vrijdag 26 augustus 2011

Nazaten van Karel de Grote I tot (1500)

1481 Michelle van Valois is geboren op maandag 11 januari 1395 in Parijs, dochter van Karel VI de Waanzinnige (Charles le Fou) Van Frankrijk (zie 1478) en Isabella van Beieren-Ingolstadt. Michelle is overleden op woensdag 8 juli 1422 in Gent, 27 jaar oud.
Heerlijkheid:
Gravin van Vlaanderen
Michelle trouwde, 13 of 14 jaar oud, in 1409 met Filips III (Filips de Goede) van Bourgondië, 12 of 13 jaar oud. Zie 39 voor persoonsgegevens van Filips.

1482 Lodewijk Van Guyenne is geboren op maandag 22 januari 1397 in Parijs, zoon van Karel VI de Waanzinnige (Charles le Fou) Van Frankrijk (zie 1478) en Isabella van Beieren-Ingolstadt. Lodewijk is overleden op woensdag 18 december 1415 in Parijs, 18 jaar oud.
Notitie bij Lodewijk: Door het overlijden van zijn oudere broers werd hij in 1398 dauphin van Frankrijk, maar stierf op zijn beurt in 1415
Lodewijk trouwde, 15 jaar oud, op woensdag 31 augustus 1412 in Parijs met Margaretha van Bourgondië, 18 of 19 jaar oud. Zie 28 voor persoonsgegevens van Margaretha.

1483 Jan van Touraine is geboren op zaterdag 31 augustus 1398, zoon van Karel VI de Waanzinnige (Charles le Fou) Van Frankrijk (zie 1478) en Isabella van Beieren-Ingolstadt. Jan is overleden op zondag 4 april 1417, 18 jaar oud.
Notitie bij Jan: In 1406 werd hij uitgehuwelijkt aan Jacoba van Beieren, erfgename van Henegouwen, Zeeland en Holland. Hij verbleef veel bij zijn schoonmoeder in het kasteel van Le Quesnoy, waar hij veilig was en ver weg van het tumult aan het koninklijk hof. Het huwelijk werd in 1415 geconsummeerd. Hij stierf in 1417. Geruchten over zijn vergiftiging werden door Jan zonder Vrees verspreid. Andere bronnen spreken over middenoorontsteking en afgeknelde luchtwegen.


Heerlijkheid:
Hij was hertog van Touraine, hertog van Berry en graaf van Poitiers. In 1415 werd hij dauphin , nadat drie oudere broers overleden waren
Jan trouwde, ongeveer 19 jaar oud, omstreeks 1417 in Den Haag met Jacoba van Beieren, ongeveer 16 jaar oud. Zie 721 voor persoonsgegevens van Jacoba.

1484 Catharina van Valois is geboren op donderdag 27 oktober 1401 in Parijs, dochter van Karel VI de Waanzinnige (Charles le Fou) Van Frankrijk (zie 1478) en Isabella van Beieren-Ingolstadt. Catharina is overleden op donderdag 3 januari 1437 in Londen, 35 jaar oud.
Notitie bij Catharina: In 1420 werd ze uitgehuwelijkt aan Hendrik V van Engeland als gevolg van het Verdrag van Troyes, een regeling na de Slag bij Azincourt (1415). Haar oudere zuster, Isabella van Valois, was de oorspronkelijke kandidate, maar deze had geweigerd.

Na de plotselinge dood van Hendrik V in 1422 werd Catharina verbannen uit het hof. De regenten hielden haar weg van haar negen maanden oude zoontje, die als Hendrik VI zijn vader was opgevolgd. Ze troostte zich bij Owen Tudor, een Welshe hofmeester die later de stichter van het huis Tudor zou gaan worden. Hoewel Catharina officieel verboden werd om opnieuw te trouwen was de Engelse overheid niet geïnteresseerd in het opleggen van deze regel aan haar en waarschijnlijk is ze in het geheim getrouwd met Owen Tudor, van wie ze minstens vier kinderen kreeg.

Hun dochter stierf jong en hun zoon Owen werd monnik. De andere twee zonen, Edmund en Jasper Tudor, zouden een grote rol spelen in de toekomst van de Engelse monarchie. Catherine stierf in het kraambed op 3 januari 1437 in Londen, en werd begraven in de abdij van Westminster. Haar man Owen Tudor leefde tot in 1461, toen hij werd geëxecuteerd door de Yorkisten na het Gevecht van het Mortimerkruis. Hun zoon Edmund zou de vader van de toekomstige koning Hendrik VII van Engeland worden.
Catharina:
(1) trouwde, 18 jaar oud, op zondag 2 juni 1420 met Hendrik V Van Engeland, 32 jaar oud. Hendrik is geboren op donderdag 29 augustus 1387 in Monmouth, zoon van Hendrik IV Van Engeland en Maria van Bohun. Hendrik is overleden op maandag 31 augustus 1422 in Bois de Vincennes, 35 jaar oud.
Notitie bij Hendrik: Na het overlijden van zijn vader op 20 maart 1413, volgde Hendrik hem op als koning van Engeland. Hij werd op 9 april 1413 in Westminster Abbey gekroond.

Drie problemen wachtten op oplossing door de jonge vorst:

herstel van de binnenlandse orde;
optreden in een kerkelijk schisma;
herstel van het geschonden prestige in de Honderdjarige Oorlog.
Hendrik pakte alle problemen in een keer aan. Vanaf het begin maakte hij duidelijk dat hij over een verenigd Engeland wenste te heersen en dat oude geschillen moesten worden vergeten.

Nadat hij een opstand van de Lollards (of Lollarden, een radicale afsplitsing van de beweging van John Wyclif) onder John Oldcastle had onderdrukt, trok hij naar Frankrijk. Op 25 oktober 1415 behaalde hij een grote overwinning bij Azincourt. In oktober 1416 erkende Jan zonder Vrees, de hertog van Bourgondië, hem als koning van Frankrijk.

In augustus 1417 keerde Hendrik terug naar Frankrijk en veroverde hij stelselmatig Normandië. Na de dood van Jan zonder Vrees bemiddelde diens zoon Filips de Goede tussen Hendrik en de Franse koning Karel VI. Op 21 mei 1420 sloten de Engelse en de Franse koning het Verdrag van Troyes. Karels dochter werd Hendrik ten huwelijk gegeven; deze werd als Franse kroonprins erkend en kreeg alvast samen met Filips de Goede het bewind in Frankrijk in handen. Tijdens de strijd tegen de kroonprins, de latere Karel VII, werd Hendrik ziek en overleed onverwachts op 31 augustus 1422 in Bois de Vincennes, bij Parijs, waarschijnlijk ten gevolge van dysenterie.

Hendrik V wordt beschouwd als een bekwaam koning. Hij hield van sport en had belangstelling voor culturele zaken. Hij ligt begraven in Westminster Abbey.

Hendrik werd opgevolgd door zijn zoon Hendrik VI.
Titel:
van 1413 tot 1422 koning van Engeland
(2) trouwde, minstens 21 jaar oud, na 1422 met Owen (of Owain) Tudor, minstens 22 jaar oud. Owen is geboren omstreeks 1400. Owen is overleden op maandag 2 februari 1461 in Hereford, ongeveer 61 jaar oud.
Notitie bij Owen: Owen Tudor en Catherine van Valois zouden samen minstens vier kinderen hebben gehad, inclusief Jasper Tudor en Edmund, die uiteindelijk de vader van Koning Hendrik VII van Engeland zou worden. Aan het einde van zijn leven vocht hij voor de Lancasters tijdens de Rozenoorlog en in de Slag van het Mortimerkruis. Dit gevecht liep echter rampzalig af voor de Lancasters en Owen Tudor werd gevangengenomen en onthoofd.
Functie:
was een Welshe soldaat en hofmeester (stichter van de Tudor-dynastie)
Kind van Catharina en Hendrik:
1 Hendrik VI Van Engeland, geboren op zaterdag 6 december 1421 in bij Windsor. Volgt 1485.
Kinderen van Catharina en Owen:
2 Jasper Tudor. Jasper is overleden.
3 Edmund Tudor, geboren in 1430 in Hertfordshire) of in Hadham (Bedfordshire). Volgt 1487.

1485 Hendrik VI Van Engeland is geboren op zaterdag 6 december 1421 in bij Windsor, zoon van Hendrik V Van Engeland en Catharina van Valois (zie 1484). Hendrik is overleden op maandag 20 mei 1471 in Londen, 49 jaar oud.
Notitie bij Hendrik: Hendrik was het enige kind en dus de erfgenaam van koning Hendrik V van Engeland. Zijn vader stierf toen hij nog maar enkele maanden oud was; zijn moeder, Catharina van Valois, was van Franse afkomst en slechts 20 jaar oud. Vanwege haar nationaliteit mocht zij zich nauwelijks bemoeien met de opvoeding van haar zoon. Regenten voerden in zijn naam het bewind.

Hendriks halfbroers, Edmund en Jasper, kinderen uit het tweede huwelijk van zijn moeder, kregen later de titel van graaf. Edmund werd de vader van Henry Tudor, de latere koning Hendrik VII van Engeland. Hendrik werd op 6 november 1429 gekroond in Westminster Abbey. Hij was toen 8 jaar oud. Hij werd gekroond als koning van Frankrijk op 16 december 1431 in de Notre Dame in Parijs. Hij nam echter zelf pas de regering op zich toen hij meerderjarig werd in 1437.

In het begin van zijn regeringsperiode waren de machtigste regenten zijn ooms Jan van Bedford en Humphrey van Gloucester. Jan stierf in 1435; Humphrey werd beschuldigd van verraad en waarschijnlijk vermoord in 1447. Als gevolg van zijn successen in de Honderdjarige Oorlog had Hendrik V grote gebieden verworven in Frankrijk, maar tijdens de regering van zijn zoon zou dit gebied grotendeels verloren gaan. Hendrik VI was gericht op het geestelijke en ontbeerde de wereldlijke wijsheid om effectief te regeren. Zijn vrouw, Margaretha van Anjou (een kleindochter van Margaretha van Beieren), met wie hij in 1445 trouwde, was op dit punt bekwamer. Toen hun eerste en enige kind Eduard in 1453 werd geboren had de koning al een geestelijke inzinking gehad, en gingen er geruchten dat het kind niet van hem was. Na een hevige strijd tussen de huizen Lancaster en York, die elkaar de troon betwistten, werd Hendrik op 4 maart 1461 afgezet door zijn neef, die hem opvolgde als koning Eduard IV van Engeland.

Koningin Margaretha was echter vastbesloten namens haar man en haar zoon de troon te heroveren. Hiertoe sloot zij een verbond met Richard Neville, graaf van Warwick, die in onmin leefde met de nieuwe koning. Hij huwelijkte zijn dochter uit aan de Prins van Wales, bestreed en versloeg York en herstelde het koningschap van Hendrik VI op 30 oktober 1470. Dit duurde echter niet lang: Warwick verklaarde de oorlog aan Bourgondië, dat vervolgens steun verleende aan Eduard IV om de troon te heroveren. Hendrik VI werd gevangengezet in de Tower of London, waar hij waarschijnlijk werd vermoord, omstreeks mei 1471. Richard, hertog van Gloucester, de latere Richard III, wordt wel genoemd als dader, maar dit wordt onwaarschijnlijk geacht. Hendrik werd begraven in Chertsey Abbey. Later werd zijn lichaam overgebracht naar Windsor Castle en vervolgens naar Westminster Abbey. Hij werd opgevolgd door Eduard IV.
Titel:
van 1422 tot 1461 koning van Engeland van 1422 tot 1461 (en van 1470 tot 1471)
Hendrik trouwde, 24 of 25 jaar oud, in 1446 met Margaretha van Anjou, 15 of 16 jaar oud. Margaretha is geboren op donderdag 23 maart 1430 in Pont-à-Mousson. Margaretha is overleden op zondag 25 augustus 1482 in Anjou, 52 jaar oud.
Notitie bij Margaretha: Margaretha speelde een politieke en militaire belangrijke rol tijdens de Engelse Rozenoorlogen. Zij bekampte zonder ophouden en hardnekkig haar tegenstander Richard van York en trachtte zonder succes haar zoon Eduard op de Engelse troon te krijgen. Zij behaalde een belangrijke overwinning in de slag bij Wakefield in 1460, waarna Richard van York werd terechtgesteld. In 1461 leed zij echter een nederlaag in de slag bij Towton. Margaretha werd na de slag Tewkesbury van 1471 tenslotte opgesloten in het kasteel van Wallingford en vervolgens in de Tower of London, waar zij in 1475 werd vrijgelaten door tussenkomst van de Franse koning.
Kind van Hendrik en Margaretha:
1 Eduard van Westminster, geboren op zaterdag 13 oktober 1453 in Palace of Westminster. Volgt 1486.

1486 Eduard van Westminster is geboren op zaterdag 13 oktober 1453 in Palace of Westminster, zoon van Hendrik VI Van Engeland (zie 1485) en Margaretha van Anjou. Eduard is overleden op zaterdag 4 mei 1471 in Slag van Tewkesbury, 17 jaar oud.
Notitie bij Eduard: Na de overwinning van het Huis York verliet hij in 1463 samen met zijn moeder Engeland. Hij kwam om tijdens of vlak na de slag bij Tewkesbury.
Eduard trouwde met Anne Neville. Anne is geboren op vrijdag 11 juni 1456 in Warwick. Anne is overleden op woensdag 16 maart 1485 in Westminster, 28 jaar oud.
Notitie bij Anne: Zij was een dochter van Richard Neville, graaf van Warwick, en van Anna Beauchamp. In 1471 werd zij uitgehuwelijkt aan Eduard van Westminster, zoon van Hendrik VI van Engeland. Na diens dood hertrouwde zij met de latere Richard III van Engeland, en werd de moeder van Eduard van Middleham (1473-1485).

1487 Edmund Tudor is geboren in 1430 in Hertfordshire) of in Hadham (Bedfordshire), zoon van Owen (of Owain) Tudor en Catharina van Valois (zie 1484). Edmund is overleden op maandag 1 november 1456 in Carmarthen Castle (Zuid-Wales), 25 of 26 jaar oud.
Notitie bij Edmund: Zijn halfbroer Hendrik VI van Engeland, maakte hem tot graaf van Richmond. In 1455 huwde hij met Margaret Beaufort en hij werd postuum de vader van Hendrik VII. Edmund werd bij het begin van de Rozenoorlog gevangengenomen en vergiftigd door aanhangers van het Huis York.
Edmund trouwde met Margareth Beaufort. Margareth is geboren op vrijdag 31 mei 1443 in Bletsoe. Margareth is overleden op vrijdag 29 juni 1509 in Londen, 66 jaar oud.
Notitie bij Margareth: Zij was gehuwd met:

John de la Pole, zoon van Willem de la Pole, (huwelijk geannuleerd)
Edmund Tudor
Henry Stafford (1447-1471)
Thomas Stanley.
Zij werd de moeder van Hendrik VII, met haar tweede echtgenoot Edmund Tudor, Edmund werd bij het begin van de Rozenoorlog gevangengenomen en vergiftigd door aanhangers van het Huis York.
Kind van Edmund en Margareth:
1 Hendrik VII Van Engeland, geboren op vrijdag 28 januari 1457 in Pembroke (Wales). Volgt 1488.

1488 Hendrik VII Van Engeland is geboren op vrijdag 28 januari 1457 in Pembroke (Wales), zoon van Edmund Tudor (zie 1487) en Margareth Beaufort. Hendrik is overleden op zaterdag 21 april 1509 in Hampton Court Palace (Richmond upon Thames), 52 jaar oud.
Notitie bij Hendrik: Hij was de stichter van de Tudor-dynastie en wordt algemeen erkend als een succesvol vorst.

Henry Tudor was een zoon van Edmund Tudor (-1456), halfbroer van koning Hendrik VI van Engeland. Zijn moeder was Margaret Beaufort, een afstammeling van koning Eduard III. Van zijn vader erfde hij de titel Graaf van Richmond, van zijn moeder de twijfelachtige aanspraak op de troon. Hij werd geboren in Pembroke in Wales maar groeide op in ballingschap in Bretagne, waarheen hij gevlucht was voor de koningen uit het Huis York.

Na het mislukken van de opstand van zijn neef, de hertog van Buckingham, werd Hendrik VII de belangrijkste mededinger voor het huis Lancaster. Met steun van de schoonfamilie van de overleden koning Eduard IV (York), landde hij met zijn strijdkrachten in Wales en trok Engeland binnen. Daar beslisten de strijdkrachten van Lancaster de slag tegen York onder Richard III in hun voordeel in de Slag bij Bosworth in 1485. Deze overwinning markeerde het eind van de al lang lopende Rozenoorlogen (Wars of the Roses) tussen de huizen Lancaster en York. Hendriks aanspraak op de troon was vaag en gebaseerd op een geschiedenis van onwettige opvolging. Dit vormde echter geen bezwaar: in de praktijk kon het parlement het koningschap verlenen aan wie het wilde.

