in september 1100 al opgelost: Rufus was een maand eerder bij een jachtongeval omgekomen. Omdat Rufus geen nakomelingen had en Robert afwezig was had Hendrik van de gelegenheid gebruikgemaakt om de Engelse troon te bestijgen. Dat ten tijde van het jachtongeval al bekend was dat Robert in aantocht was, had daarbij geen beletsel gevormd.

In 1101 maakte Robert, gesteund door Normandisch-Engelse baronnen die Hendrik maar wat graag plaats zagen maken voor zijn eenvoudig te manipuleren broer, de overtocht naar Portsmouth om zijn rechten op de Engelse troon te laten gelden. Na een goed gesprek, waarin bleek dat zijn plan om de twee gebiedsdelen te herenigen onvermijdelijk zou leiden tot conflicten met de paus, Frankrijk en Vlaanderen, besloot Robert eieren voor zijn geld te kiezen. Hij stelde zich tevreden met een jaarlijkse toelage van 2000 pond als genoegdoening en keerde terug naar Normandië waar hij opnieuw de grootste moeite had om de lokale adel onder de duim te houden. Met name Robert Belleme, die hem ten tijde van de tocht naar Portsmouth nog gesteund had, voerde nu voortdurend strijd met zowel Robert als Hendrik.

In Engeland rekende Hendrik snel af met Robert Belleme, die zich vervolgens in Normandië terugtrok. Daar kon hij, dankzij Robert Curthoses zwakke bewind, een stevige basis vestigen om Hendrik te blijven bestrijden. Hendrik loste de zaak in 1106 op door Normandië op zijn broer te veroveren bij de Slag van Tinchebrai. Zowel Robert Curthose als Robert Belleme werden levenslang gevangengezet.

Robert Curthose bracht hierdoor de laatste achtentwintig jaar van zijn leven door in Cardiff Castle, als gevangene van zijn broer. Zijn in 1101 geboren zoon Willem Clito leverde ondertussen vergeefs strijd met Hendrik om de macht over Normandië.
Robert trouwde met Valentina van Conversano. Valentina is overleden.
Kind van Robert en Valentina:
1 Willem Clito van Normandië, geboren op zaterdag 25 oktober 1102 in Rouen. Volgt 645.
645 Willem Clito van Normandië is geboren op zaterdag 25 oktober 1102 in Rouen, zoon van Robert II Curthose (korte maillot) van Normandië (zie 644) en Valentina van Conversano. Willem is overleden op zaterdag 28 juli 1128 in bij Aalst, 25 jaar oud.
Notitie bij Willem: Zijn leven stond in het teken van vergeefse pogingen om het graafschap Normandië op koning Hendrik I van Engeland te heroveren. Gedurende zijn laatste levensjaar was hij Graaf van Vlaanderen.

De toevoeging Clito is het Latijns equivalent voor het Angelsaksische "Aetheling" en het Duitse "Adelinus". Ze betekenen "man van koninklijke bloede" of "prins".

Levensloop
Nadat zijn vader in 1106 bij de Slag van Tinchebrai het gezag over Normandië verloor aan diens jongere broer, de Engelse koning Hendrik I, werd de vijfjarige Willem Clito door Hendrik gegijzeld en toevertrouwd aan de zorgen van Helias van Saint-Saens, de echtgenoot van een buitenechtelijke dochter van Robert Courteheuse. In 1112 zette deze de Engelse koning een hak door met de jongen naar het hof van graaf Boudewijn VII van Vlaanderen te vluchten. Boudewijn meende met Willem de rechtmatige hertog van Normandië in handen te hebben; dat ook hertog Robert na de Slag van Tinchebrai door Hendrik gevangen was genomen en nog steeds in leven was, werd voor het gemak over het hoofd gezien.

Een serie veldslagen volgde, waarbij de dynastieke rechten van Willem, behalve door Boudewijn ook werden bevochten door Fulco V van Anjou en de Franse koning Lodewijk VI, gesteund door opstandige Normandische edellieden. Boudewijn kwam om in de strijd en Lodewijk en Fulco gooiden in 1119 de handdoek in de ring: ze erkenden Hendriks gezag over Normandië. Tevergeefs probeerde Willem Clito nog een regeling bij Hendrik af te smeken, waarbij hij beloofde zijn rechten op Normandië op te geven als Hendrik zijn vader zou vrijlaten.

Enige jaren later meende Willem Clito een nieuwe machtsbasis te hebben gevonden om een aanval op Hendrik te ondernemen. Hij was door een huwelijk met Sybille van Anjou Graaf van Maine geworden en omdat Sybille de dochter van Fulco V van Anjou was, waren de banden met hem steviger aangehaald. Ook Lodewijk VI was opnieuw bereid om zich bij een coalitie aan te sluiten. Toen Hendrik lucht kreeg van het plan probeerde hij de paus ertoe over te halen om het huwelijk van Willem Clito te laten ontbinden wegens te nauwe bloedbanden tussen de echtelieden. Ook sloot hij een militaire alliantie met de Duitse keizer Hendrik V die Lodewijk vanuit het oosten bedreigde. Lodewijk haakte af en het leger van Fulco werd door Hendrik eenvoudig verslagen.