Na de lange burgeroorlog was Hendriks eerste zorg zijn macht definitief te vestigen en andere pretendenten te ontmoedigen. Hij wist dit te bereiken door o.a. een verdeel-en-heers-politiek waarmee hij de macht van de adel wist te ondermijnen. Ook trouwde hij met Elizabeth van York, dochter en erfgename van koning Eduard IV. Hiermee verenigde hij de twee huizen en versterkte hij zijn aanspraken vanwege haar afstamming.

Hendriks politiek was erop gericht om zowel de vrede te bewaren als economische voorspoed te bewerkstelligen. Tot op zekere hoogte slaagde hij hierin. Hij was niet oorlogszuchtig en probeerde dan ook niet de Franse gebiedsdelen te heroveren die onder zijn voorgangers verloren waren gegaan. Hij sloot zelfs een verdrag met Frankrijk (het verdrag van Stapel) dat financieel voordelig was voor Engeland. Om zijn positie te versterken subsidieerde hij de scheepsbouw, waardoor de zeemacht werd versterkt en de handelspositie verbeterd. Ook vergaarde hij een persoonlijk kapitaal, dat door zijn zoon en opvolger Hendrik VIII weer snel opgesoupeerd zou worden. Hendrik sloot ook een verbond met Spanje via het huwelijk van zijn zoon Arthur met Catharina van Aragon, met Schotland via het huwelijk van zijn dochter Margaretha met koning Jacobus IV van Schotland en met het Duitsland van keizer Maximiliaan I. In 1502 en 1503 werd Hendrik getroffen door een drietal tegenslagen, die hij nooit meer geheel te boven zou komen: zijn erfgenaam, de pasgetrouwde Arthur, stierf in een epidemie, enkele maanden later gevolgd door zijn vrouw, die stierf in het kraambed. Zijn jongste kind stierf ook, binnen een dag na de geboorte. Aangezien hij wilde voorkomen dat de onderhandelingen die hadden geleid tot het huwelijk van zijn zoon met Catharina van Aragon teniet zouden worden gedaan, wist hij dispensatie te verkrijgen voor een huwelijk tussen haar en zijn jongere zoon Hendrik, die hem in 1509 opvolgde.

Hendrik VII is begraven in Westminster Abbey.
Titel:
van 22-?-1485 tot 21-04-1509 koning van Engeland
Hendrik trouwde, 28 of 29 jaar oud, in 1486 met Elizabeth van York, 19 of 20 jaar oud. Elizabeth is geboren op dinsdag 11 februari 1466 in Westminster. Elizabeth is overleden op zaterdag 11 februari 1503 in Richmond Palace, 37 jaar oud.
Kinderen van Hendrik en Elizabeth:
1 Arthur Tudor, geboren op dinsdag 19 september 1486 in Winchester. Volgt 1489.
2 Margaretha Tudor, geboren op zondag 29 november 1489. Volgt 1490.
3 Hendrik VIII Van Engeland, geboren op dinsdag 28 juni 1491 in Greenwich. Volgt 1507.
4 Elizabeth Tudor, geboren op maandag 2 juli 1492. Elizabeth is overleden op maandag 14 september 1495, 3 jaar oud.
Notitie bij Elizabeth: Elizabeth zou worden uitgehuwelijkt aan Frans I van Frankrijk, maar zij stierf al in 1495 aan atrofie.
5 Maria Tudor, geboren op vrijdag 18 maart 1496. Volgt 1509.
6 Edmund Tudor, geboren op donderdag 21 februari 1499. Edmund is overleden op maandag 15 juni 1500, 1 jaar oud.
Notitie bij Edmund: Bij zijn geboorte in 1499 werd hij hertog van Somerset, maar hij stierf al in 1500.
7 Catharina Tudor, geboren op donderdag 2 februari 1503. Catharina is overleden.
Notitie bij Catharina: Zij stierf kort na haar geboorte. Elizabeth van York, haar moeder, was nog steeds depressief doordat vlak voor haar zwangerschap haar oudste zoon, de kroonprins Arthur, was overleden en kreeg, zowel lichamelijk als geestelijk in slechte conditie zijnde, een infectie na de bevalling en overleed negen dagen na haar baby op haar zevenendertigste verjaardag.

Catharina’s oudere broer Hendrik zou later als Hendrik VIII de troonopvolger zijn en haar zuster Maria Tudor zou koningin van Frankrijk worden.

1489 Arthur Tudor is geboren op dinsdag 19 september 1486 in Winchester, zoon van Hendrik VII Van Engeland (zie 1488) en Elizabeth van York. Arthur is overleden op zaterdag 2 april 1502 in Ludlow (Shropshire), 15 jaar oud.
Notitie bij Arthur: Hij huwde in 1501 met Catharina, dochter van Ferdinand II van Aragon, maar hij overleed het jaar nadien aan de zweetziekte, zonder kinderen na te laten, waardoor zijn broer Hendrik troonopvolger werd. Hendrik huwde met zijn weduwe.
Arthur trouwde, 15 jaar oud, op zondag 14 november 1501 met Catharina van Aragon, 15 jaar oud. Zie 1599 voor persoonsgegevens van Catharina.

1490 Margaretha Tudor is geboren op zondag 29 november 1489, dochter van Hendrik VII Van Engeland (zie 1488) en Elizabeth van York. Margaretha is overleden op dinsdag 18 oktober 1541, 51 jaar oud.
Notitie bij Margaretha: Margaretha Tudor huwde op 8 augustus 1503 in het Holyrood House met Jacobus IV, koning van Schotland van 1488 tot zijn dood bij de Slag bij Flodden op 9 september 1513. Dit huwelijk legde de basis voor de vereniging van Engeland en Schotland in 1603 na de dood van Elizabeth I. Ze kregen vijf kinderen, maar alleen hun zoon Jacobus overleefde de kindertijd. Hij was koning van 1513 tot 1542 maar werd pas in 1524 op elfjarige leeftijd gekroond; tot die tijd was zijn moeder regentes. Jacobus V was tevens de vader van Maria I Stuart, koningin van Schotland van 1542 tot 1567.

Op 6 augustus 1514 hertrouwde Margaretha met Archibald Douglas (1490 – januari 1557), de 6e Graaf van Angus. Dit zette kwaad bloed bij vele andere Schotse edellieden. In een door grensoverschrijdende intriges beheerst politiek klimaat wisten zij de ontevredenheid van het volk uit te buiten. Een burgeroorlog was het gevolg. De troon viel aan John Stewart (1481 of 1484 – 2 juli 1536), 2e Hertog van Albany, weliswaar een kleinzoon van koning Jacobus II, maar als vluchteling geboren in Frankrijk. Margaretha moest in 1516 met man en kind vluchten naar Engeland.

In 1527 volgde een formele echtscheiding en in 1528 een derde huwelijk met Henry Stewart, Lord Methven.
Margaretha trouwde, 13 jaar oud, op dinsdag 8 augustus 1503 in Holyrood House met Jacobus IV van Schotland, 30 jaar oud. Jacobus is geboren op woensdag 17 maart 1473 in Stirling Castle. Jacobus is overleden op vrijdag 9 september 1513 in Flodden (Northumberland), 40 jaar oud.
Notitie bij Jacobus: De regering van Jacobus IV wordt gekenmerkt door relatieve rust in Schotland. Hij vestigde een krachtig koninklijk gezag en breidde de Schotse vloot enorm uit. Als beschermer van de kunst en de wetenschap bleek hij een typische renaissance-vorst. Hij was erg ontwikkeld en er werd gezegd dat hij tien talen vloeiend sprak: Scots, Engels, Gaelic (hij was de laatste koning die deze taal vloeiend sprak!), Latijn, Frans, Duits, Italiaans, Vlaams, Spaans en Deens. Tijdens zijn bewind ging Schotland in Europa voor het eerst meetellen.

In 1502 sloot hij een vredesverdrag met de Engelse koning Hendrik VII (het eerste verdrag tussen Schotland en Engeland sinds 1328) en huwde met diens dochter Margaret Tudor. Door dit huwelijk kon zijn achterkleinzoon Jacobus VI in 1603 de Engelse troon bestijgen.

Als gevolg van de Oorlog van de Liga van Kamerijk, onderdeel van de Italiaanse Oorlogen, viel Engeland in 1513 Frankrijk binnen. Ook jegens Schotland had de nieuwe koning van Engeland Hendrik VIII een enigszins vijandige houding aangenomen, vanwege de opkomende macht van Schotland. Jakobus zocht daarom steun bij Lodewijk XII van Frankrijk en viel met een groot leger Engeland binnen. In de Slag bij Flodden werden de Schotten vernietigend verslagen. Jacobus sneuvelde, de adel werd gedecimeerd en tussen de 10.000 en 30.000 Schotse soldaten werden gedood (tegenover 1500 tot 4000 Engelsen).
Titel:
van 1488 tot 1513 koning van Schotland
Kind van Margaretha en Jacobus:
1 Jacobus V van Schotland, geboren omstreeks donderdag 15 april 1512 in Linlithgow Palace. Volgt 1491.

1491 Jacobus V van Schotland is geboren omstreeks donderdag 15 april 1512 in Linlithgow Palace, zoon van Jacobus IV van Schotland en Margaretha Tudor (zie 1490). Jacobus is overleden op donderdag 14 december 1542 in Falkland Palace, ongeveer 30 jaar oud.
Notitie bij Jacobus: Zijn vader, Jacobus IV, werd gedood in de Slag bij Flodden Field (1513) toen Jacobus net één jaar oud was. Zijn moeder was Margaret Tudor. Jacobus werd onmiddellijk tot koning gekroond na de dood van zijn vader omdat de Schotten niet wilden dat zijn moeder, een Engelse, de macht over Schotland zou bezitten. Het land werd gedurende zijn jeugd geregeerd door regenten, eerst zijn moeder tot ze hertrouwde, en daarna John Stewart, hertog van Albany. De stiefvader van Jacobus V, Archibald Douglas, greep de macht, verjoeg regent John en zette Jacobus V gevangen in Edinburgh Castle. Maar toen Margaret hem verdreef, bevrijdde ze haar zoon en begon hij aan zijn eigenlijke ambt als koning.

Jacobus V werd een legendarisch persoon door zich als een gewone man voor te doen en zich onder zijn onderdanen te begeven omdat hij wilde zien hoe hun leven was.

Hij stierf op 14 december 1542 op 30-jarige leeftijd, zes dagen nadat zijn tweede vrouw, Marie de Guise, het leven aan een dochter had geschonken. Zijn beide zoons waren zeer jong gestorven en de zuigeling, Maria werd onmiddellijk tot koningin van Schotland uitgeroepen.

Hendrik VIII van Engeland probeerde Jacobus V voor zijn anti-katholieke campagne te winnen, maar hij gaf niet toe. En mogelijk om Henry VIII voor het hoofd te stoten, huwde hij 2 Franse vrouwen.

Jacobus V verwekte zeker negen buitenechtelijke kinderen bij meerdere maîtresses onder andere:

Robert Stewart (1533-1590) bij Euphemia Elphinstone
James Stewart, 1st Earl of Moray (1531-1570) bij Margaret Erskine
John Stewart (circa 1531-1563) bij Elizabeth Carmichael
Titel:
van 1513 tot 1542 koning van Schotland
Jacobus:
(1) trouwde, ongeveer 24 jaar oud, op maandag 1 januari 1537 met Magdalena van Valois, 16 jaar oud. Magdalena is geboren op vrijdag 10 augustus 1520 in Saint-Germain-en-Laye, dochter van Frans I Van Frankrijk en Claude Van Frankrijk. Magdalena is overleden op zaterdag 7 juli 1537 in Edinburgh (Schotland), 16 jaar oud.
(2) trouwde, ongeveer 26 jaar oud, in 1538 met Marie de Guise, 22 of 23 jaar oud. Marie is geboren op donderdag 22 november 1515. Marie is overleden op dinsdag 11 juni 1560 in Edinburgh (Schotland), 44 jaar oud.
Notitie bij Marie: Zij
was een dochter van Claude van Lotharingen, en de zuster van François de Guise.

Marie trouwde een eerste keer met Lodewijk II van Longueville, zoon van Lodewijk I van Longueville en van Johanna van Neuchâtel. Hun zoon was Frans (1535-1551), die graaf van Neuchâtel zou worden.

Zij trouwde een tweede keer in 1538 met koning Jacobus V van Schotland, aan wie zij een dochter schonk: Maria Stuart, de latere Mary, Queen of Scots. Na de dood van Jacobus V trad Marie de Guise vanaf 1554 op als regentes voor haar dochter Maria Stuart: zij regeerde geheel overeenkomstig de belangen van haar familie en bestreed in het bijzonder fel het protestantisme in Schotland, wat in 1559 een grote opstand veroorzaakte. Maria van Guise werd 46 jaar, voordat zij op de ochtend van 23 november dood in haar bed gevonden werd. Sommigen zeggen dat het Sir Francis Walsingham was die haar doodde.
Kinderen van Jacobus en Marie:
1 Jacobus Stewart, geboren op zaterdag 22 mei 1540. Jacobus is overleden in april 1541, 11 maanden oud.
2 Arthur Stewart, geboren in 1541. Arthur is overleden in april 1541, geen jaar oud.
3 Maria I Stuart of Stewart van Schotland, geboren omstreeks vrijdag 8 december 1542 in paleis van Linlithgow. Volgt 1492.

1492 Maria I Stuart of Stewart van Schotland is geboren omstreeks vrijdag 8 december 1542 in paleis van Linlithgow, dochter van Jacobus V van Schotland (zie 1491) en Marie de Guise. Maria is overleden op zondag 8 februari 1587 in Fotheringhay Castle, ongeveer 44 jaar oud.
Notitie bij Maria: Maria Stuart is misschien de bekendste Schotse monarch, deels vanwege haar tragische levensgeschiedenis als romantische koningin, die kroon en land opgaf om aan de zijde van haar geliefde Bothwell te leven of te sterven.

Maria I van Schotland wordt soms verward met haar nicht Maria I van Engeland (Bloody Mary), die ongeveer tegelijkertijd leefde (1516 – 1558). Maria I van Schotland regeerde echter niet tegelijkertijd met Maria I van Engeland, maar met haar halfzus en opvolgster, Elizabeth I van Engeland.

Gedurende korte tijd was zij gehuwd met Frans II van Frankrijk, en als dusdanig gedurende zeventien maanden koningin van Frankrijk, tot aan de vroegtijdige dood van haar echtgenoot. Op haar 18e was zij al weduwe.

Op 29 juli 1565 trouwde Maria onverwachts met Henry Stuart Darnley, een afstammeling van koning Hendrik VII van Engeland. Hij kreeg de status van prins-gemaal.
Ze kreeg al snel genoeg van de verwende jongen, die geen interesse en geen bekwaamheid had voor het vervullen van officiële taken. Haar secretaris Rizzio kreeg alle officiële stukken te zien, in plaats van Henry. Dit viel niet goed bij Henry en de Schotse baronnen. De jaloerse Henry liet zich verleiden tot een "bond" (een Schotse overeenkomst) met de Schotse Lords om Rizzio te vermoorden. Vanwege zijn jaloezie wilde hij dat dit voor de ogen van de zwangere Maria gebeurde. Het complot slaagde, maar Maria vergaf het hem nooit en zwoer dat ze het hem betaald zou zetten. Uiteindelijk deed ze dit door samen met James Hepburn, beter bekend als de Earl of Bothwell, Henry naar Kirk o Field te lokken en hem daar te laten vermoorden. Henry werd met huis en al opgeblazen. Tot deze dag weet men niet hoe hij was vermoord, omdat hij met zulke ongepaste haast werd begraven dat het duidelijk was dat vooraanstaande personen aan deze moord hadden meegewerkt.

Na de moord op Henry Stuart trouwde Maria met Bothwell. Dit huwelijk werd door de Lords en door de bevolking niet geaccepteerd omdat ze zowel Bothwell alsook Maria Stuart zelf beschouwden als de moordenaars van Henry Darnley.

Multatuli gebruikt de onthoofding van Mary Stuart in de Max Havelaar om het verschil tussen een schilderij en de werkelijkheid te illustreren. Daarbij noemde de schrijver bij vergissing de Tower in plaats van Fotheringhay.

In 1567 werd Maria afgezet door Schotse edellieden en opgevolgd door haar zoon Jacobus VI. Na een mislukte opstand vluchtte Maria naar Engeland waar ze aanvankelijk met respect werd ontvangen. Als katholieke nicht van de protestantse koningin Elizabeth I van Engeland maakte ze echter aanspraak op de Engelse troon. Katholieken vestigden hun hoop op Maria als de rechtmatige erfgename van de troon en de Schotse koningin werd aldus een bedreiging voor Elizabeth. Maria werd bijna twintig jaar lang opgesloten in het afgelegen kasteel Fotheringhay.

In 1587 werd haar naam genoemd in de Babington-plot (een plan om Elizabeth te vermoorden en te vervangen door Maria). Zij had op schrift toegestemd met het moordcomplot tegen Elizabeth I; zes edelen moesten de door katholieken als onwettig beschouwde Elizabeth vermoorden en Maria op de troon zetten, zodat het katholieke geloof in Engeland weer hersteld kon worden. Francis Walsingham ondermijnde het plan en gaf zo Elizabeth een reden om Maria van Schotland te executeren. Er wordt algemeen aangenomen dat zij is geslachtofferd door de protestantse regering. Na een schijnproces werd zij ter dood veroordeeld en onthoofd. Zij wilde leven en sterven met de kroon op het gezalfde hoofd en die wens werd vervuld. Haar onverantwoordelijke gedrag werd haar door haar Schots-nationalistische en katholieke aanhangers vergeven. In het huidige Schotland wordt zij herdacht als de romantische koningin die kroon en land opgaf voor liefde.
Titel:
van 14-12-1542 tot 24-07-1567 Mary, Queen of Scots
Maria:
(1) trouwde, ongeveer 16 jaar oud, in 1558 met Frans II Van Frankrijk, 13 of 14 jaar oud. Frans is geboren op zaterdag 19 januari 1544 in Fontainebleau, zoon van Hendrik II Van Frankrijk en Catharina de’ Medici. Frans is overleden op donderdag 5 december 1560 in Orléans, 16 jaar oud.
Notitie bij Frans: Hij was een zorgenkind, zwak van geest en lichaam, volkomen onbekwaam te regeren. Hij huwde in 1558 met Maria Stuart, koningin van Schotland, die aan het Franse hof werd opgevoed. Zijn kortstondige regering stond volkomen onder de invloed van zijn regenten, de hertogen van Guise en Lotharingen, en van zijn moeder.

Een poging tot staatsgreep van protestantse samenzweerders om de jonge koning vanuit het kasteel van Amboise te ontvoeren mislukte schromelijk, en de schuldigen werden terechtgesteld. Op 5 december 1560 overleed Frans II in Orléans, Loiret, op 16-jarige leeftijd aan een oorontsteking en een abces in zijn hersenen, zonder nakomelingen. Hij werd begraven in de Saint-Denisbasiliek en opgevolgd door zijn broer, Karel.
Heerlijkheid:
koning van Frankrijk van 1559 tot aan zijn dood
(2) trouwde, ongeveer 22 jaar oud, op zondag 29 juli 1565 met Henry Stuart Darnley, 19 jaar oud. Henry is geboren op maandag 7 december 1545 in Temple, Leeds. Henry is overleden op maandag 10 februari 1567 in Edinburgh (Schotland), 21 jaar oud.
Notitie bij Henry: Darnley werd geboren op 7 december 1545 in Temple, Leeds, Yorkshire, Engeland als zoon van de katholieke Matthew Stewart, vierde graaf van Lennox, en Margaret Douglas. Hij huwde op 26 juli 1565 met zijn nicht Mary, Queen of Scots in een kapel van Holyrood Palace in Edinburgh. Queen Mary vergrootte hiermee voor haar kinderen de kans om zowel te regeren over Schotland als Engeland. Ze waren al familie van elkaar: ze hadden een grootmoeder gemeen, Margaret Tudor, waardoor de beide een grote kans maakten op de troon van Engeland. Darnley was een nakomeling van een dochter van Jacobus II van Schotland, waardoor hij kans maakte op de troon van Schotland; Darnley’s achternaam voerde terug op Alexander Stewart, vierde High Steward of Scotland. Darnley kreeg de formele titel van Koning van Schotland, maar kon geen echte koninklijke macht uitoefenen.

Zijn huwelijk met Queen Mary was geen succes. Darnley was niet populair bij de edelen. Zijn gedrag werd niet altijd als volwassen beschouwd en bepaald gedrag was sadistisch te noemen; dit gedrag werd verergerd door een drankprobleem. Queen Mary werd al vroeg zwanger. Toch was Darnley jaloers op David Rizzio, de privésecretaris van de koningin. Uiteindelijk resulteerde dit in een complot van Darnley en zijn aanhangers tegen Rizzio, die vermoord werd in het paleis.

Op 19 juni 1566 werd Jacobus I van Engeland geboren, waardoor de relatie tussen Darnley en de koningin verbeterde. Darnley wilde echter meer macht en drong aan op het recht om als koning te regeren over Schotland mocht Queen Mary overlijden.

Ten gevolge van een complot tussen zijn vrouw en een aantal edelen dat bekend is geworden onder de naam Craigmillar Bond werd Darnley vermoord in de nacht van 9 op 10 februari 1567. De lichamen van Darnley en zijn page werden gevonden in de tuinen van Kirk o’ Fields in Edinburgh. Het huis zelf was door brand verwoest. Darnley was gekleed in nachtkledij, wat suggereerde dat hij in haast zijn slaapkamer had verlaten. Beide lichamen toonden sporen van wurging. De verdenking viel op James Hepburn, vierde graaf van Bothwell en zijn aanhangers en ook op de koningin, maar dit kon niet worden bewezen. Korte tijd later huwde Queen Mary de graaf van Bothwell. De bevolking stond hier niet al te positief tegenover. De dood van Darnley wordt dan ook door historici gezien als het keerpunt waarop de steun die Queen Mary had afnam wat uiteindelijk ertoe leidde dat ze de Schotse troon verloor.
Kind van Maria en Henry:
1 Jacobus I Van Engeland, geboren op woensdag 19 juni 1566 in Edinburgh Castle. Volgt 1493.

1493 Jacobus I Van Engeland is geboren op woensdag 19 juni 1566 in Edinburgh Castle, zoon van Henry Stuart Darnley en Maria I Stuart of Stewart van Schotland (zie 1492). Jacobus is overleden op woensdag 5 maart 1625 in Theobalds Park (Hertfordshire), 58 jaar oud.
Notitie bij Jacobus: Hij was in deze laatste hoedanigheid de eerste koning uit het Huis Stuart en de opvolger van Elizabeth I, de laatste vorst uit het Huis Tudor. Onder Jacobus werd het Elizabethaanse tijdperk dat onder zijn voorgangster koningin Elizabeth is ontstaan doorgezet met schrijvers zoals William Shakespeare, John Donne, Ben Jonson en Sir Francis Bacon.

Jacobus werd geboren op 19 juni 1566 in Edinburgh Castle en was de zoon van de Schotse koningin Maria I Stuart en haar man Lord Henry Stuart Darnley; beiden waren achterkleinkinderen van de Engelse koning Hendrik VII. Hij werd rooms-katholiek gedoopt in de Chapel Royal in Stirling Castle.

Zijn moeder werd op 24 juni 1567 tijdens haar gevangenschap in Lochleven Castle tot aftreden gedwongen. Op 29 juli 1567 werd hij tijdens een protestantse dienst geleid door John Knox in de Church of the Holy Rude tot koning van Schotland gekroond als Jacobus VI. Zijn moeder wist te ontsnappen en vluchtte naar Engeland, waar zij 19 jaar in gevangenschap doorbracht. Zijn vader, Lord Darnley, werd kort na zijn geboorte onder mysterieuze omstandigheden gedood.

Jacobus kreeg een streng protestantse opvoeding en een gedegen theologische en klassieke scholing. In 1583 onttrok hij zich aan de invloed van de protestantse partij in Schotland en vergrootte zijn koninklijke macht. Op de terechtstelling van zijn moeder in 1587 reageerde hij in het geheel niet, vermoedelijk omdat hij daardoor als afstammeling van Hendrik VII het recht op opvolging van de Engelse koningin Elizabeth kon behouden.

Er werd gezocht naar een geschikte bruid voor Jacobus. Die vond men in de 14 jaar oude Deense prinses Anna van Denemarken, een dochter van de Deense koning Frederik II van Denemarken en diens vrouw, koningin Sophia van Mecklenburg-Güstrow.

Jacobus streefde in Engeland van meet af aan naar vestiging van het absolutisme en versteviging van de positie van de staatskerk. Hij was zelf overtuigd protestant, maar op het gebied van de buitenlandse politiek voelde hij het meest voor aansluiting bij de machtige katholieke vorsten. Zie ook: Buskruitverraad.

In 1604 sloot hij vrede met Spanje, waarna hij ook naar dynastieke verbinding met katholieke machten ging streven. Het kwam tot een breuk met en ontbinding van het parlement in 1622, toen hij voorstelde om zijn tweede zoon Charles, de latere koning Karel I, te laten trouwen met prinses Maria Anna van Spanje. (Karel huwde ten slotte Henriëtta Maria van Frankrijk.)

Hoewel Jacobus als koning vrij populair was (al werd hij niet zo sterk geacht als zijn voorganger Elizabeth I), viel zijn politiek niet steeds in goede aarde bij het parlement en het volk, maar daar wilde Jacobus geen rekening mee houden. Het parlement wenste zich niet neer te leggen bij Jacobus’ pogingen om zelf allerlei politieke beslissingen te nemen en bepaalde belastinggelden in eigen zak te steken. Ook wilde hij complete controle op de uitvoerende en de rechterlijke macht. Hij raakte daardoor in conflict met het parlement. Driemaal regeerde hij zelfs zonder parlement (1611 - 1614, 1614 - 1621 en 1622 - 1624), maar als hij in geldnood raakte moest hij steeds weer tot een compromis komen. De Nederlandse ambassadeur Noël de Caron hielp hem diverse malen aan geld

De koning wordt gezien als een van de meest intellectuele en geleerde vorsten die ooit op de Engelse troon hebben gezeten. Jacobus was een getalenteerd schrijver en publiceerde verscheidene boeken in het Latijn. Ook vertaalde hij werken, o.a. uit het Frans. Op zijn gezag ontstond ook de beroemde Engelse bijbelvertaling van 1611, ’the Authorized (of: King James) version’. Jacobus was overtuigd dat overal heksen en demonen werkten. Hij publiceerde in 1597 een boek over demonologie, de "Daemonologie" met een theorie over het Bloedrecht, een godsbewijs uit het middeleeuwse recht. Veel onschuldige Schotse en Engelsse mannen en vrouwen werden het slachtoffer van Jacobus’ heksenwaan.

Er zijn altijd speculaties geweest over de vermeende homoseksualiteit van de koning en sommige moderne historici gaan hier ook vanuit. Hij gaf hier zelf ook aanleiding toe, gezien zijn keuze van mannelijke metgezellen. Zijn relatie als jongeman met zijn leeftijdgenoot Esmée Stuart, Seigneur d’Aubigny, graaf van Lennox, werd door de Schotse kerkelijke leiders bekritiseerd en Lennox werd gedwongen Schotland te verlaten. In de jaren ’80 kuste Jacobus in het openbaar Francis Stewart Hepburn, graaf van Bothwell. Toen Jacobus de Engelse troon besteeg, deed dan ook de volgende grap de ronde: Rex fuit Elizabeth: nunc est regina Jacobus (Elizabeth was koning: nu is Jacobus koningin). Hij was kennelijk niet altijd verstandig in zijn keuze van mannelijke partners en wist zijn favorieten behoorlijk te begunstigen, zoals Robert Carr, die het van page tot graaf van Somerset wist te brengen. Zo verging het ook de latere graaf van Buckingham: Jacobus noemde George Villiers zijn ’vrouw’ en zichzelf Villiers’ ’man’. Vooral Villiers kreeg veel invloed bij de koning.

Jacobus stierf in 1625 aan ouderdomsziekten en is begraven in Westminster Abbey. Nadat George Villiers op 23 augustus 1628 was vermoord, werd hij aan Jacobus’ rechterhand begraven. Een andere van zijn favorieten werd aan de andere zijde begraven. Zijn zoon Karel I volgde hem op.
Titel:
van 1567 tot 1625 als Jacobus VI koning van Schotland (van 1603 tot 1625 als Jacobus I koning van Engeland)
Jacobus trouwde, 23 jaar oud, op donderdag 23 november 1589 met Anna van Denemarken, 14 jaar oud. Anna is geboren op zondag 12 december 1574 in Skanderborg. Anna is overleden op zaterdag 2 maart 1619 in Hampton Court Palace, 44 jaar oud.
Notitie bij Anna: Alhoewel zij protestants was opgevoed, bekeerde zij zich kort na haar huwelijk tot het katholicisme. Anna legde een dure smaak aan de dag op gebied van kledij, juwelen, waarvoor diep in de financiën van het hof diende geput te worden. Zij werd beschermvrouwe van de kunst en bouwde een eigen hof uit.
Kinderen van Jacobus en Anna:
1 Hendrik Frederik Stuart, geboren op zaterdag 19 februari 1594 in Stirling Castle. Hendrik is overleden op dinsdag 6 november 1612, 18 jaar oud. Hij is begraven in Westminster.
Notitie bij Hendrik: Hendrik (of ’Henry’) was een opmerkelijke kroonprins, intelligent en geleerd. Hij blonk niet alleen uit in het gebruik van wapens, maar was ook een cultureel toonaangevend en goed geïnformeerd kunstliefhebber. Als goed protestant stelde Hendrik veel belang in de ontwikkelingen in binnen- en buitenland. Hij was voorstander van het huwelijk van Frederik V van de Palts met zijn zuster Elizabeth. Hij stierf onverwacht, waarschijnlijk door een aanval van tyfus, toen de voorbereidingen voor zijn huwelijk bezig waren. Toegewijd als hij was aan zijn zuster moeten zijn laatste woorden zijn geweest where is my dear sister? (vert. Waar is mijn lieve zuster?)
Titel:
Prins van Wales
2 Elizabeth Stuart, geboren op maandag 19 augustus 1596 in Fifeshire, Schotland. Volgt 1494.
3 Karel I Van Engeland, geboren op zondag 19 november 1600 in Dunfermline. Volgt 1495.
4 Robert Van Engeland, geboren op vrijdag 18 januari 1602. Robert is overleden op maandag 27 mei 1602, 4 maanden oud.
5 Maria Van Engeland, geboren op vrijdag 8 april 1605. Maria is overleden op zondag 16 december 1607, 2 jaar oud.
6 Sophia Van Engeland, geboren in juni 1606. Sophia is overleden.

1494 Elizabeth Stuart is geboren op maandag 19 augustus 1596 in Fifeshire, Schotland, dochter van Jacobus I Van Engeland (zie 1493) en Anna van Denemarken. Elizabeth is overleden op maandag 13 februari 1662 in Westminster, 65 jaar oud.
Notitie bij Elizabeth: Zij werd vanwege haar schoonheid en populariteit ook wel bekend als de Parel van Brittannië, Roos van Engeland, Hartenkoningin en ook als de Winterkoningin, omdat ze slechts gedurende de winter van 1620 koningin was.

In april 1621 arriveerden Elizabeth en Frederik in Den Haag met een hofhouding van 223 personen, inclusief een schoenenpoetser en een wijnflesopener, maar dit huishouden werd noodgedwongen teruggebracht vanwege de hoge kosten. Zij betrokken het huis van de in mei 1619 geëxecuteerde Johan van Oldenbarneveldt. Het echtpaar kreeg slechts een bescheiden toelage van Jacobus I, en later van Elizabeths broer Karel I. Voor hun onderhoud waren Frederik en Elizabeth voornamelijk aangewezen op de gastvrijheid van de Oranjes en leefden zij op kosten van de Staten-Generaal en de gewestelijke Statencolleges. Hun dochtertje Louise Hollandia kreeg schilderles van Gerard van Honthorst. Honthorst had een goede relatie met de spilzieke Elisabeth. Hij leende haar maar liefst 35.000 gulden.

Elisabeth van de Palts legde in 1645 even buiten Den Haag de eerste steen voor een nieuw stadhouderlijk verblijf: Paleis Huis ten Bosch.

Nadat de Engelse monarchie in 1660 werd hersteld, kwam Elizabeths neef Karel II (1630-1685) op de troon. Nu kon zij naar Engeland terugkeren, waar ze enkele maanden later zou sterven.
Elizabeth trouwde, 16 jaar oud, op donderdag 14 februari 1613 met Frederik V van de Palts, 16 jaar oud. Zie 1180 voor persoonsgegevens van Frederik.
Kinderen van Elizabeth en Frederik: zie 1180.