Het huwelijk met Sybille werd toch ontbonden en in 1127 huwde Willem Clito met Johanna, een dochter van Gisela van Bourgondië.

Nadat de Vlaamse graaf Karel de Goede zonder erfopvolgers overleed, gebruikte Lodewijk VI zijn recht om in zo’n geval over de opvolging te beslissen, door Willem Clito tot Graaf van Vlaanderen te benoemen. Zo kreeg Willem de gelegenheid om te laten zien dat hij als bestuurder over net zo weinig talent beschikte als zijn nog steeds in gevangenschap verblijvende vader.

Omdat Vlaanderen en Engeland economisch nauw verweven waren - de Vlaamse lakenindustrie verwerkte Engelse wol - was het voor Hendrik een koud kunstje om onrust in Vlaanderen te veroorzaken: hij sneed de woltoevoer af. Willem bleek niet in staat hier verstandig op te reageren. Burgers, onder leiding van Iwein van Aalst, revolteerden omdat Willem zich hierdoor niet aan gehouden beloftes hield. Hij kwam om op 28 juli 1128, bij de belegering van Aalst, een van de steunpunten van zijn tegenstanders.
Heerlijkheid:
graaf van Vlaanderen
Willem trouwde, 20 of 21 jaar oud, in 1123 met Sybille van Anjou, 17 of 18 jaar oud. Sybille is geboren in 1105. Sybille is overleden in 1165 in Bethanië (Jeruzalem), 59 of 60 jaar oud. Sybille trouwde later in 1139 met Diederik (of Dirk) van de Elzas (±1099-1168), zie 631.
Notitie bij Sybille: Zij huwde in 1123 met de graaf van Vlaanderen, Willem Clito en bracht Maine in het huwelijk mee. Dit huwelijk werd geannuleerd op grond van bloedverwantschap en uitgesproken door paus Honorius II in opdracht van Willem’s oom Hendrik I van Engeland. Sybilles vader Fulco verzette zich hiertegen en stemde niet in met de excommunicatie en het interdict over Anjou. Hierop zou Sybille haar vader begeleiden naar het Heilige Land, waar hij zou trouwen met de erfgename van het Koninkrijk Jeruzalem, Melisende en in 1131 zelf koning werd.

In 1139 zou Sybille met de Vlaamse graaf Diederik van de Elzas trouwen, die op zijn eerste kruistocht naar het Heilige Land was. Sybille keerde met Diederik terug naar Vlaanderen. Tijdens de tweede kruistocht van Diederik naar het Heilige Land (1137-1139) bestuurde zij het graafschap. In deze periode trachtte Boudewijn IV van Henegouwen een aanval op Vlaanderen in te zetten, die door Sybille op krachtdadige wijze werd afgeslagen. Zij liet Henegouwen verwoesten, waarna Boudewijn IV hetzelfde deed met Artesië. De aartsbisschop van Reims diende tussen beide te komen om een vredesverdrag te sluiten.

In 1157 vergezelde zij Diederik naar het Heilige Land en bewoog hem om van haar te scheiden, zodat zij in het klooster van St. Lazarus in Bethanië (Jeruzalem) kon intreden, waar haar stieftante Ioveta van Bethanië abdes was. Zij overleed er in 1165.
646 Adela De heilige van Engeland (van Normandië) is geboren omstreeks 1062 in Normandië, dochter van Willem de Veroveraar van Normandië en Mathildis Van Vlaanderen (zie 643). Adela is overleden op maandag 8 maart 1137 in Marcigny-sur-Loire, ongeveer 75 jaar oud. Adela trouwde met Stefanus II Hendrik van Blois. Zie 26 voor persoonsgegevens van Stefanus.
Kind van Adela en Stefanus: zie 26.
647 Hendrik I Beauclerc Van Engeland is geboren omstreeks 1068, zoon van Willem de Veroveraar van Normandië en Mathildis Van Vlaanderen (zie 643). Hendrik is overleden op zondag 1 december 1135 in Gisors (Frankrijk), ongeveer 67 jaar oud.
Notitie bij Hendrik: Zijn eigen bijnaam had hij te danken aan zijn goede opleiding en zijn brede interesse. Waarschijnlijk was hij ook de eerste koning uit het Normandische Huis die vloeiend Engels sprak

Na de dood van Willem de Veroveraar had Willem II Engeland geërfd, zijn broer Robert Normandië en Hendrik alleen de stad Avranches en het graafschap Coutances. Na de dood van Willem II veroverde Hendrik echter de Engelse troon op een moment dat zijn broer Robert op de terugweg was van de eerste kruistocht.

Zijn regering wordt gekenmerkt door de verbeteringen die hij aanbracht in het landsbestuur en in de rechtspraak. Zo richtte hij de exchequer op, een centrale financiële administratie en maakte hij gebruik van rondreizende rechters die de rechtspraak in zijn rijk verzorgden. Hij herenigde de gebieden van zijn vader, Engeland en Normandië, maakte een einde aan het conflict dat zijn broer had veroorzaakt met de Kerk en wist de bestuurders zover te krijgen dat zij na de dood van zijn enige zoon in 1120 zijn dochter Mathilde, echtgenote van de Duitse keizer Hendrik V, als opvolger wilden aanvaarden.