1495 Karel I Van Engeland is geboren op zondag 19 november 1600 in Dunfermline, zoon van Jacobus I Van Engeland (zie 1493) en Anna van Denemarken. Karel is overleden op zaterdag 30 januari 1649 in Londen, 48 jaar oud.
Notitie bij Karel: Hij is de enige Britse vorst ooit die werd afgezet en onthoofd.

Karel I werd geboren in het paleis in het Schotse Dunfermline (zijn vader was op dat moment koning van Schotland, maar nog niet van Engeland). De beoogde troonopvolger was zijn oudere broer Hendrik, prins van Wales. Deze stierf echter aan tyfus in 1612, en daarmee werd Karel de erfgenaam van twee tronen. In 1616 werd hij prins van Wales, troonopvolger.

Hij stond sterk onder de invloed van zijn vaders favoriet George Villiers, de eerste graaf van Buckingham. Deze nam hem in 1623 mee naar Spanje, op zoek naar een geschikte bruid. Dit leverde niets op omdat de Spanjaarden eisten dat Karel zich zou bekeren tot het Rooms-Katholicisme.

In zijn tijd werd Europa voor een groot deel beheerst door vorsten die streefden naar absolute macht, zoals de Franse koning Lodewijk XIII. Karel kende dat gedrag ook van zijn vader en streefde dan ook hetzelfde na. Hierin werd hij echter stevig gedwarsboomd door het parlement. Er was brede oppositie tegen veel van zijn plannen, zoals het gebruik van de zogeheten Sterrekamer (Star Chamber) om dissidenten de wind uit de zeilen te nemen. Ook nam hij onpopulaire belastingmaatregelen zonder goedkeuring van het parlement en voerde hij een godsdienstpolitiek die erop gericht was de Anglicaanse Kerk weer dichterbij de rooms-katholieke Kerk te brengen.

De conflicten met het parlement over allerlei zaken namen toe. Dit betrof o.a. de kwestie van de Hugenoten, de willekeurig opgelegde belastingen en arrestaties. Toen het parlement meer wetten wilde doorvoeren die Karel niet aanstonden, ontbond hij het parlement op 29 maart 1629. De daarop volgende jaren staan bekend als het ’Persoonlijke bewind’ en ’elf jaar van tirannie’. Karel was nauwelijks in staat het land te besturen zonder geregelde belastinginkomsten en moest andere middelen vinden om aan geld te komen. Een daarvan was het zogeheten ’ship money’. Dit scheepsgeld werd geheven aan inwoners van kustplaatsen, ter instandhouding van de vloot, maar werd door hem ingesteld als geldend voor het hele land.

Na de dood van Buckingham groeide de invloed van twee anderen in de regering: Thomas Wentworth, graaf van Strafford, en William Laud, die aartsbisschop van Canterbury werd en bijdroeg aan de overheersende rol van de staatskerk. Hij volgde hierbij de lijn van het arminianisme, wat leidde tot conflicten met de groeiende factie van de Puriteinen.

Alles bleef echter rustig en het ging goed met Engeland tot Karel I in 1637 probeerde de Schotten tot hetzelfde conformisme te brengen. Het gevolg was de herleving van het National Covenant en de eerste van de ’Bishops Wars’ (bisschopsoorlogen), die voor Karel I eindigde in een vernederende wapenstilstand op 18 juni 1639. Om gelden te kunnen verkrijgen voor zijn strijd tegen de Schotten riep hij weer een parlement bijeen in april 1640. Dit zogeheten ’korte parlement’ wilde niet aan zijn wensen voldoen en werd ontbonden op 5 mei. Na een nieuwe nederlaag riep hij het parlement opnieuw bijeen.

Dit ’lange parlement’ nam al spoedig maatregelen die de positie van Karel in gevaar brachten. Wentworth werd in staat van beschuldiging gesteld en, toen dat niet bleek te werken, beschuldigd van hoogverraad en ter dood gebracht. Laud werd eveneens gevangengezet en later geëxecuteerd. Karel I moest de ene na de andere concessie doen, zoals het afschaffen van de ship money en de Sterrekamer. Maar hij kon niet instemmen met de wet die hem het gezag over het leger zou ontnemen. Deze dreiging en de aanvallen op zijn vrouw Henriëtte Maria brachten hem ertoe vijf parlementsleden te laten arresteren die hij beschouwde als leiders van het verzet. Door gewapenderhand in te grijpen in het parlement veroorzaakte hij een blijvende breuk en was hij in Londen niet langer veilig. Hij vertrok naar het noorden, terwijl de koningin naar het buitenland ging.

Beide partijen begonnen zich te bewapenen en een burgeroorlog dreigde. Na vruchteloze onderhandelingen hees Karel I op 22 augustus 1642 de koninklijke standaard. Hij vestigde zijn hof in Oxford, van waaruit hij het noorden en westen van het land bestuurde, terwijl het parlement de controle behield over het zuiden en oosten en over Londen. De oorlog woedde onbeslist voort in 1643 en 1644, totdat het parlement in de Slag bij Naseby een overwinning wist te behalen. Daarop volgde het beleg van Oxford, waaruit Karel I in april 1646 wist te ontsnappen. Hij gaf zich over aan het Schotse presbyteriaanse leger in Newark, dat hem in januari 1647 uitleverde aan het parlement. Hij werd gevangengezet in Holdenby House in Northamptonshire, totdat de kornet George Joyce hem in naam van het leger naar Newmarket overbracht.

In deze periode had zich een sfeer van wederzijds wantrouwen ontwikkeld tussen het parlement en het leger, waar Karel I gretig gebruik van maakte. Men begon elkaar uit te schelden en van bijnamen te voorzien. De parlementariërs noemden de koningsgezinden ‘cavaliers’, naar het Spaanse ‘cavelios’, daarmee suggererend dat zij vreemdelingen waren. De royalisten van hun kant noemden de tegenstanders ‘roundheads’, waarmee werd aangegeven dat zij tuig waren. Karel I werd vervolgens overgebracht naar Oatlands en van daar naar Hampton Court Palace. Onderhandelingen liepen op niets uit. Men probeerde hem over te halen om naar het buitenland te vluchten of desnoods naar het eiland Wight. Hij besloot tot het laatste, omdat Robert Hammond, de gouverneur van het eiland, hem goedgezind leek. Dit bleek echter niet zo en Hammond zette hem vast in Carisbrooke Castle. Van hieruit bleef Karel I onderhandelen met de partijen en uiteindelijk bereikte hij overeenstemming met de Schotse presbyterianen, wat inhield dat hij de vestiging van het presbyterianisme zowel in Schotland als in Engeland zou toestaan gedurende een proefperiode. De royalisten kwamen in opstand in juli 1648 en de Schotten vielen het land binnen. Toen de Schotse legers tenslotte waren verslagen in de Slag bij Preston groeide de druk in het leger om Karel I te berechten.

Dit was een nieuwigheid. Al eerder waren vorsten afgezet, maar nooit in die hoedanigheid berecht. De bedenkers van het plan meenden dat de koning moest sterven, maar zij wilden dat in alle openheid bereiken. Daarvoor moest een showproces dienen. Dit begon op 20 januari 1649. Velen uit de oppositie wilden hier niet aan meewerken en Karel werd berecht door een illegaal parlement bestaande uit 135 leden. Het proces duurde tot 27 januari, waarna hij werd veroordeeld wegens hoogverraad. De stemverhouding was 68 tegen 67. Sommige bronnen beweren dat de beslissende stem afkomstig was van Oliver Cromwell, die als laatste zijn stem uitbracht. Karel I werd onthoofd op 30 januari 1649. Tijdens de executie was er geen gejuich te horen, het verliep bijna in volledige stilte. Cromwell stond bij wijze van gebaar toe dat het hoofd werd teruggeplaatst op het lichaam, zodat de familie op gepaste wijze eer kon betuigen aan de ex-koning, die in Windsor Castle werd begraven.

Hierna volgde een periode waarin Engeland geen koninkrijk was, maar door Oliver Cromwell, en later Richard Cromwell als Lord Protector werd bestuurd.

Aan deze situatie kwam een einde in 1660 toen met de troonsbestijging van Karels zoon als koning Karel II het koningschap werd hersteld. Henriëtta Maria leefde tot 1669 en stierf in Parijs. Zij maakte nog mee dat haar dochter Henriëtte Anne trouwde met de hertog van Orléans in 1661 en dat haar zoon Karel koning werd.
Titel:
van 27-03-1625 tot 30-01-1649 koning van Schotland, Engeland en Ierland
Karel trouwde, 24 jaar oud, op zondag 11 mei 1625 met Henriëtta Maria Van Frankrijk, 15 jaar oud. Henriëtta is geboren op woensdag 25 november 1609 in Parijs. Henriëtta is overleden op dinsdag 10 september 1669 in Colombes, 59 jaar oud.
Notitie bij Henriëtta: De staat Maryland (in het Latijn "Terra Mariae") werd naar haar vernoemd, dankzij Cæcilius Calvert, zoon van George Calvert, eerste Baron van Baltimore. Kaap Henriëtta Maria, aan de westkant van James Bay en Hudson Bay in Noord-Ontario, is ook naar haar vernoemd. Ook is het slavenschip "Henrietta Marie" naar haar vernoemd. Hier was de koninklijke familie echter niet zo blij mee.

Zij werd geboren als Henriette-Marie de France, prinses van Frankrijk. Ze was de jongste dochter van koning Hendrik IV en van diens vrouw koningin Maria de’ Medici. Ze was een zuster van de toekomstige Lodewijk XIII van Frankrijk. Ze had verder nog twee oudere broers: Nicolaas en Gaston, hertog van Orléans. Ze had ook twee oudere zussen: Elisabeth en Christina Maria. Haar vader, Hendrik IV, werd vermoord in 1610, Henriëtta Maria was toen net 1 jaar oud. In 1617 werd haar moeder, Maria de’Medici, verbannen van het Franse Hof.

Ze werd geboren op het Louvre en kreeg een strenge rooms-katholieke opvoeding. Daardoor werd ze een onpopulaire keuze als vrouw voor de Engelse koning, met wie ze door volmacht trouwde op 11 mei 1625, kort na zijn troonsbestijging.
Titel:
van 13-06-1625 tot 30-01-1649 koningin van Engeland, Schotland en Ierland
Kinderen van Karel en Henriëtta:
1 Karel Jacobus Stuart, geboren op dinsdag 13 maart 1629. Karel is overleden op dinsdag 13 maart 1629, geen dag oud.
Titel:
hertog van Cornwall
2 Karel II Van Engeland, geboren op woensdag 29 mei 1630 in St. James’s Palace (Londen). Volgt 1496.
3 Maria Henriëtte Stuart, geboren op dinsdag 4 november 1631 in Londen. Volgt 1497.
4 Jacobus II en VII Van Engeland, geboren op vrijdag 14 oktober 1633 in Londen. Volgt 1499.
5 Elizabeth Stuart, geboren op zaterdag 29 december 1635. Elizabeth is overleden op donderdag 8 september 1650, 14 jaar oud.
6 Anne Stuart, geboren op dinsdag 17 maart 1637. Anne is overleden op zaterdag 8 december 1640, 3 jaar oud.
7 Catharina Stuart, geboren op vrijdag 29 januari 1638. Catharina is overleden op vrijdag 29 januari 1638, geen dag oud.
8 Hendrik Stuart Van Engeland, geboren op vrijdag 8 juli 1639 in Oatlands Park, Surrey. Hendrik is overleden op zaterdag 18 september 1660 in Palace of Whitehall, Londen, 21 jaar oud.
Notitie bij Hendrik: Hendrik is ook wel bekend als Hendrik van Oatland en was hertog van Gloucester. In het Engels heet hij Henry Stuart, Duke of Gloucester.

Na de nederlaag die zijn vader leed aan het einde van de Engelse burgeroorlog, werd de zes jaar oude prins gevangengenomen en naar Londen gebracht (zijn oudere broers waren samen met zijn moeder naar Frankrijk gevlucht). Henry verbleef in de koninklijke vertrekken in de Witte Toren van de Tower, ’beschermd’ door het Republikeinse Leger. Nadat het absolutistische regime van Karel I was afgeschaft moesten de leiders van het Republikeinse Leger (Oliver Cromwell en Henry Ireton) beslissen wat er met Engeland moest gebeuren. Er werd via een brief een suggestie gedaan om de jonge prins op de troon te plaatsen, en te regeren als een constitutionele monarch, zoals het Parlement wilde. Dit kwam onder andere doordat hij, in tegenstelling tot zijn broers Karel en James, nog te jong was om te zijn omgekocht door de katholieke en absolutistische ideeën die zijn vader en moeder wel hadden. Op die manier kon hij opgevoed worden door leraren die constitutionele achtergronden hadden. Deze optie werd echter snel van tafel geveegd, toen het Parlement stemde voor de oprichting van een Republikeins Gemenebest (Republican Commonwealth). Henry werd naar een meer comfortabele omgeving gebracht een mocht leven met veel vrijheid, in de gaten gehouden door Parlementaire bewakers.

Uiteindelijk, in 1652, ging Oliver Cromwell akkoord om Hendrik vrij te laten. Hendrik reisde af naar Parijs waar zijn moeder, broers en zus op dat moment verbleven. Cromwell hoopte dat een deel van zijn invloed op Hendrik was geslaagd. En dat was ook zo, Hendrik werd een trouw aanhanger van de Protestantse Kerk en had vaak onenigheid met zijn moeder over religieuze en politieke zaken. De ruzies tussen moeder en zoon kwamen tot een hoogtepunt zodat Henrietta haar zoon verbande uit Parijs, en Hendrik sloot zich aan bij de Spaanse legers die vochten bij Duinkerke. Hij was consequent en beroemd in de gevechten, en kreeg geleidelijk de reputatie van Europa’s belangrijkste protestantse soldaat. Hendrik ontmoette tijdens het verloop van de campagne de afvallige Franse militair prins Lodewijk van Condé, die de Spaanse troepen aanvoerde. Ze hadden allebei een afkeer van de Katholieke Kerk (Condé was een aanhanger van het agnosticisme en een van de beschermende leiders van de Hugenoten), zodoende kregen de twee een sterke band. Kort voor zijn dood werd er gezegd dat Hendrik zou trouwen met de nicht van Lodewijk.

Nadat het besluit was genomen voor vrede tussen Frankrijk en Spanje, mocht Hendrik wonen op een landgoed van Lodewijk, tot de dood van Oliver Cromwell en het geleidelijk bezwijken van de Commonwealth. Dit leidde tot de restauratie van de monarchie, en zijn oudste broer Karel werd koning van Engeland. Hij keerde terug naar Engeland en mocht deel uitmaken van Karels triomfantelijke tocht door Londen in mei 1660, en ging wonen in het paleis van Whitehall.

Hij kreeg van koning Karel II de titels Hertog van Gloucester en Graaf van Cambridge. Maar lang kon Hendrik niet van deze titels genieten, hij stierf plotseling aan de pokken.
Titel:
Hertog van Gloucester
9 Henrietta Anne Van Engeland, geboren op donderdag 16 juni 1644 in Exeter. Volgt 1506.

1496 Karel II Van Engeland is geboren op woensdag 29 mei 1630 in St. James’s Palace (Londen), zoon van Karel I Van Engeland (zie 1495) en Henriëtta Maria Van Frankrijk. Karel is overleden op dinsdag 6 februari 1685 in Palace of Whitehall (Londen), 54 jaar oud.
Notitie bij Karel: Zijn vader werd onthoofd als gevolg van zijn machtsstrijd met het parlement en zijn streven naar de absolute macht. Karel II was in 1646, tijdens de burgeroorlog, naar Frankrijk gevlucht (hij woonde enige tijd met zijn gezin in Den Haag), maar werd wel officieel in 1649 uitgeroepen tot nieuwe koning van Engeland als Karel II. De macht lag echter bij de Lord Protector Oliver Cromwell en het parlement.

In 1651 viel hij vanuit zijn Franse ballingsoord Engeland binnen, maar Cromwell was te sterk; nadat hij de slag bij Worcester verloren had, vluchtte hij naar Frankrijk terug. Later verbleef hij ook enige jaren in de Zuidelijke Nederlanden, onder meer in Brugge (1656-1658) waar hij actief lid werd van diverse schuttersgilden.

In 1660, dus na de dood van Cromwell, trok de militaire bevelhebber van Schotland, generaal Monck, op naar Londen, waar hij het "rompparlement’ bijeenriep. In deze vergadering werd Karel teruggeroepen om de regering over te nemen, waarvoor hij ruime volmachten kreeg. Vanuit de Republiek keerde hij naar Engeland terug. Hem werd - vooral door de Amsterdamse regenten Cornelis en Andries de Graeff - een groot geschenk meegegeven, in de hoop op betere verhoudingen, mogelijk zelfs een afschaffing van de Acte van Navigatie.