Op 11 november 1100 trouwde Hendrik met Edith (die om de Normandische baronnen tevreden te stellen haar naam veranderde in Mathilde), de dochter van koning Malcolm III van Schotland. Zij kregen vier kinderen, maar zijn zoon Willem Adelin overleefde hem niet. Mathilde stierf in 1118. In 1121 hertrouwde hij met Adelheid van Leuven, maar dat huwelijk bleef kinderloos. Hij had vele onwettige kinderen (zie hieronder).

In 1101 deed zijn broer Robert via een inval een poging de kroon alsnog te bemachtigen. Met het Verdrag van Alton stemde Robert er in toe Hendrik als koning van Engeland te aanvaarden. Robert bleef echter ageren en daarom stuurde Hendrik in 1105 een invasiemacht naar Normandië om hier een eind aan te maken. In 1106 wist hij de overwinning te behalen. Zijn machtsbasis in Normandië was echter niet stevig vanwege het optreden van Roberts zoon, Willem Clito.

Van 1109 tot 1113 en van 1116 tot 1120 voerde hij oorlog met Frankrijk.

Hendrik stierf in 1135 in Normandië - volgens tijdgenoten omdat hij te veel zeeprik had gegeten. Tegenwoordig neemt men aan dat een voedselvergiftiging de doodsoorzaak was. Hij werd begraven in Reading Abbey.

Ondanks het feit dat de baronnen hadden ingestemd met een opvolging door Hendriks dochter Mathilde waren er twee zaken die haar opvolging in de weg stonden: zij was een vrouw, en zij was hertrouwd met Geoffrey uit het vijandige Franse Huis Anjou. Hierop werd Hendriks neef Stefanus van Blois uitgenodigd naar Engeland te komen en de troon te aanvaarden.

Hendrik I had vele onwettige kinderen van wie hij er 20 tot 25 erkende. Van velen is niet vast te stellen wie de moeder was. Hier volgt een overzicht van de kinderen die in bronnen vermeld staan.

bij onbekende moeders
Robert van Caen (ca 1090 – 1147), 1e graaf van Gloucester
Maud FitzRoy; 8 hertog Conan III van Bretagne
Constance FitzRoy; 8 burggraaf Roscelin van Beaumont
Mabel of Richildis FitzRoy; 8 Guillaume III Gouet, heer van Montmirail
Aline of Adelheid FitzRoy; 8 Matthieu I de Montmorency († ca 1100 – 1160), connétable van Frankrijk
Gilbert FitzRoy († na 1142)
Bij Edith
Mathilde FitzEdith († aan boord van de White Ship 25 november 1120); 8 (1103) graaf Rotrou I van Perche
Bij Ansfride
Juliana van Fontevrault (* ca 1090); 8 (1103) Eustache de Pacy († 1136)
Fulco FitzRoy (* ca 1092), monnik in de abdij van Abingdon
Richard van Lincoln (ca 1094 – aan boord van de White Ship 25 november 1120)
Bij Sybilla Corbet
Van Sybilla van Normandië en Reginald van Dunstanville is zeker dat zij de moeder is, van de andere twee niet.

Sybilla van Normandië (1092 – 1122); 8 (ca 1107) koning Alexander I van Schotland (ca 1078 – 1124)
Reginald van Dunstanville (ca 1098 – 1175), 1e graaf van Cornwall
William FitzRoy of Constable (* voor 1105); 8 Alice (Constable) († na 1187)
Rohese (van Engeland) (* 1114); 8 Henri de la Pomeroi
Bij Edith FitzForne
Robert FitzEdith (1093 – 1172), lord Okehampton; 8 Maud d’Avranches du Sap
Adelisa of Adelheid FitzEdith
Bij Nest ferch Rhys
Henry FitzRoy († 1157)
Bij Isabella van Beaumont
Isabella Hedwig van Engeland
Matilda FitzRoy, abdis van Montvilliers (Montpiller)
Heerlijkheid:
koning van Engeland van 1100 tot 1135
Hendrik:
(1) trouwde, ongeveer 32 jaar oud, op zondag 11 november 1100 met Mathildis (eigenlijk Edith) van Schotland, 19 of 20 jaar oud. Zie 14 voor persoonsgegevens van Mathildis.
(2) trouwde, ongeveer 53 jaar oud, in 1121 met Adelheid van Leuven, ongeveer 18 jaar oud.
Notitie bij het huwelijk van Hendrik en Adelheid: Adelheid werd mecenas van de letterkunde in Engeland. Na het overlijden van Hendrik I hertrouwde zij met Willem II van Aubigny. Uit dit huwelijk kwamen wel een aantal kinderen voort en zij werd stammoeder van de graven van Arundel. Tijdens dit huwelijk werd zij een belangrijke weldoenster van kerken en abdijen. De laatste jaren van haar leven bracht zij door in de abdij van Affligem.
Adelheid is geboren omstreeks 1103 in Leuven, dochter van Godfried I met den Baard van Leuven en Ida van Chiny. Adelheid is overleden op maandag 23 april 1151 in Affligem, ongeveer 48 jaar oud.
Kinderen van Hendrik en Mathildis: zie 14.
648 Cunegundis is geboren na 1885, dochter van Heribert I van Vermandois (zie 583) en Liedgardis?. Zij is overleden op woensdag 12 december 949, minstens 936 jaar oud. Zij trouwde met Odo I. Hij is overleden.
Notitie: broer van Herman, hertog van Souabe, en zoon van Gebhard, graaf in de Wetterau en in in noordelijke Rijngouw, hertog van Lotharingen in 904, familie van de Conradingen.
Heerlijkheid:
graaf in de Wetterau
649 Lodewijk I “de Vrome" is geboren in augustus 778 in Chasseneuil bij Poitiers, zoon van Karel de Grote (zie 1) en Hildegard (Houdiard) van Vinzgau. Hij is overleden op zondag 20 juni 840 in Ingelheim, 61 jaar oud.
Notitie: Lodewijk heeft een goede opleiding gekregen en was zeer gelovig. Hij streefde er naar een goede keizer te zijn en de erfenis van zijn vader te bestendigen. Hij was de eerste Frankische heerser die bij de de regeling van de erfopvolging afweek van het Salische recht, dat eiste dat het rijk in gelijke delen onder zijn zoons zou moeten worden verdeeld. Deze praktijk leidde steevast tot jaren of zelfs generaties van oorlogen tussen de Frankische deel-koninkrijken. In plaats daarvan probeerde hij een regeling te formuleren waardoor het rijk ongedeeld zou blijven. Zijn autoriteit en zijn politieke talent waren onvoldoende om deze regeling met succes door te voeren. Doordat zijn oudste zoons en veel van de hoge edelen zich benadeeld voelden, werd het laatste decennium van zijn regering gekenmerkt door burgeroorlogen en het afbrokkelen van Lodewijks positie. Na zijn dood werd het rijk tussen zijn nog levende zoons verdeeld. Hiermee werd de basis gelegd voor de staatkundige verdeling van Europa in het latere Frankrijk, Duitsland en Italië.

Geboorte en naamgeving
Terwijl Karel de Grote in Noord-Spanje op veldtocht was, beviel zijn vrouw Hildegard, hetzij op 11 april, hetzij in juni/augustus 778 in de palts van Chasseneuil bij Poitiers van een tweeling. Na Karels terugkeer werden ze als Lodewijk en Lothar gedoopt. De Karolingische koningsnamen Karel, Karloman en Pepijn waren reeds aan Karels eerder geboren zonen vergeven, zodat men besloot terug te grijpen naar deze van de belangrijkste Merovingische koningen Chlodowech I ofte Clovis, en Chlotarius I. De kleine Lothar stierf reeds in 779, maar Lodewijk overleefde.

Koning van Aquitanië
Ten tijde van de geboorte van Lodewijk begon Karel de Grote een politiek van decentralisatie van bestuur en militair bevel vorm te geven. Doel daarvan was om in alle strategische grensgebieden een permanent aanwezige macht te hebben, onafhankelijk van de verblijfplaats van Karel zelf. Hiertoe creëerde Karel koninkrijken voor zijn zoons, die daar moesten gaan wonen en het bestuur en het militaire bevel op zich moesten nemen. Lodewijk, drie jaar oud, werd in 781 koning van Aquitanië en daarmee belast met de confrontatie met de Arabieren in Spanje, onder regentschap van een hofhouding van ervaren hovelingen, bestuurders en bevelhebbers, die zijn taken voor hem waarnamen.

Lodewijk ontving als kind goed onderwijs, hij sprak vloeiend Latijn en beheerste ook Grieks. Hij werd verder opgevoed volgens de gewoonten en wetten van Aquitanië.

In 797 verwierf Lodewijk Barcelona nadat de Arabische gouverneur van die stad in opstand was gekomen en toen zijn opstand mislukte de stad liever aan de Franken overdroeg. In 799 ging Barcelona verloren maar in 800 leidde Lodewijk met Willem met de Hoorn en zijn zoon Bera, een leger van Aquitaniërs, Basken, Visigoten (uit Septimanië en de Provence) en belegerde Barcelona, de stad valt uiteindelijk in 801. Hiermee ontstond de Spaanse Mark.

In 806 regelde Karel de Grote zijn erfenis. Volgens deze verdeling zou Karel de jongere vermoedelijk koning worden boven zijn broers en kreeg hij de kern van het rijk, Pepijn kreeg Italië en delen van Zuid-Duitsland en Lodewijk kreeg Aquitanië, een deel van Bourgondië en de Provence.

In 812 bedwong Lodewijk een Baskische opstand. Hij ging voor zijn vader minstens een keer op campagne tegen Benevento in Zuid-Italië.