Karel trouwde op 21 mei 1662 met de Portugese Catharina van Bragança, die hem wel trouw was, maar alleen miskramen had. Karel verwekte echter talloze onwettige kinderen van wie hij er veertien erkende, onder wie James, Hertog van Monmouth. Hij verwierf door zijn levensstijl dan ook de bijnaam "de Vrolijke Koning". Zijn favoriete minnaressen waren Barbara Palmer, de actrice Nell Gwyn en een hofdame van zijn jongste zuster, Louise de Kérouaille.

Met het verdwijnen van vader en zoon Cromwell en de macht van de puriteinen ging er een andere wind waaien in Engeland, die wel wordt aangeduid als the Restoration (restauratie), die niet alleen slaat op het herstel van de monarchie, maar ook op een culturele opleving. De somberheid van de puriteinen maakte plaats voor meer vrolijkheid. De onder Cromwell gesloten theaters werden heropend, waarbij vrouwen zelfs het tot dan toe ongehoorde recht kregen op de planken te staan; satirici en andere scheppende kunstenaars kregen ongekende vrijheid van meningsuiting.

Maar er was een keerzijde. Karels eerste minister Edward Hyde, graaf van Clarendon, oefende een ware terreur uit op oppositieleden. De ontelbare bepalingen van de regering staan bekend als de "Clarendon Code". Karel had de gewoonte ministers tegen elkaar uit te spelen. Tijdens zijn regeringsperiode ontstond het tweepartijen-systeem in Engeland.

Karel gaf ook zeer veel geld uit, onder andere aan twee Engelse oorlogen tegen de Nederlandse Republiek, die niet veel goeds opleverden. Engeland had in zijn tijd met veel tegenslagen te kampen. In 1665 brak de pest uit, die veel slachtoffers eiste en het jaar daarop werd Londen geteisterd door de Grote Brand. Deze episode werd uitgebreid beschreven in het unieke dagboek van Samuel Pepys. In datzelfde jaar werd door de Nederlandse vloot, onder leiding van Michiel de Ruyter en Cornelis de Witt een belangrijk deel van de Britse vloot vernietigd tijdens de Tocht naar Chatham, die een sinds 1066 ongekende invasie vanaf het continent op Engels grondgebied betekende.

In 1670 sloot hij met Lodewijk XIV het geheime Verdrag van Dover en in maart en april 1672 volgden oorlogsverklaringen aan de Republiek.

Kort voor zijn dood ging hij over tot het katholieke geloof. Hij stierf op 6 februari 1685 aan een beroerte en werd begraven in de kapel van Hendrik VII in Westminster Abbey. Hij werd opgevolgd door zijn katholieke broer Jacobus II.
Titel:
van 1660 tot 1685 koning van Engeland, Schotland en Ierland
Karel:
(1) trouwde met Catharina Henriëtta van Bragança. Catharina is geboren op donderdag 25 november 1638 in Paleis van Vila Viçosa in de provincie Alentejo (Portugal). Catharina is overleden op maandag 30 november 1705 in paleis van Bemposta (bij Lissabon), 67 jaar oud.
Notitie bij Catharina: Zij was een Portugese prinses en de echtgenote van koning Karel II van Engeland. Ze werd geboren in Vila Viçosa als de dochter van Johan IV van Portugal (op dat moment nog Hertog van Bragança) en Marie Louise de Guzmán. Na de Portugese onafhankelijkheid van Spanje en de kroning van haar vader op 1 december 1640 werd Catharina verloofd met de Engelse koning Karel. Het huwelijk werd in mei 1662 in Portsmouth voltrokken, waarmee ze de territoria van Bombay en Tanger als bruidsschat aan Engeland schonk. Het was Catharina die het drinken van thee introduceerde dan wel populair maakte in Engeland.

Catharina was geen populaire koningin vanwege haar katholicisme in het protestante Engeland. Haar geloof verhinderde ook dat ze officieel werd gekroond, omdat ze geen deel mocht nemen aan een anglicaanse ceremonie. Ondanks de vele minnaressen van Karel II weigerde hij van zijn vrouw te scheiden, hoewel al haar zwangerschappen uitliepen op miskramen. Na de dood van haar echtgenoot in 1685 bleef Catharina in Engeland tijdens de regeerperiode van haar zwager, Jacobus II, maar na diens afzetting vier jaar later keerde ze terug naar Portugal, waar ze in 1705 stierf. De New Yorkse wijk Queens is naar haar genoemd.
Titel:
van 1662 tot 1685 koningin van Engeland
(2) is de biologische vader van het kind van Lucy Walter. Lucy is overleden.
(3) begon een relatie met Barbara Palmer. Barbara is geboren in 1640. Barbara is overleden op woensdag 9 oktober 1709, 68 of 69 jaar oud.
Notitie bij Barbara: Ze werd geboren als Barbara Villiers, de dochter van de graaf van Grandiston, William Villiers. Hij stierf in 1643 aan een oorlogswond, waardoor zijn vrouw en kind in benarde situatie achterbleven. Haar gebrek aan geld limiteerde de huwelijksprospecten van Barbara aanzienlijk; op 14 april 1659 trouwde Roger Palmer tegen de zin van zijn familie met Villiers, maar drie jaar later vroeg hij echtscheiding aan. Men denkt dat geen enkele van de kinderen die Barbara in die periode kreeg Roger Palmer als vader had.

In 1660 werd Palmer een minnares van Karel II, de koning van Engeland in ballingschap. Als dank voor haar verdiensten werd Barbara’s echtgenoot verheven tot baron van Limerick en graaf van Castlemaine in 1661. Zowel de adviseur van de koning, Edward Hyde, als koningin Catharina van Braganza waren tegen Palmers benoeming tot hofdame van de koningin, maar in de jaren die volgden raakten Barbara en Karel van elkaar vervreemd. In 1663 deed ze nog een poging hem weer aan haar te binden door zich te bekeren tot het katholicisme. Na de dood van haar ex-echtgenoot in 1705 hertrouwde ze met een militair, die haar van haar resterende fortuin beroofde en er vervolgens vandoor ging. Palmer stierf in 1709 aan een oedeem.
Titel:
1e hertogin van Cleveland
(4) begon een relatie met Eleanor (Nell) Gwyn. Eleanor is geboren op woensdag 2 februari 1650. Eleanor is overleden op vrijdag 14 november 1687, 37 jaar oud.
Notitie bij Eleanor: Zij was een van de eerste Engelse actrices die beroemd werd.

Samuel Pepys bewonderde haar zeer en noemde haar "pretty, witty Nell". Ze is bij uitstek een voorbeeld van de geest van de Restauratie die over Engeland vaardig werd toen Karel II de troon besteeg. Ze was enorm populair vanwege haar uitzonderlijke (komische) talent op het toneel maar ook vanwege haar levensverhaal. Ze was van zeer arme komaf maar wist op zeer jonge leeftijd bij het theater te komen als sinaasappelverkoopster. Ze speelde vervolgens in het gezelschap ’King’s Company’, dat werd geleid door Thomas Killigrew. Van Karel had ze twee zoons: Charles Beauclerk, Hertog van St Albans (1670-1726) en James Beauclerk (1671-1680).

Hoewel Nell Gwyn soms afgeschilderd werd als een leeghoofdig vrouwmens, stelde John Dryden dat haar beste eigenschap juist haar gevoel voor humor was. Dat kan verklaren hoe ze lange tijd vriendschappen kon onderhouden met mannen als Dryden, William Ley (een andere geliefde), de beruchte dichter John Wilmot, graaf van Rochester, de vrouwelijke toneelschrijver Aphra Behn en met enkele andere minnaressen van de koning.

Eén anekdote geeft dat misschien goed weer, hij werd opgetekend door de graaf van Gramont in zijn memoires, en betreft een gebeurtenis in 1681:

Nell Gwyn reed op een dag door de straten van Oxford in haar rijtuig, toen de menigte haar tegenhield omdat men dacht te maken te hebben met haar rivale, Louise de Kérouaille de hertogin van Portsmouth, die van Franse afkomst was. Er ontstond een oploopje en men begon te roepen en haar uit te schelden. Ze stak haar hoofd uit het raam en riep "Beste mensen" en lachte: "jullie vergissen je: ik ben de PROTESTANTSE hoer!"

Dit spelen op de Britse dubbele moraal maakte haar immens populair.

Een ander populair verhaal is dat toen de koning op bezoek was ze haar (hun) oudste zoon naar de kamer riep met de woorden "Kom eens hier kleine bastaard, zeg eens hallo tegen je vader!". Karel protesteerde tegen deze betiteling, waarop ze zei: "Uwe majesteit heeft me geen andere naam gegeven om hem mee te roepen". En zo werd kleine Charles dus Hertog van St. Albans.

Nell was de enige van Karels minnaressen die ook werkelijk populair was bij het volk. Ze wordt herinnerd als degene die het gedaan kreeg dat een Koninklijk Ziekenhuis voor oud-soldaten werd opgericht. Bij het overlijden van Karel had ze flinke schulden.

Op zijn sterfbed moet Karel gezegd hebben tegen zijn broer James "Laat arme Nelly niet verhongeren". Deze hield woord, betaalde haar schulden af en gaf haar een vorstelijk pensioen van 1500 pond per jaar.
Kind van Karel en Lucy:
1 James Crofts (later Scott), geboren op vrijdag 9 april 1649 in Rotterdam. James is overleden op zondag 15 juli 1685 in Londen, 36 jaar oud.
Notitie bij James: Hij was de buitenechtelijke zoon van Karel II en diens maîtresse, Lucy Walter, die Karel in zijn ballingschap gevolgd was.

Lucy Walters reputatie was bijna even slecht als die van Karel en het is helemaal niet zeker dat hij de natuurlijke vader van James was. Er waren (later) geruchten dat Karel en Lucy in het geheim trouwden, wat James tot een wettige troonopvolger zou maken. Karel erkende James wel als zoon maar nooit als erfgenaam. Na de Restauratie huwde Karel de Portugese prinses Catharina van Bragança, welk huwelijk kinderloos bleef. Lucy Walter was inmiddels overleden.

James werd in 1663, op 14-jarige leeftijd tot "Hertog van Monmouth" verheven met de aanvullende titels van Graaf van Doncaster en Baron Scott van Tynedale, en hij werd uitgehuwelijkt aan de rijke Anne Scott, 4de Gravin van Buccleuch. Hoewel James geen officiële troonopvolger kon zijn werd hij door velen wel als een geschikte protestantse kandidaat gezien als alternatief voor de uitgesproken katholieke broer van Karel II, Jacobus, Hertog van York.

In 1665, op 16-jarige leeftijd, diende Monmouth in de Engelse vloot onder die oom de Hertog van York in de Tweede Engels-Nederlandse Oorlog. Later keerde hij naar Engeland terug als bevelhebber van een cavalerie eenheid. Toen de opperbevelhebber van het leger, George Monck, 1e hertog van Albemarle stierf in 1670 volgde Monmouth hem op. Toen de Derde Engels-Nederlandse Oorlog uitbrak in 1672 werd een brigade van 6000 Britse troepen gestuurd om als deel van het Franse leger te dienen, in ruil voor veel geld dat aan Karel II werd betaald. Monmouth was de bevelhebber. In de campagne van 1673 en in het bijzonder bij de belegering van Maastricht verkreeg Monmouth een reputatie als één van de beste militairen van Engeland.

In 1678 was Monmouth bevelhebber van de Engels-Nederlandse brigade, nu vechtend voor de Verenigde Provincies tegen de Fransen. Hij onderscheidde zich bij de Slag bij Saint Denis en zijn reputatie steeg nog meer. Het volgende jaar voerde hij - terug in Engeland - het commando over een klein leger dat een grote overmacht van Schotse Covenanters versloeg bij de Slag bij Bothwell Bridge op 22 juni 1679. Tegen die tijd was het duidelijk dat Karel II geen wettige erfgenaam zou hebben, en Monmouth werd door velen geprefereerd boven de Hertog van York.

Na de ontdekking van een complot om Karel II te vermoorden, het zogenaamde "Rye House Plot" in 1683, moest Monmouth vluchten naar de Nederlandse Verenigde Provincies. Na de dood van zijn vader voerde hij de "Monmouth Rebellion" aan, een poging om de troon van zijn oom over te nemen. Hij riep zichzelf op 20 juni 1685 uit tot koning in Taunton. Op 6 juli 1685 kwamen de twee legers bij de Slag bij Sedgemoor samen en werd Monmouth beslissend verslagen. Monmouth zelf werd gearresteerd en onthoofd op Tower Hill op 15 juli 1685. Men zegt dat er acht slagen van de bijl nodig waren om zijn hoofd van de romp te scheiden.

Na de executie realiseerde men zich ietwat laat dat er geen officieel portret van de Hertog was. Men groef het lichaam op, het hoofd werd provisorisch aangehecht, het lijk werd in een poseerhouding gezet en het portret werd alsnog geschilderd.

Één theorie zegt dat Jacobus II zijn eigen neef niet kon laten executeren: iemand anders zou in plaats van Monmouth onthoofd zijn. Hij zou naar Frankrijk zijn overgebracht, naar de gevangenissen van Lodewijk XIV en hij zou de "Man in het ijzeren masker" zijn.
Titel:
1ste Hertog van Monmouth
Kinderen van Karel en Barbara:
2 Anne Palmer, geboren in 1661. Anne is overleden in 1722, 60 of 61 jaar oud.
Titel:
gravin van Sussex
3 Charles FitzRoy, geboren op zondag 18 juni 1662 in Londen. Charles is overleden op zaterdag 9 september 1730 in Londen, 68 jaar oud.
4 Henry FitzRoy, geboren in 1663. Henry is overleden in 1690, 26 of 27 jaar oud.
Titel:
graaf van Euston en hertog van Grafton
5 Charlotte FitzRoy, geboren in 1664. Charlotte is overleden in 1718, 53 of 54 jaar oud.
Titel:
gravin van Lichfield
6 George FitzRoy, geboren in 1665. George is overleden in 1716, 50 of 51 jaar oud.
Notitie bij George: Hij was een onechte zoon van koning Karel II van Engeland en zijn maîtresse Barbara Villiers, de latere 1e hertogin van Cleveland.

Aanvankelijk heette hij Charles Palmer, naar de echtgenoot van zijn moeder, Roger Palmer, 1e graaf van Castlemaine, maar nadat de koning hem had erkend werd deze naam veranderd in FitzRoy. Door zijn “vader” werd hij katholiek gedoopt, maar de koning liet hem zes dagen naderhand dopen in de Anglicaanse Kerk. Zijn geboorte luidde het einde van de relatie tussen Villiers en Palmer in (hoewel zij nooit officieel scheidden).

In 1670 werd hij verloofd met Mary Wood († 15 november 1680), dochter van Henry Wood, een lid van de koninklijke huishouding., Het huwelijk zou echter pas worden voltrokken zodra Mary 16 werd. Nadat haar vader overleed, werd ze samen met FitzRoy en zijn broers en zussen opgevoed. Zij overleed voor haar zestiende.

In 1675 werd hij beleend met de titels baron van Newbury, graaf van Chichester en hertog van Southampton. Hoewel hij als onwettig kind geen titels van zijn ouders kon erven, volgde hij na haar dood in 1709 toch zijn moeder op als 2e hertog van Cleveland.

In 1694 huwde hij op zijn 32e alsnog met Anne Pulteney (25 november 1663 – 20 februari 1746). Uit het huwelijk werden zes kinderen geboren:

Grace (28 maart 1697 – 29 september 1763); 8 (2 september 1725) Henry Vane (1705 – 1758), 1e graaf van Darlington
William (1698 – 1774), 3e hertog van Cleveland en 2e hertog van Southampton
Charles (1699 – 1723)
Henry (1701 – 1708)
Barbara
Anne; 8 Francis Paddy
Titel:
graaf en hertog van Northumberland
7 Barbara FitzRoy, geboren in 1672. Barbara is overleden in 1737, 64 of 65 jaar oud.

1497 Maria Henriëtte Stuart is geboren op dinsdag 4 november 1631 in Londen, dochter van Karel I Van Engeland (zie 1495) en Henriëtta Maria Van Frankrijk. Maria is overleden op vrijdag 24 december 1660 in Londen, 29 jaar oud.
Notitie bij Maria: Maria Henriëtte Stuart werd geboren in St. James’s Palace, Londen. Karel I gaf haar in 1642 de titel Princess Royal, waarmee de traditie werd gevestigd dat de oudste dochter van de Britse vorst deze titel zou dragen. De titel werd ingesteld op het initiatief van koningin Henriëtta Maria, die de Franse etiquette wilde navolgen, waar de oudste dochter van de koning de titel Madame Royale droeg.