Keizer
Door de dood van zijn beide oudere broers, Pepijn en Karel de Jongere, was Lodewijk de enige overgebleven erfgenaam. Op 11 september 813 kwamen de rijksgroten te Aken bijeen en waren getuige van de feestelijke verheffing van de zoon van Karel de Grote tot mederegent en exclusieve erfgenaam van het Rijk, met de daaraan verbonden konings- en keizerstitels. In 814 werd Lodewijk koning van de Franken als opvolger van zijn vader. Hij regeerde vrijwel het gehele rijk zelf, alleen Italië heeft met Bernard (zoon van Pepijn) nog een eigen koning.

Het beleid van Lodewijk werd sterk bepaald door de invloed van zijn hovelingen (waaronder veel van zijn vertrouwelingen uit Aquitanië) en zijn echtgenotes. Hij begon een intensieve periode van wetgeving en staatkundige en kerkelijke hervorming. Lodewijk verplichtte alle kloosters de leefregels van Benedictus te volgen en hij moderniseerde de rechtspraak. Hij stuurde al zijn ongetrouwde (half)zusters naar het klooster om zo machtsvorming rondom toekomstige zwagers bij voorbaat te voorkomen. Zijn onwettige halfbroers liet hij met rust maar zijn neven (behalve Bernard) dwong hij ook om in het klooster te treden, hoewel die juist bijzonder trouw waren geweest. Zijn belangrijkste raadslieden waren graaf Bernard van Septimanië en Ebbo, de zoon van zijn min en dus een soort broer, die hij in 816 aartsbisschop van Reims werd. Hij hield ook ministers van zijn vader zoals Elisachar (abt van St Maximin te Trier) en Hildebold (aartsbisschop van Keulen) aan. In 815 maakte hij zijn zoons, Lotharius en Pepijn respectievelijk gouverneur van Beieren en gouverneur van Aquitanië. In 816 tenslotte werd Lodewijk door paus Stephanus, te Reims, tot keizer van het Westen gekroond.

Opstanden en conflicten
Conflicten tussen Lodewijk en zijn zoons, en tussen de zoons onderling, worden hieronder apart behandeld.

815: een opstand van de hertog van Gascogne, maar die werd verslagen en vervangen door Wolf III Centullus van Gascogne, die in 818 op zijn beurt zou worden vervangen
816: een opstand van de Sorben en de Obodriten wordt voor een paar jaar onderdrukt.
817: Vikingen plunderden langs de Elbe
818: onderwerping van Bretagne. Vikingen plunderden langs de Loire
820: campagne tegen de Arabieren in Spanje loopt op niets uit omdat de verantwoordelijke edelen (o.a. Hugo van Tours) de expeditie traineerden. Meerdere jaren van campagnes (samen met de Dalmatiërs) tegen de Kroaten hebben een wisselend succes, maar uiteindelijk werden de Kroaten verslagen. Vikingen plunderen in Vlaanderen.
822: Lodewijk begint uit politieke overwegingen de zendingsarbeid onder de Denen. Lodewijk maakt de paus weer meer afhankelijk van de keizer.
824: Lodewijk onderwierp Bulgaarse stammen in de Pannonische laagvlakte
827: Lodewijk verloor Pannonie aan de Bulgaren. Moren belegeren Barcelona
832: Moren hielden plundertochten tot bij Marseille en in het Rhônedal

een kerkelijke feestdag in 817 in Aken, stortte een houten loopbrug tussen het paleis en de kerk in. Ook Lodewijk was op die loopbrug aanwezig maar bleef ongedeerd, hoewel er veel slachtoffers vielen. Deze gebeurtenis was voor Lodewijk een van de redenen om zijn opvolging te regelen. In het document Ordinatio Imperii benoemde hij zijn oudste zoon Lotharius tot eerste erfgenaam en medekeizer en zijn andere zoons Pepijn (Aquitanië, Gascogne, Toulouse, Carcassonne, Autun, Avallon, Nevers) en Lodewijk (Beieren en aanliggende marken) en hun neef Bernard (Italië) tot onder-koningen. Hij probeerde hiermee te bereiken dat de eenheid van zijn rijk na zijn eventueel overlijden zou worden bewaard en dat zo een burgeroorlog zou kunnen worden voorkomen. In feite heeft Lodewijk door de benoeming van koningen in grensgebieden met sterke tegenstanders teruggegrepen op de staatsinrichting van Karel de Grote :

Pepijn tegen de Arabieren in Spanje
Bernard tegen de Arabieren en het Byzantijnse Rijk in Italië
Lodewijk tegen de Avaren en andere volken uit Oost-Europa