De wens van haar vader was om haar een zoon van Filips IV van Spanje te laten huwen, terwijl haar neef Karel Lodewijk van de Palts ook naar haar hand dong. Beide intenties mislukten en zij verloofde zich met Willem, de zoon en de erfgenaam van Frederik Hendrik, de Prins van Oranje-Nassau en stadhouder van de Verenigde Provincies, en van Amalia van Solms. Frederik Hendrik hoopte met een koninklijk huwelijk voor zijn zoon zijn eigen monarchistische aspiraties kracht bij te zetten; hij was ook een van de grootste geldschieters van Karel I tijdens de Engelse Burgeroorlog. Het huwelijk vond op 2 mei 1641 plaats in de Royal Chapel van het Palace of Whitehall in Londen, maar werd verscheidene jaren niet geconsummeerd vanwege de jonge leeftijd van de bruid. In 1642 maakte Maria echter de oversteek naar Holland met haar moeder en in 1644 begon ze haar rol in het openbare leven te spelen als schoondochter van de stadhouder.

In maart 1647 volgde haar echtgenoot Willem II zijn vader op als stadhouder. In november 1650 echter stierf Willem onverwacht aan de pokken, vlak na zijn poging om Amsterdam op zijn politieke tegenstanders te veroveren. Het enige kind van het paar, Willem (later Willem III van Oranje, de stadhouder-koning), werd een paar dagen later geboren. De Prinses van Oranje, nu weduwe, werd gedwongen om het voogdijschap over haar pasgeboren zoon te delen met zijn grootmoeder Amalia, weduwe van Frederik Hendrik, en met Frederik Willem van Brandenburg. Zij was niet erg populair bij de Staatse regering vanwege de connecties met haar familie, de Stuarts. Karel I was op het eind van de Engelse Burgeroorlog onthoofd en de aanwezigheid van Maria in Den Haag leidde tot spanningen met de nieuwe republikeinse Commonwealth onder Oliver Cromwell. Het gedrag van de Engelse royalistische edelen in ballingschap tegenover het gezantschap dat Cromwell naar Den Haag stuurde was een van de directe aanleidingen van de Eerste Engels-Nederlandse Oorlog. Ze irriteerde de publieke opinie nog verder door de gastvrijheid die ze verleende aan haar broers, Karel (de latere Karel II van Engeland) en Jacobus (later Jacobus II van Engeland), nadat die Engeland ontvlucht waren. Het werd haar na de vrede met Engeland door de Staten verboden om haar verwanten nog verder te ontvangen. Zelfs bij de Orangisten was ze niet erg populair omdat ze er van jongs af aan op stond altijd strikt volgens protocol als een koninklijke prinses behandeld te worden en het vertikte om ook maar een woord Nederlands te spreken. Van 1654 tot 1657 bracht de prinses het grootste deel van haar tijd door buiten Holland, meestal in Frankrijk. In 1657 werd zij regent namens haar zoon voor de principaliteit van Oranje, maar de financiële moeilijkheden waarin ze inmiddels verkeerde brachten haar ertoe om de hulp van koning Lodewijk XIV van Frankrijk in te roepen; en deze reageerde door Oranje zelf in te nemen. Maria had geen groot politiek inzicht en liet zich, opgeslokt als ze werd door haar wufte levenswijze, makkelijk door anderen beïnvloeden.

De Restauratie van Karel II in Groot-Brittannië, verbeterde de positie van de "Dowager Princess" en haar zoon in Holland zeer. In 1660 wordt de roep in de Republiek om verheffing van de prins steeds luider. Om de Oranjegezinden de wind uit de zeilen te nemen lanceert Johan de Witt het idee om de prins een goede opvoeding te laten geven onder directe leiding van de Staten van Holland. Dit idee was hem aangedragen door zijn oom Cornelis de Graeff. Intussen heeft De Witt een voorstel van prinses Maria Henriëtte om de prins te benoemen tot kapitein-generaal, in navolging van een besluit van de Staten van Gelderland, afgewezen. De Prinses vraagt raad aan Karel II en zoekt ook steun bij Amsterdam; de Graeff is haar goed gezind. De Staten van Holland besluiten op 1 december 1660 conform het voorstel van Prinses Maria Henriëtte de commissie samen te stellen. Naast De Witt en De Graeff werden enkele vooraanstaande leden zoals Lodewijk van Nassau-Beverweerd en Nanning van Foreest met het voogdijschap over prins Willem III, "het kind van staat", benoemd.

In september 1660 keerde zij naar Engeland terug. Zij stierf echter twee maanden later op 29-jarige leeftijd aan pokken in het Palace of Whitehall en werd begraven in Westminster Abbey. In haar testament had ze haar broer Karel tot voogd over haar zoon Willem benoemd en de nieuwe koning van Engeland gebruikte dit onmiddellijk om zijn invloed in de Republiek te vergroten.
Titel:
Princess Royal en Prinses van Oranje-Nassau
Maria trouwde, 9 jaar oud, op donderdag 2 mei 1641 in de Royal Chapel van het Palace of Whitehall in Londen met Willem II van Oranje, 14 jaar oud. Willem is geboren op woensdag 27 mei 1626 in Den Haag. Willem is overleden op zondag 6 november 1650 in Den Haag, 24 jaar oud.
Notitie bij Willem: Willem had ambitieuze plannen, hij wilde Nederland tot een sterk, gecentraliseerd calvinistisch land maken met hemzelf als monarch. Hij steunde daarbij op de orthodoxe Calvinisten en kwam al gauw in conflict met de republikeinse partij, de Staatsgezinden.

Hij was het in toenemende mate oneens met de politiek van religieuze tolerantie die zijn vader toepaste op de onlangs veroverde Generaliteitslanden, waar de bevolking grotendeels katholiek wenste te blijven. Evenals zijn vader en diens voorganger was ook hij tegen de vrede gekant. Willem droeg ook zijn steentje bij tijdens de Tachtigjarige Oorlog waarbij de Hinderlaag bij Bergen op Zoom (1643) zijn eerste wapenfeit was. De vredesbesprekingen met de Spaanse koning waren ook geheel niet naar zijn zin, maar zij waren al te ver gevorderd om nog tot staan gebracht te worden, toen zijn vader stierf in 1647. Ook zijn moeder Amalia van Solms speelde daarbij een rol, zij werd voor derving van inkomsten bij vrede schadeloos gesteld omdat zij de politiek van haar man wilde voortzetten. Oppositie tegen de ratificatie van de Vrede van Münster kwam ook van Zeeland. Willem adviseerde tevergeefs de andere gewesten ook tegen te stemmen. Daarna verliet hij Den Haag om vooral zijn onmacht tegenover het gewest Holland te verbergen.

De Vrede van Münster bracht ook economische ellende mee voor Zeeland omdat de handel op Schelde, Sas en Zwin zich nu weer naar Vlaamse havens verplaatste. De kolonie van de West-Indische Compagnie in Brazilië ging verloren en dat veroorzaakte grote onvrede. Verder werd overal in de Generaliteitslanden (behalve Overmaas) de Hervorming doorgevoerd en dat leidde tot spanningen. De staatse handelaren in Holland zagen niet in dat zij daarvoor moesten betalen. Willem steunde de orthodoxen niet alleen, maar ook in zijn eigen heerlijkheid Lingen stelde hij een drost aan (Rutger van Haersolte), die in dit katholieke gebied de katholieke priesters verving door dominees en de kerken ontdeed van alle sier. Het werd echter spoedig duidelijk dat het allemaal niets uitmaakte, de mensen bleven katholiek. De orthodoxen wilden hardere maatregelen en een sterker leger, de Hollandse steden, vooral Amsterdam, Dordrecht, Delft, Haarlem en de Westfriese Hoorn en Medemblik wilden juist verkleining van het leger en handhaving van de waardgelders. De grote vraag was wie nu eigenlijk het land regeerde.

In juli 1650 probeerde Willem dit eens en voor altijd te beslechten. Samen met Willem Frederik van Nassau-Dietz de stadhouder van Friesland bereidde hij een staatsgreep voor die tot doel had de macht van het gewest Holland te breken. Eerst was er een propaganda-veldtocht. Er werd een vervalst geschrift uitgegeven waarin stond dat, in geval van een burgeroorlog, het parlement van Engeland -dat zojuist Willems schoonvader had laten onthoofden- de regenten zou steunen met troepen. De Spaanse regering in Brussel had inderdaad alle reden om te voorkomen dat Willem de vrede zou breken. Ook dat kon tegen de regenten gebruikt worden.

Een aantal tegenstanders werd aangehouden, zoals admiraal Witte de With.[1] Een zestal statenleden werd opgesloten op Slot Loevestein, o.a. Jacob de Witt (vader van de latere raadspensionaris van Holland Johan de Witt) en de burgemeesters van Haarlem, Delft, Hoorn en Medemblik. Deze internering was aanleiding voor het ontstaan van de benaming Loevesteinse factie voor de staatsgezinde, antistadhouderlijke groepering in de Republiek. Willem verwierf geen steun van de gewesten Zeeland en Holland om in naam van de Staten Generaal van de Unie in te grijpen om eenzijdig tot ontbinding van legereenheden over te gaan. De prins trok met zijn leger van Dordt naar Delft en Amsterdam, een deel van de troepen verdwaalde echter vanwege onweer en slecht zicht. Na de mislukte aanval op Amsterdam kreeg Cornelis de Graeff van Willem te horen dat Cornelis en zijn broer Andries Bicker uit de vroedschap moesten. De Loevensteinse factie werd vrijgelaten.

In oktober kreeg de prins koorts. Het bleek pokken te zijn en op 6 november stierf hij op 24-jarige leeftijd. Een week later werd zijn erfgenaam geboren, de latere stadhouder Willem III. De Staatsgezinden maakten gebruik van de verwarring in het vijandelijke orangistische kamp en het Eerste Stadhouderloze Tijdperk was geboren. Er was een grote meerderheid ontstaan die geen stadhouder meer wenste. Willem was niet zijn enige kind. Reeds in 1646 zou hij bij een mejuffrouw Bruinier een zoon hebben verwekt.[bron?]

Willem II werd in maart 1651 bijgezet in de Oranje-grafkelder in de Nieuwe Kerk te Delft.
Kind van Maria en Willem:
1 Willem III van Oranje, geboren op maandag 14 november 1650 in Binnenhof (Den Haag). Volgt 1498.

1498 Willem III van Oranje is geboren op maandag 14 november 1650 in Binnenhof (Den Haag), zoon van Willem II van Oranje en Maria Henriëtte Stuart (zie 1497). Willem is overleden op woensdag 8 maart 1702 in Kensington Palace (Londen), 51 jaar oud.
Notitie bij Willem: Willem III van Oranje werd op 14 november 1650 geboren, acht dagen na het plotselinge heengaan van zijn vader, stadhouder Willem II, die aan de pokken overleed. Zijn moeder was Maria Henriëtte Stuart, de Engelse Princess Royal. De regentenpartij onder het beheer van Cornelis de Graeff en Andries Bicker maakten van het overlijden van zijn vader gebruik om het Eerste Stadhouderloze Tijdperk in te luiden. Met alleen Leiden tegen, werd in Holland besloten geen stadhouder te benoemen en om een afvaardiging te sturen naar Zeeland om daar hetzelfde te bewerkstelligen. De Staten namen het recht om landdrosten en baljuws te benoemen nu zelf in handen. Op het eind van de Eerste Engels-Nederlandse Oorlog ’verplichtte’ de provincie Holland, misschien op aandringen van Johan de Witt, zich in de geheime Akte van Seclusie aan het republikeinse Engelse regime van Oliver Cromwell om de prins nooit als stadhouder aan te stellen — of toe te staan dat een andere provincie dat wel deed. Willem, vanaf 1656 onderricht in de staatsreligie van het calvinisme door dominee Cornelis Trigland, kreeg vanaf 1659 onderwijs op de Universiteit van Leiden, zonder daar echt student te zijn. Hij interesseerde zich weinig voor boekenwijsheid maar meer voor de schone kunsten, met name tuinarchitectuur.

De Acte van Seclusie werd herroepen in 1660 na de Restauratie in Engeland van de monarchie. Zijn moeder en grootmoeder Amalia van Solms probeerden verschillende provincies zover te krijgen Willem alvast als hun toekomstige stadhouder aan te wijzen, maar dat mislukte. Gedurende de Tweede Engels-Nederlandse Oorlog 1665-1667 begonnen er echter al stemmen op te gaan voor sterkere leiding. De bemoeienis van Willems oom, Karel II van Engeland, één van de drie voogden - De Witt, De Graeff en Gillis Valckenier - van Willem nadat zijn moeder in 1660 overleden was, leidde echter tot een tegenreactie. De astmatische en gebochelde Willem werd in april 1666 tot Kind van Staat verklaard, nadat Amalia omgekocht was met een staatspensioen, zodat de overheid pro-Engelse elementen uit zijn omgeving kon verwijderen. Willem speelde samen met de zonen van De Graeff - Pieter en Jacob - in het huis aan de dijk naar Soest (het latere Paleis Soestdijk).

Er werd daarna (augustus 1667) een openlijk Eeuwig Edict uitgevaardigd om de prins uit te sluiten van de positie van zijn voorgangers: bepaald werd dat de Kapitein-generaal van de Republiek nooit dezelfde mocht zijn als de stadhouder. Holland en daarna Zeeland, Utrecht, Gelderland en Overijssel schaften het stadhouderschap zelfs helemaal af. Toch was dit een deeloverwinning voor Willem: het opperbevel van het leger zou hem kennelijk gaan toevallen. In 1668 werd hij ook aangewezen als Eerste Edele van de Staten van Zeeland: de eerste van de adellijke afgevaardigden. Amalia en zijn derde voogd Frederik Willem van Brandenburg verklaarden Willem nu meerderjarig, wat eigenlijk illegaal was: een man bereikte toen pas meerderjarigheid met 23 jaar. In 1670 werd hij lid van de Raad van State met vol stemrecht.

Vanaf november 1670 tot februari 1671 bezocht Willem Engeland om zijn oom Karel II te bewegen eindelijk eens wat te gaan aflossen van de enorme schuld die het Huis Stuart sinds de Engelse burgeroorlog aan het Huis van Oranje had. Oom Karel, steeds balancerend op de rand van het bankroet, kon in dit opzicht niets voor Willem betekenen maar probeerde hem wel tot het katholicisme te bekeren. Willems geschokte reactie hierop zorgde ervoor dat Karel zijn neef geen deelgenoot maakte van het geheime Verdrag van Dover dat hij met Lodewijk XIV gesloten had, waarin bepaald werd dat Engeland en Frankrijk samen de Republiek omver zouden werpen en Willem als Soeverein Prins van een Hollandse ’rompstaat’ zouden benoemen.

In het rampjaar 1672 veranderde alles. De Republiek werd van alle kanten aangevallen: door de Engelsen, Fransen en de bisschoppen van Münster en Keulen. Het gewapend conflict dat in dat jaar uitbrak met de Engelsen ging de geschiedenis in als de Derde Engels-Nederlandse Oorlog, dat met de Fransen als de Hollandse Oorlog, hoewel daar nog zes andere partijen bij betrokken waren. Willem had Karel in januari nog aangeboden de Republiek tot een volgzaam bondgenoot van Engeland te maken, als Karel met Frankrijk zou breken en druk zou uitoefenen Willem tot stadhouder benoemd te krijgen. Karel meende echter dat hij na een militaire overwinning de vredesvoorwaarden eenvoudigweg zou kunnen dicteren en ging dus niet op het aanbod in.