Opstand van Bernard
Bernard vond dat zijn positie door de Ordinatio Imperii was verzwakt en was bang dat hij uiteindelijk in een ondergeschikte positie ten opzichte van de zoons van Lodewijk zou worden gedwongen. Aan zijn hof werden wilde plannen gemaakt over een onafhankelijk koninkrijk en hij stuurde troepen om de Alpenpassen te bezetten. Lodewijk trok met zijn leger naar Chalon-sur-Saône en nodigde Bernard uit hem daar te bezoeken. Toen bleek dat een aantal van zijn belangrijke edelen een opstand niet zouden steunen, had Bernard geen keuze dan te gaan en zich uiteindelijk over te geven. Hij werd ter dood veroordeeld, maar daarna begenadigd. Wel werden zijn ogen uitgestoken. Nadat deze straf in Aken onoordeelkundig was uitgevoerd, stierf Bernard alsnog na twee dagen van ondragelijk lijden. Bisschop Theodulf van Orléans, een van de grootste geleerden van het rijk, werd van medeplichtigheid beschuldigd en opgesloten in een klooster, waar hij korte tijd later onder verdachte omstandigheden overleed. Het lot van Bernard en Theodulf bezorgde Lodewijk een groot schuldgevoel, dat hem de rest van zijn leven zou belastten. Hij zou de dood van zijn vrouw in 818 zien als een straf van god, hoewel er ook geruchten waren dat Ermengarde zelf de hand in de dood van Bernard had gehad.

In reactie op de opstand van Bernard dwong Lodewijk zijn halfbroers om toe te treden tot de geestelijkheid. In 822 deed Lodewijk voor zijn hof en voor de paus een publieke schuldbekentenis, waar hij de verantwoordelijkheid voor de dood van Bernard op zich nam. Hij beleed daarbij ook een aantal andere fouten en zonden. Dit was slecht voor zijn prestige onder de edelen. Hij liet zijn neven toen weer uit het klooster en gaf ze weer functies aan het hof.

Crisis (829 - 835)
Op aandringen van zijn tweede echtgenote, Judith benoemde Lodewijk in 829 hun zoon Karel tot hertog (niet koning, dus formeel geen inbreuk op de Ordinatio Imperii) van Alemannië (Elzas, Zwaben, Raetië en een deel van Bourgondië). Dit ging natuurlijk ten koste van het erfdeel van Lotharius. Op aandrang van Wala, een van de neven van Lodewijk, die weer uit het klooster was gelaten, en andere edelen die waren verdrongen door gunstelingen van Judith, begonnen de broers Lotharius, Pepijn en Lodewijk een opstand tegen hun vader en vooral ook tegen de invloed, die Judith op Lodewijk had. Ebbo en Hildwin steunden de opstand net als een aantal bisschoppen. Bernard van Septimanië, de belangrijkste hoveling en een bondgenoot van Judith, werd beschuldigd van overspel met Judith - hij zou misschien zelfs de vader van Karel zijn.

In 830 overtuigde Wala Pepijn van het gevaar van Bernard van Septimanië. Pepijn trok met een leger naar Parijs en ontmoette met zijn leger Lodewijk de Duitser even ten noorden van Parijs. Lodewijk de Vrome keerde terug van weer een campagne tegen Bretagne (juist begonnen om door een externe vijand te bestrijden de eenheid te bewaren) en ging naar Compiègne. Daar werd hij door Pepijn gevangengenomen. Judith werd in Poitiers gevangengezet en Bernard van Septimanië vluchtte naar Barcelona. Lotharius trok in 831 met een groot leger naar het noorden en riep in Nijmegen een rijksdag bijeen. Maar Lodewijk de Vrome had Pepijn en Lodewijk de Duitser een groter deel in de erfenis beloofd en ook de lokale edelen bleven trouw aan Lodewijk de Vrome. Op de rijksdag moesten de zoons hun vader weer als koning erkennen. Lotharius werd begenadigd maar werd wel naar Italië verbannen. Judith moest een eed zweren dat zij onschuldig was. Wala en andere belangrijke edelen en geestelijken die achter de opstand zaten werden verbannen. Het gebied van Pepijn werd uitgebreid tot aan de Somme. Het gebied van Lodewijk de Duitser werd uitgebreid tot aan de Rijn. Karel kreeg het tussenliggende gebied van de Moezel tot aan de Provence. Lotharius hield alleen Italië over.

In 832 werd Pepijn aan het hof ontboden, waar hij kil werd ontvangen, als gevolg waarvan hij het hof zonder toestemming van zijn vader verliet. Lodewijk de Vrome was bang voor een opstand en stuurde een leger naar Aquitanië. Ondertussen trok Lodewijk de Duitser Schwaben (wat volgens de regeling van 831 binnen zijn gebied viel) binnen met Slavische bondgenoten. Lodewijk de Vrome onderwierp Lodewijk de Duitser bij Augsburg en Pepijn bij Limoges. Hij was zo boos dat hij Pepijn en Lodewijk al hun gebieden ontnam. Vervolgens benoemde hij Karel tot koning van Aquitanië en wees de rest van het keizerrijk aan Lotharius toe. Die koos echter voor een machtsgreep, verbond zich met Pepijn en Lodewijk de Duitser en marcheerde in 833 naar het noorden. De legers van Lodewijk de Vrome aan de ene kant en de drie opstandige broers aan de andere kant, ontmoetten elkaar bij Colmar. Er werd dagenlang onderhandeld maar ondertussen hadden de broers, met hulp van de paus, een deel van het leger van Lodewijk omgekocht of overgehaald om hun kant te kiezen. Lodewijk beval zijn resterende troepen uiteindelijk om niet meer te vechten om een kansloos bloedbad te voorkomen, en werd gevangengenomen en opgesloten in de Sint-Medardusabdij te Soissons. De plaats van de veldslag, die niet doorging, ging de geschiedenis in als het Lügenfeld (niet van leugen, maar van lueg - hinderlaag - die de drie zoons hier tegen hun vader gespannen hadden door zijn soldaten om te kopen). Karel de Kale werd opgesloten in de abdij van Prüm en Judith in Tortona. Lodewijk de Vrome werd door een synode (onder voorzitterschap van Ebbo) in Soissons afgezet en moest te Compiègne een openbare schuldbekentenis doen. Hij werd in Reims symbolisch van de drempel van de kerk verbannen.

Lodewijk de Duitser (inmiddels getrouwd met een zuster van Judith) begon onder invloed van zijn familie en schoonfamilie weer toenadering tot Lodewijk de Vrome te zoeken. Uit boosheid over het gedrag van Lotharius en de vernedering van Lodewijk de Vrome kozen ook steeds meer edelen in Neustrië en Austrasië de kant van Lodewijk de Vrome. Lotharius werd gedwongen om zich terug te trekken op Bourgondië. In 834 wilde Lotharius de situatie van de Ordinatio Imperii van 817 herstellen, waarbij hij als keizer dus boven zijn broers zou staan. Pepijn en Lodewijk waren hier niet van gediend, want zij wilden vasthouden aan de verdeling van 831 (zonder Karel) en als zelfstandige koningen regeren, zij verdreven Lotharius naar Italië en maakten hun vader weer keizer. In 835 verloren de belangrijkste partijgangers van Lotharius hun ambten en een aantal van hen overleed tijdens een epidemie in Italië.

De crisis was voorbij, maar Lodewijk zou de rest van zijn regering voortdurend in conflict blijven met zijn zoons.

De laatste jaren
De laatste jaren van het bewind van Lodewijk werden gekenmerkt door steeds wisselende allianties met zijn zonen, waarbij die geregeld titels en gebieden kregen en weer kwijtraakten. Ook in deze jaren vonden gewapende confrontaties met zijn zoons plaats. De aanvallen van de Vikingen werden heftiger.

836 - Vikingen plunderden Utrecht en Antwerpen.
837 - Vikingen veroverden Nijmegen, maar werden door Lodewijk de Vrome verjaagd. Karel werd tot koning van Alemannië en Bourgondië gekroond. Dit ging vooral ten koste van Lodewijk de Duitser, die prompt in opstand kwam. Lodewijk de Vrome gaf in reactie alle gebieden van Lodewijk de Duitser behalve Beieren aan Karel.
838 - Vrede met de Vikingen. Lodewijk de Vrome beval de bouw van een Noordzee-vloot en stelde gezanten aan voor Friesland. Na het overlijden van Pepijn benoemde Lodewijk Karel ook tot koning van Aquitanië maar de edelen kozen Pepijns zoon: Pepijn II. Lodewijk dreigde met een aanval.
839 - Lodewijk de Duitser viel Schwaben binnen, Pepijn II trok naar de Loire. De Vikingen vielen Friesland binnen en plunderden Dorestad. Lotharius koos door bemiddeling van Judith nu de kant van Lodewijk de Vrome. Pepijn II werd verslagen en onterfd.
840 - Karel werd erkend als koning van Aquitanië. Lodwijk dreef Lodewijk de Duitser terug tot aan de Oostmark. Het keizerrijk werd door Lodewijk opnieuw verdeeld: Karel kreeg Neustrië en Aquitanië, Lodewijk de Duitser kreeg Beieren en de rest van het rijk was voor Lotharius.
Op 20 juni 840 overleed Lodewijk na een ziekte in de palts van Ingelheim, op een eiland in de Rijn. Lodewijk ligt begraven in de abdij van St Arnulph te Metz. Na drie jaar van spanning en strijd zouden zijn zoons uiteindelijk zelf bepalen hoe het rijk werd verdeeld.

Karolingische muntslag
De gebruikelijke munteenheid was de denier, ook wel Penning genoemd. De voorkant laat meestal een kruis zien, de achterkant een tempeltje. De zilveren denier (denarius) is al tijdens de Romeinse Republiek, dat wil zeggen, vanaf 223 v.Chr., in gebruik geweest. De ondergang van het West-Romeinse Rijk in 476 n.Chr. betekende ook het verdwijnen van de denarius. De vader van Lodewijk, Karel de Grote herintroduceerde de penning. De muntslag van Lodewijk de Vrome vond onder andere plaats in Utrecht, Dorestad en mogelijk Deventer.