In februari werd Willem benoemd tot Kapitein-Generaal. Zijn eerste optreden als legeraanvoerder was weinig gelukkig. De meeste soldaten van de Republiek bevonden zich in de drie grote zuidelijke vestingen: Breda, ’s-Hertogenbosch en Maastricht. Het Franse leger liet deze machtige vestingsteden echter letterlijk links liggen en viel in juni langs de Rijn Gelderland binnen door de Betuwe. Willems kleine veldlegertje viel spontaan uiteen. De IJsselsteden wisten niet hoe snel ze zich moesten overgeven; Willem viel met de resten van zijn strijdmacht terug op Utrecht waar hij de poorten echter voor hem gesloten vond: de Utrechtse burgerij had weinig trek in een belegering en liet de Fransen binnen. Toen stokte de Franse opmars omdat Lodewijk, de oorlog al gewonnen wanend, op zijn gemak zoveel mogelijk geld van de rijke Hollanders poogde af te persen. De nationale catastrofe voor de Republiek leidde evenwel tot een panisch volksoproer. De oranjepartij greep de macht: de Prins werd op 4 juli benoemd tot stadhouder van Holland en op 16 juli van Zeeland. Op 5 juli bezocht Lord Arlington, op zijn reis alom toegejuicht door de bevolking, Willem in Nieuwerbrug en eiste zijn capitulatie; in ruil zou hij Prins van Holland mogen worden. Willem weigerde echter resoluut. Arlington sloot toen met de Fransen het Akkoord van Heeswijk om geen aparte vrede te sluiten. Karel, die wat ongelukkig was met Arlingtons intimiderende aanpak, stuurde Willem op 18 juli een sussende brief: zijn neef moest goed begrijpen dat dit alles niet persoonlijk bedoeld was maar tegen het regentenregiem gericht. Was dat eenmaal verdwenen dan zou vrede snel volgen. Willem antwoordde met een tegenaanbod: hij zou Prins van Holland worden en met Engeland apart vrede sluiten in ruil voor £400.000 ineens, jaarlijks £10.000 pond haringrechten, Suriname en de stad Sluis. Karel wees dit echter af. Op 15 augustus publiceerde Willem Karels brief van 18 juli om het volk tegen raadpensionaris Johan de Witt op te zetten. Johan en Cornelis de Witt werden hierop op 20 augustus door een orangistische burgerwacht vermoord. Wellicht was Willem direct bij het moordcomplot betrokken. Gaspar Fagel werd nu raadpensionaris. In 1672 ontsloeg de prins 130 staatsgezinde regenten, zoals Andries de Graeff in Amsterdam en Pieter de Groot in Rotterdam. Ondertussen verliep de oorlog al gunstiger: op 7 juli waren de inundaties van de Hollandse Waterlinie uitgevoerd, waarmee een verdere Franse opmars onmogelijk werd gemaakt. Men zou Lodewijk niets betalen, hoewel de kosten van de oorlog veel hoger zouden uitvallen dan zijn eis van twintig miljoen gulden. Hoewel de Staten van Overijssel zich overgaven aan de bisschop van Münster Bernhard von Galen, wist de stad Groningen op eigen kracht zijn belegering te doorstaan: Von Galen zag zich door geldgebrek gedwongen het beleg op te breken; in december werd ook Coevorden heroverd en was heel Drenthe bevrijd.

In 1673 mengden zowel Spanje, dat nog maar 25 jaar tevoren de soevereiniteit van de Republiek had moeten erkennen, als de Duitse Keizer zich in de oorlog aan de kant van de Republiek. De gezamenlijke vloten van Engeland en Frankrijk werden door Michiel de Ruyter in drie opeenvolgende zeeslagen in de Nederlandse kustwateren voldoende toegetakeld om een invasie vanuit zee af te wenden; Engeland beëindigde de Derde Engels-Nederlandse Oorlog met de Vrede van Westminster (1674). In datzelfde jaar trok Willem III met een legertje van 12.000 man richting Bonn, de regeringsstad van de keurvorst van Keulen. Samen met een Brandenburgs leger omsingelde hij deze stad, waarop die capituleerde. Dit had grote gevolgen: Frankrijk trok zich terug van de IJssellinie, omdat de aanvoerlinies via de Rijn waren afgesneden, en Keulen en Münster werden tot vrede gedwongen. Zo herwon de Republiek alles behalve Grave en Maastricht die nog door de Fransen bezet werden gehouden. Nu werd Willem ook stadhouder van Utrecht en Overijssel, nadat Willem een voorstel van Fagel had afgewezen om er Generaliteitslanden van te maken als straf voor hun defaitisme en collaboratie. In Gelderland boden de Staten in 1675 Willem zelfs de titel van hertog aan, die hij noodgedwongen moest weigeren na zeer negatieve reacties van Zeeland en de stad Amsterdam; ook hier moest hij genoegen nemen met het stadhouderschap. Later werd hij ook stadhouder over Westerwolde en in 1696 ook van Drenthe. Het stadhouderschap werd in 1674 door Utrecht in mannelijke lijn erfelijk verklaard. Maar in 1678 was het enthousiasme alweer geluwd en lag Willem opnieuw overhoop met Amsterdam, waar burgemeester Hendrik Hooft de lakens uitdeelde.

Deze probeerde steun te krijgen voor het vredesvoorstel van Lodewijk XIV van Frankrijk. Maar juist toen hij zijn zin leek te krijgen, gooide de koning zelf roet in het eten. Deze weigerde het beleg van Bergen in Henegouwen op te breken. Willem kreeg nu zelfs de steun van Hooft om met een leger van 35.000 man naar de belegerde stad op te rukken. Lodewijk had globaal gesproken voldoende van zijn plannen gerealiseerd, en in 1678 sloot hij de vrede Vrede van Nijmegen, waarmee zijn Hollandse oorlog ten einde was. De Prins viel desondanks aan, vier dagen na de ondertekening, wat leidde tot de Slag bij St. Denis. Dit resulteerde in een overwinning voor de prins, maar ook in veel onaangename woorden en beschuldigingen over en weer met de Fransen. Willem en Lodewijk zouden hun hele leven vijanden blijven, maar ook Brandenburg was niet gelukkig omdat de Republiek een aparte vrede gesloten had, hetgeen betekende dat de keurvorst Pommeren zijn verloren gebieden niet van de Zweden terugkreeg. Nederland kreeg de naam een slechte en onbetrouwbare bondgenoot te zijn.

In 1680 was Lodewijk alweer uit op gebiedsuitbreiding. Hij probeerde nog meer van de Zuidelijke Nederlanden in te palmen en bood de Republiek ’vriendschap’ aan die echter binnen twee weken aanvaard moest worden. Spanje van zijn kant deed een beroep op de Republiek om troepen te sturen, toen in 1682 Luxemburg geblokkeerd werd. De Prins was voor. De regenten en de stadhouder van Friesland (Hendrik Casimir II van Nassau-Dietz) waren tegen. Terwijl er onderling gekrakeeld werd, brak in 1683 de Herenigingsoorlog uit en vielen Kortrijk en Diksmuide in Franse handen. In 1684 werd duidelijk dat Willem zijn zin niet zou krijgen. Uiteindelijk werd het vriendschapsverdrag met Frankrijk aanvaard, zij het dat de Prins schadeloos gesteld werd voor de schade aan zijn bezittingen in het prinsdom Orange en in Luxemburg. De betrekkingen met de steden werden daarna wat beter voor de Prins. De Herenigingsoorlog werd door Frankrijk met het verdrag van Regensburg in 1684 op voordelige wijze beëindigd met de andere belanghebbenden: Spanje, het Duitse Keizerrijk en Engeland.

Willems echtgenote Maria Stuart was de oudste dochter van de in 1685 koning geworden Jacobus II van Engeland en dus zijn volle nicht. Zij was in 1677 tot een huwelijk met Willem gedwongen door haar oom Karel die even een anti-Franse politiek moest volgen om zijn binnenlandse positie te versterken. Tot de geboorte van Jacobus’ zoon in 1688 was zij de erfgename van de drie tronen van Engeland, Schotland en Ierland. Haar vader was katholiek en streefde een absolute monarchie na.

Inmiddels had Lodewijk de Republiek economisch de oorlog verklaard; de Franse nijverheid had dan ook grote moeite te concurreren met de import vanuit Nederland. Leiden kon zijn laken niet meer in Frankrijk verkopen. Het gevaar was dat Engeland opnieuw de kant van Frankrijk zou kiezen en er opnieuw een rampjaar zou komen. Zo rijpte het plan om Engeland voorgoed tot bondgenoot te maken. Daarbij hielp het dat er een uitnodigingsbrief van zeven vooraanstaande Engelsen was. Willem vertrok met een leger van 14.000 Nederlanders en 7.000 anderen (onder meer Hugenoten, Engelsen, Schotten, Duitsers, Denen, Franse, Zweedse, Finse (in berenvellen), Poolse, Griekse en Zwitserse soldaten) van Hellevoetsluis naar Engeland in 1688. De armada van 500 schepen was zo’n vier keer groter dan de Spaanse Armada van 1588. De snelheid waarmee de hele operatie werd opgezet maakte diepe indruk. Willem ging aan de Engelse zuidkust in Brixham, tegenover Torquay aan land. Het leger van Jacobus was in eerste instantie sterker dan dat van Willem, maar al spoedig liepen met name de protestantse officieren uit Jacobus’ leger over. De bekendste onder hen was John Churchill, de latere hertog van Marlborough. Jacobus talmde en verloor daardoor de controle over zijn land. Willem vaardigde een bevel uit aan alle troepen in en rond Londen, om zich terug te trekken. Hier werd veelal gevolg aan gegeven. Op 18 december trokken de toekomstige koning en koningin van Engeland Londen binnen. De stad werd daarna maandenlang door Nederlandse troepen bezet gehouden. Op 13 februari 1689 aanvaardde Willem, te samen met zijn vrouw, de Kronen van Engeland (als Willem III) en Ierland (als Willem I). Op 11 april 1689 werden Willem (als Willem II) en Maria tot koning en koningin van Schotland gekroond. Tot de Slag aan de Boyne in Ierland 1690 bleef Willems positie echter wankel en kon hij zich alleen door zijn buitenlandse troepen handhaven. Er was nog heel wat steun voor Jacobus, vooral in Ierland en Schotland, maar ook in Engeland zelf. In 1691 gaven de Ieren zich eindelijk over en in oktober werd het Verdrag van Limerick getekend, waarin Willems bevelhebber, Ginkel, de katholieken milde voorwaarden oplegde. Deze zouden echter niet nagekomen worden door de Ierse protestanten, die hiermee wraak namen voor de gebeurtenissen van 1641, toen zij door de katholieken belaagd waren. King Billy is tot vandaag de dag de held van de protestantse Unionisten gebleven.

De Republiek werd heen en weer geslingerd tussen vrees voor gegroeide macht van Oranje en vrees voor de externe dreiging van Lodewijk XIV; Amsterdam was de meest prominente anti-orangistische stad, maar de vrij algemeen gerespecteerde en bewonderde stadhouder-koning kon in het algemeen op samenwerking met de Staten rekenen. Er werd door Lucas Rotgans zelfs een epos aan Willem gewijd (Willem III). Willems Glorious Revolution luidde een keerpunt in voor de Nederlands-Engelse betrekkingen, dat uiteindelijk ten gunste van Engeland zou uitpakken. Voor Engeland betekende dit het definitieve einde van de strijd tussen koning en parlement, en met de komst van Willems bankiers werd het Engelse financiële systeem herzien. Voortaan kon het land zich op de kolonisatie gaan richten. De Republiek had weliswaar een machtige traditionele rivaal veranderd in een machtige bondgenoot tegen Frankrijk, maar die zou haar steeds meer gaan overvleugelen.

Inmiddels was de handelsoorlog met Frankrijk geëscaleerd tot de Negenjarige Oorlog 1688-1697, die ook wel de Oorlog van de Liga van Augsburg wordt genoemd. Zoals wel vaker speelden er diverse conflicten tegelijkertijd, waaronder een opvolgingskwestie in de Palts waarmee Lodewijk zich bemoeide. Deze veroorzaakte zowel voor de Republiek als voor Frankrijk veel economische problemen. Bij het bezoek vanuit Engeland van Willem in februari 1691 aan Den Haag, vanwege besprekingen met zijn bondgenoten in Liga van Augsburg kwamen vele hoge gasten en gezanten naar de stad. De overtocht van Willem was niet zonder ongemak en gevaar. De tocht in een open boot duurde 18 uur. Er stak een mist op, er dreven ijsschotsen, en ze kwam op een zandbank terecht voor de kust van Goedereede. Willem was vergezeld van diverse adellijke figuren, waaronder Hans Willem Bentinck en de bisschop van Londen. Volgens Govert Bidloo in zijn Komst van zijne majesteit Willem III, Koning van Groot Britanje enz. in Holland was Willem gewoon alle gevaren te verachten. Voor de festiviteiten rond het bezoek ontwierp Romeyn de Hooghe een groot aantal decoraties. Aanwezig waren de keurvorst van Brandenburg Frederik I van Pruisen, de keurvorst van Beieren Maximiliaan II Emanuel van Beieren, de prinses van Koerland, waarschijnlijk Maria Anna van Koerland, getrouwd met Karel van Hessen-Kassel, de eveneens aanwezige landgraaf van Hessen-Kassel en de toekomstige keurvorst van Saksen. Toen in maart Bergen in het Zuid-Nederlandse Henegouwen werd belegerd, spoedde Willem zich naar het front.

De oorlog eindigde onbeslist in 1697 met de Vrede van Rijswijk, waarbij Frankrijk uiteindelijk Luxemburg het West-Vlaamse Kortrijk en de Henegouwse steden Aat, Charleroi en Bergen aan Spanje teruggaf. Lodewijk deed het ook voorkomen dat de Nederlandse handel hervat kon worden, maar zodra de Vrede van Rijswijk getekend was, interpreteerde hij die weer anders.

Toen Karel II van Spanje in 1700 kinderloos stierf na een kleinzoon van Lodewijk XIV (Filips V) als opvolger aangewezen te hebben, dreigde een politieke eenheid tussen Frankrijk en Spanje. Daarmee zou de Franse hegemonie in Europa helemaal niet meer te beteugelen zijn. Lodewijk verergerde het wantrouwen tegen hem door de aanspraken van de ’Old Pretender’ Jacobus Frans Eduard Stuart, de zoon van de door Willem ten val gebrachte Jacobus II te steunen. Er ontstond al snel een anti-Franse Grote Alliantie, waarmee Willem voor de derde keer sinds 1672 een hoofdrol kreeg in een oorlog tegen Frankrijk. Al in 1701 brak de Spaanse Successieoorlog uit.

In 1702 stierf Willem aan longontsteking, als complicatie bij een gebroken sleutelbeen, na een val van zijn paard dat struikelde over een molshoop. Het ongeluk vond plaats op 20 februari bij Hampton Court, vanwaar de koning werd overgebracht naar Kensington Palace, waar hij op 8 maart overleed. Vanwege zijn kinderloosheid ontstond ook hier een opvolgingsprobleem. Hij had wel geprobeerd om Johan Willem Friso van Nassau-Dietz, de zoon van de Friese stadhouder Hendrik Casimir (en kleinzoon van Albertine Agnes, dochter van Frederik Hendrik van Oranje-Nassau), tot opvolger aan te wijzen, maar in Engeland werd Willem opgevolgd door Anne, de zuster van Mary. In Holland werd het Tweede Stadhouderloze Tijdperk uitgeroepen. Koning Frederik I van Pruisen riep zich tot Prins van Oranje uit, waarbij hij zich beriep op het testament van stadhouder Frederik Hendrik die bepaalde dat bij het uitsterven van de mannelijke lijn van Oranjes al zijn bezittingen zouden vererven op de nakomelingen van zijn oudste dochter Louise Henriëtte, die de moeder was van Frederik I van Pruisen. Het Prinsdom Orange ging echter over op het huis Bourbon-Conti en in hun naam verdreef koning Lodewijk XIV in 1703 alle protestanten uit de stad. De strijd om de nalatenschap zou zich nog dertig jaar voortslepen. In 1732 werd tenslotte het Traktaat van Partage getekend. Pruisen kreeg het Graafschap Lingen, Moers en Opper-Gelre, behalve Venlo en Roermond. Zowel Oranje-Nassau als Brandenburg mochten de titel Prins van Oranje voeren, hoewel daar geen enkele bestuurlijke macht in het prinsdom zelf meer aan verbonden was

Willem had een introverte gesloten persoonlijkheid. Naar buiten toe liet hij zelden iets van zijn emoties blijken en hij placht zijn standpunten zoveel mogelijk voor zichzelf te houden. Hij verkeerde ook niet graag in onbekend gezelschap. Dat was uitzonderlijk in de 17e eeuw, toen vorsten meestal een zeer publiek leven leidden. Tijdgenoten vonden het daarom moeilijk een goed beeld van hem te krijgen. Ook in geschriften drukte hij zich vaak bijzonder behoedzaam uit — wat in de hand gewerkt werd door de bloemrijke taal die toen in officiële teksten in de mode was — zodat we veel van zijn diepste gevoelens slechts kennen uit losse opmerkingen die hij in intiem gezelschap maakte en die ons overgeleverd zijn in de dagboeken van zijn hovelingen. Toch was hij bepaald geen emotieloos man: hij was integendeel juist uiterst fel in zijn opvattingen. Fel was hij ook in de persoonlijke trouw aan zijn vrienden die hij zelden in de steek liet, hoezeer ze die trouw ook beschaamden door het najagen van eigenbelang. Tijdens zijn bewind nam in Nederland de corruptie fors toe.