Karakteristiek voor Lodewijk de Vrome is het randschrift "XPISTIANA RELIGIO".
Heerlijkheid:
koning van Aquitanië, keizer en mederegent
Hij:
(1) begon een relatie, ten hoogste 16 jaar oud, vóór 794 met ???. Zij is overleden.
(2) trouwde, ongeveer 16 jaar oud, omstreeks 794 met Irmingard van Haspengouw, ongeveer 14 jaar oud. Zij is geboren omstreeks 780, dochter van Ingram van Haspengouw. Zij is overleden op zondag 3 oktober 818, ongeveer 38 jaar oud.
(3) trouwde, 40 jaar oud, in februari 819 in Aken (D) met Judith van Beieren - Welf, ongeveer 19 jaar oud. Judith is geboren omstreeks 800, dochter van Welf I van Argengouw en Heilwich Van Saksen. Judith is overleden op donderdag 19 april 843 in Tours (Indre-et-Loire), ongeveer 43 jaar oud.
Heerlijkheid:
Keizerin
Kind van Lodewijk I “de Vrome" uit onbekende relatie:
1 Arnulf, graaf van Sens. Hij is overleden omstreeks 794.
Kind van Lodewijk I “de Vrome" en Irmingard van Haspengouw:
2 Lotharius I, geboren omstreeks 795. Volgt 650.
Kinderen van Lodewijk I “de Vrome" en Judith:
3 Gisela, geboren omstreeks 821. Volgt 651.
4 Karel II “de Kale” van Francië, geboren op zaterdag 13 juni 823 in Frankfurt am Main. Volgt 654.
650 Lotharius I is geboren omstreeks 795, zoon van Lodewijk I “de Vrome" (zie 649) en Irmingard van Haspengouw. Hij is overleden op zondag 29 september 855 in abdij te Prum, ongeveer 60 jaar oud. Hij is begraven in de kerk van Saint-Sauveur (abdij te Prum).
Notitie: koning der Franken en Lombarden, geb. ca. 795, overl. in de abdij te Prum in de nacht van 28 op 29 sept. 855, begr. in de kerk van Saint-Sauveur van deze abdij. Aangesteld tot (onder)koning in Beieren 814; bij de Ordinatio lmperii als opvolger aangewezen en door zijn vader tot keizer gekroond Aken juli 817; bestuurt Italië sinds de herfst van 822; wordt (als ‘Festkrönung’) nogmaals tot keizer gekroond door paus Paschalis I Rome Pasen (8.4.)823 en regelt het bestuur van de Kerkelijke Staat, als onderdeel van het rijk, via de Constitutio Romana; feitelijk mede-regent van zijn vader van 825 tot aug. 829 wanneer deze samenwerking door diens begunstiging van Karel de Kale abrupt eindigt en hij terugkeert naar Italië; keert zich (na diverse, kortstondige verzoeningen) echter samen met zijn broers Pippijn en Lodewijk tegen hun vader begin 833, die nadat zijn leger op het ‘Leugenveld’ bij Colmar naar hen is overgelopen zich door hen gevangen laat nemen en die hij nadien feitelijk laat afzetten (Compiègne; Sois-sons); houdt ook nadien zijn vader in Aken gevangen en beperkt (strevend naar volle uitvoering van de Ordinatio Imperii) invloed en machtsgebied van zijn broers, waarop deze alsnog de kant van hun vader kiezen; verliest een reeks gevechten tegen hen en wordt wederom op Italië beperkt herfst 834; verzoent zich opnieuw met zijn vader op de rijksdag van Worms juni 839 en wordt op diens sterfbed tot opvolger gedesigneerd; verlaat Italië en herneemt de suprematie over zijn broers naar de (nooit opgeheven) Ordinatio, maar verliest een uiterst bloedige veldslag tegen hen bij Fontenoy (bij Auxerre) 25-6-841, hetgeen als
een godsoordeel voor een wezenlijke rij ksdeling wordt gezien ten gunste van zijn broers Lodewijk ‘de Duitser’ en Karel ‘de Kale’, die hun bondgenootschap bevestigen door in de wederzijdse talen voor hun aanhang afgelegde eden bij Straatsburg 14.2.842; sluit na langdurige onderhandelingen met hen het verdelingsverdrag van Verdun aug. 843, waarbij hij bij zijn langgerekte middenrijk wel de keizerstitel behoudt, maar daaraan geen suprematie over het West- en Oostfrankische rijk zal kunnen ontlenen; proclameert met beide broers in ‘fraternitas’ te zullen regeren Thionville okt. 844, maar krijgt een heftig geschil met Karel wanneer diens vazal Giselbert zijn dochter ontvoert 846, waarna pas vrede gesloten wordt (met legitimatie van het voltrokken huwelijk) Péronne jan. 849; verdeelt, ziek geworden, zijn rijk over zijn drie zoons; treedt in het klooster te Prüm 23.9, overl. 29.9.855 en begraven aldaar
Voorts had hij voor april 851 een relatie met Doda, overl. na 9.7.855, van onbekende herkomst en tussen 851 en 853 met een onbekende vrouw.
Heerlijkheid:
koning der Franken en Lombarden
Hij trouwde, ongeveer 26 jaar oud, in oktober 821 met Ermengard. Zij is een dochter van Hugo graaf van Tours en Ava. Zij is overleden op vrijdag 20 maart 851.
Notitie: sticht uit haar morgengave het klooster Erstein

Geen opmerkingen:

Een reactie posten