Willem ontwikkelde vaak een zeer diepe gehechtheid aan zijn mannelijke vrienden, zoals zijn gouverneur Frederik van Nassau en zijn jeugdvriend Hans Willem Bentinck. Zijn mannelijke favorieten beloonde hij met invloedrijke posities en hoge titels. Tegelijkertijd is niet met zekerheid bekend dat hij ooit seksuele relaties had voor of buiten zijn huwelijk — dat kinderloos bleef. Hij had wel eens een soort maîtresse, Elizabeth Villiers, maar hun relatie schijnt gebaseerd te zijn geweest op de grote intelligentie van die hofdame. Al vrij snel na zijn aantreden in Engeland werd het daar gebruikelijk hem in pamfletten te bespotten om zijn vermeende homoseksualiteit. Ook in Nederland echter vonden sommigen van zijn staf het verdacht dat hij met enige regelmaat bezoek kreeg van mannen waarvan het onduidelijk was hoe hij ze eigenlijk kende en waarmee hij zich voor korte tijd in zijn privévertrekken terugtrok.

Tegenwoordig zijn de meningen van de historici verdeeld. Sommigen achten het zeer waarschijnlijk dat Willem er homoseksuele relaties op na hield; anderen menen dat die indruk slechts gewekt wordt doordat Willem een introverte verlegen man was, daarbij tamelijk lelijk — hij was erg klein met te korte benen, was gedrongen en had een veel te lange kromme neus — die zich daarom niet erg op zijn gemak voelde in vrouwelijk gezelschap, waar hij met zijn drukke bezigheden ook te weinig tijd voor had
Titel:
Prins van Oranje (was stadhouder van Holland, Zeeland, Utrecht, Gelderland en Overijssel (1672-1702) en koning van Engeland, Schotland en Ierland (1689-1702). Ook voerde hij de titel koning van Frankrijk, zoals alle koningen van Engeland van Eduard III tot George III deden. Bekende bijnamen zijn koning-stadhouder, Dutch William en King Billy.)
Willem trouwde met Maria II Van Engeland. Zie 1500 voor persoonsgegevens van Maria.

1499 Jacobus II en VII Van Engeland is geboren op vrijdag 14 oktober 1633 in Londen, zoon van Karel I Van Engeland (zie 1495) en Henriëtta Maria Van Frankrijk. Jacobus is overleden op vrijdag 16 september 1701 in Saint-Germain-en-Laye, 67 jaar oud.
Notitie bij Jacobus: Hij was de laatste rooms-katholieke monarch van Engeland, Schotland en Ierland. Sommigen van Jacobus’ aanhangers waren het niet eens met zijn politieke overtuigingen. Hij was bijvoorbeeld een fanatiek aanhanger van de absolute monarchie. Ook waren die mensen het niet eens met zijn religieus beleid. Dat resulteerde uiteindelijk in de Glorious Revolution. Zowel door het Engelse parlement als het Ierse parlement werd Jacobus op 11 december 1688 afgezet. Het Schotse parlement zette hem op 11 april 1689 af. Hij werd echter niet opgevolgd door zijn katholieke zoon, prins Jacobus Frans Eduard Stuart, maar door zijn protestantse dochter, koningin Maria II, en zijn schoonzoon Willem III van Oranje-Nassau. Vanaf 1689 werden Willem en Maria gezamenlijk koning en koningin van Engeland, Schotland en Ierland. Jacobus II heeft nog één serieuze poging gedaan om zijn tronen te heroveren, in 1689. Hij landde toen in Ierland met een jacobitisch leger. Maar hij werd in de zomer van 1690 door de legers van Willem III verslagen tijdens de Slag aan de Boyne. Jacobus keerde terug naar Frankrijk. Hij leefde de rest van zijn leven onder de bescherming van zijn neef en bondgenoot, koning Lodewijk XIV van Frankrijk.

Jacobus II is het best bekend om zijn geloof in een absolute monarchie en voor zijn pogingen om godsdienstvrijheid te krijgen voor zijn volgelingen. Dit was echter tegen de wens van het Engelse parlement en de grote meerderheid van de Engelse, Schotse en Ierse bevolking.

Jacobus werd geboren op 14 oktober 1633 als derde zoon van koning Karel I van Engeland en koningin Henriëtta Maria van Frankrijk. Zijn geboorte vond plaats in het St. James’s Palace te Londen. Later in dat jaar werd Jacobus gedoopt door William Laud, de anglicaanse aartsbisschop van Canterbury. Jacobus werd opgevoed door leraren samen met zijn oudere broer, de latere koning Karel II van Engeland en met twee zonen van de Hertog van Buckingham, George en Francis Villiers. Toen hij drie jaar oud was, werd Jacobus benoemd tot Lord High Admiral; deze titel was echter titulair, maar zou een inhoudelijke inhoud krijgen na de restauratie, toen Jacobus een volwassen man was.

Jacobus was een kleinzoon van de Engelse koning Jacobus I en diens vrouw koningin Anna van Denemarken. Hij was ook een kleinzoon van de Franse koning Hendrik IV en diens vrouw, koningin Maria de’ Medici. Hij was daardoor een neef van koning Lodewijk XIV.
Jacobus had twee oudere broers, de jong overleden prins Karel Jacobus (1629) en de latere Engelse koning Karel II (1630-1685). Deze huwde de Portugese infanta Catharina van Bragança. Jacobus had ook een oudere zus, prinses Maria Henriëtte (1631-1660), de eerste Princess Royal. Zij huwde prins Willem II van Oranje-Nassau en werd moeder van de latere koning Willem III. Jacobus kreeg vier jongere zusjes, waarvan er drie op jonge leeftijd overleden, prinses Elizabeth (1635-1650), prinses Anne (1637-1640) en prinses Catherine (1639). Zijn zusje dat wel een volwassen leeftijd behaalde was prinses Henriëtta Anne (1644-1670). Zij huwde Filips I, hertog van Orléans. Ook kreeg Jacobus nog een jonger broertje, prins Hendrik, hertog van Gloucester (1639-1660).

In 1643 ontving hij de titel hertog van York. Tijdens de burgeroorlog tussen de republikeinen van Oliver Cromwell en de royalisten werd hij door het parlement gevangengenomen, maar hij ontsnapte in 1648 naar Den Haag. In 1649 ging hij naar Frankrijk. In 1652 diende hij onder Turenne en in het Spaanse leger.

Bij het herstel van de Stuarts (de troonsbestijging van zijn broer Karel II) in 1660 werd hij ’Lord High Admiral’ van Engeland. In die hoedanigheid was hij commandant van de marine en versloeg tijdens de Tweede Engels-Nederlandse Oorlog die hij zelf mede had uitgelokt, de Nederlanders in de Slag bij Lowestoft (1665). De kolonie Nieuw Amsterdam, die bij de Vrede van Breda 1667 aan Engeland kwam, werd naar hem New York genoemd. Deze periode werd ook wel de Engelse Restauratie genoemd.

Onder invloed van zijn vrouw, Anna Hyde (22 maart 1638 – 31 maart 1671), met wie hij in op 24 november 1659 te Breda was getrouwd, was hij overgegaan tot het katholicisme. Na de afkondiging van de Test Act (1673) moest hij daardoor al zijn ambten neerleggen.

Op 21 november 1673 hertrouwde hij te Dover met de katholieke Maria d’Este (25 september 1658 – 7 mei 1718), prinses van Modena. Zijn populariteit onder de bevolking nam steeds verder af en in 1678 moest hij zelfs vluchten. Hij kon echter spoedig terugkeren en in 1680 werd hij koninklijk stadhouder in Schotland, waar hij hard optrad tegen de protestanten. Jacobus was de wettige troonopvolger, maar na 1680 brak een hevige strijd om zijn erkenning uit tussen koning en parlement, en tussen de politieke partijen van de Whigs (liberalen) en de Tories (conservatieven).
Toen Karel stierf zonder erfgenaam, was Jacobus de wettige opvolger voor de troon van Engeland en Schotland. Koning Karel II stierf op 6 februari 1685 te Palace of Whitehall in Londen. Jacobus, hertog van York, volgde hem op als koning Jacobus II (King James II).

Jacobus werd op 23 april 1685 gekroond in Westminster Abbey.

Uit zijn eerste huwelijk waren nog twee dochters in leven, beide protestants en ook uit zijn tweede huwelijk had hij geen mannelijke erfgenaam. Op 10 juni 1688 schonk echter zijn tweede vrouw het leven aan haar vijfde kind, ditmaal een zoon. De algemene ontevredenheid nam met de geboorte van deze katholieke erfgenaam nog meer toe. Het vooruitzicht van een katholieke dynastie was zeer bedreigend voor de protestanten, die niet gelukkig waren met een katholiek als hoofd van de Kerk van Engeland. Dit leidde tot een samenzwering, de Glorious Revolution, met het doel Jacobus II te vervangen door zijn dochter Maria, een overtuigd protestantse.

Op 5 november 1688 landde Maria’s echtgenoot Willem III van Oranje-Nassau in Engeland (bij Torquay) met een groot Nederlands leger. Willem gaf het bevel het Engelse leger te ontbinden en daar werd goeddeels gehoor aan gegeven. Jacobus had daardoor al snel in Engeland zelf niet veel steun meer. Op 11 december vluchtte hij om vanuit het katholieke Ierland - een deel van zijn rijk waar hij nog wel steun had - de strijd voort te zetten. Hiermee kwam zijn regering feitelijk ten einde omdat het parlement in Westminster zetelde.

Op 28 januari 1689 besloot het parlement dat Jacobus met zijn vlucht afstand had gedaan van de troon en dat Willem en Maria hem wettig konden opvolgen. Hiermee kwam ook het primaat van het parlement over het koningschap vast te staan. De Schotten volgden het besluit op 11 april 1689. Jacobus was in Ierland nog aan de macht tot aan de Slag aan de Boyne op 1 juli 1690.

Na zijn nederlaag vluchtte Jacobus naar Frankrijk, waar Lodewijk XIV hem een jaargeld gaf. Officieel trad hij nooit af en bleef hij aanspraak maken op de troon van Engeland, Schotland en Ierland. Hieruit ontstond het Jacobitisme dat nog tot in het midden van de 18e eeuw een factor in de Engelse politiek zou blijven.

Hij mocht van Lodewijk XIV in het Koninklijke kasteel van Saint-Germain-en-Laye nabij Parijs wonen. De vrouw van Jacobus en een paar van zijn volgelingen sloten zich bij hem aan en gingen ook in ballingschap. De meesten waren rooms-katholiek. In 1692 werd zijn jongste kind geboren, prinses Louise Maria Theresia. Sommige volgelingen van Jacobus die nog in Engeland woonden, probeerden hem weer op de troon te zetten door koning Willem III in 1696 te vermoorden. Dit verraad werd echter op tijd ontdekt en zo kon de moord op Willem III worden vermeden. Dit voorval maakte Jacobus in Engeland nog minder populair. Lodewijk XIV heeft nog een poging gedaan om Jacobus tot koning van het Pools-Litouwse Gemenebest te laten verkiezen. Dit ging echter niet door.

Jacobus II stierf aan intracerebraal hematoom, een bloeding in de hersenen, op 16 september 1701 te Saint-Germain-en-Laye. Zijn oudste dochter, Mary, was in 1694 overleden als koningin van Engeland. Na de dood van koning Willem III in 1702 werd een andere dochter van Jacobus, prinses Anne, koningin van Engeland, Schotland en Ierland. Zij werd later de eerste koningin van Groot-Brittannië.
Titels:
koning van Engeland, Schotland en Ierland van 6 februari 1685 tot 1688.
1e hertog van Cambridge
Jacobus:
(1) trouwde, 26 jaar oud, op maandag 24 november 1659 in Breda met Anna Hyde, 22 jaar oud.
Notitie bij het huwelijk van Jacobus en Anna: Zij was een dochter van Edward Hyde en Frances Aylesbury. Zij huwde op 24 november 1659 in Breda met Jacobus II Stuart, die na haar dood koning van Engeland zou worden. Na de geboorte van haar jongste kind in 1671 stierf zij vermoedelijk aan borstkanker.
Anna is geboren op zondag 22 maart 1637 in Cranbourne Lodge (Windsor). Anna is overleden op dinsdag 31 maart 1671 in St. James’s Palace, 34 jaar oud.
(2) begon een relatie, minstens 26 jaar oud, na 1659 met Arabella Churchill, minstens 11 jaar oud. Arabella is geboren op zondag 23 februari 1648. Arabella is overleden op dinsdag 30 mei 1730, 82 jaar oud.
Notitie bij Arabella: Ze was de dochter van sir Winston Churchill (een voorvader van Winston Churchill) en Elizabeth Drake, en zuster van John Churchill, 1e hertog van Marlborough.

Ze werd geboren als de oudste van twaalf kinderen. Op 17-jarige leeftijd werd ze hofdame van de hertogin van York, Anne Hyde. Al snel werd ze de maîtresse van de hertog van York, Jacobus, de latere koning Jacobus II. Tijdens het leven van Anne kreeg Arabella zeker twee kinderen van haar minnaar. Na het huwelijk met Maria d’Este ging hun relatie gewoon door en ze kregen nog twee kinderen.

Arabella leidde inmiddels een teruggetrokken leven in een huis aan St. James’s Square in Westminster, Londen, dat Jacobus voor haar had gekocht, waar ze leefde van een toelage die Jacobus ook voor haar geregeld had. Nadat hun relatie rond 1674 eindigde, verkocht ze het huis voor een vorstelijk bedrag. Ze huwde met kolonel Charles Godfrey († 23 februari 1714). Zij kregen samen vier kinderen, waarvan twee dochters de volwassen leeftijd behaalden.

Ze stierf in 1730 als rijke weduwe en werd begraven in Westminster Abbey.
(3) begon een relatie, minstens 37 jaar oud, na 1670 met Catherine Sedley. Catherine is overleden.
(4) trouwde, 39 of 40 jaar oud, in 1673 met Maria d’Este van Modena, 14 of 15 jaar oud. Maria is geboren op zaterdag 5 oktober 1658 in Modena. Maria is overleden op zaterdag 7 mei 1718 in Saint-Germain-en-Laye, 59 jaar oud.
Notitie bij Maria: Maria Isabella d’Este werd katholiek opgevoed en overwoog om in een klooster te treden. Lodewijk XIV van Frankrijk achtte haar echter een uitstekende huwelijkspartner voor Jacobus Stuart, de jongere broer van Karel II van Engeland. Jacobus had zich tot het katholicisme bekeerd en een huwelijk met een katholieke vrouw zou de banden tussen Engeland en Frankrijk versterken.

Jacobus had al twee protestantse dochters uit een eerder huwelijk, maar de wet in Engeland verleende voorrang aan mannelijke erfgenamen bij de troonopvolging, ongeacht hun leeftijd vergeleken met die van hun zusters. Het huwelijk riep in het overwegend protestantse Engeland veel tegenstand op, en tijdens de nasleep van de zogenoemde paapse samenzwering in 1678 reisden zowel Jacobus als Maria tijdelijk naar het buitenland om niet ten prooi te vallen aan de woede van het volk.

De koningin slaagde er voorlopig echter nog niet in een mannelijke erfgenaam voort te brengen. De kinderen waren of doodgeboren of stierven als zuigeling. Na de kroning van Jacobus in 1685 nam de druk op Maria verder toe om een mannelijke, katholieke troonopvolger te baren. Op 10 juni 1688 werd inderdaad prins Jacobus Stuart geboren, maar het gerucht ging dat een zoveelste doodgeboren kind was vervangen door de zoon van een ander. Enkele maanden later werden Jacobus II en Maria door de Glorious Revolution gedwongen naar Frankrijk te vluchten, terwijl de oudste dochter van haar echtgenoot, Maria Stuart, en haar Nederlandse echtgenoot Willem III het koningsechtpaar van Engeland en Schotland werden.

Maria d’Este stierf in 1718 aan borstkanker in het Château de Saint-Germain-en-Laye nabij Parijs en werd bijgezet in de abdij van Chaillot, maar haar graftombe werd tijdens de Franse Revolutie verwoest.
Kinderen van Jacobus en Anna:
1 Karel Van Engeland, geboren op vrijdag 22 oktober 1660. Karel is overleden op donderdag 5 mei 1661, 6 maanden oud.
2 Maria II Van Engeland, geboren op zondag 30 april 1662 in Londen. Volgt 1500.
3 Jacobus Stuart Van Engeland, geboren op woensdag 11 juli 1663 in St. James’s Palace, Londen. Jacobus is overleden op maandag 20 juni 1667 in Richmond Palace, Richmond upon Thames, 3 jaar oud.
Notitie bij Jacobus: Hij was de tweede zoon van Jacobus Stuart, hertog van York, de latere Jacobus II van Engeland, en diens eerste echtgenote Anna Hyde. Jacobus Stuart werd geboren in St. James’s Palace op 12 juli 1663 en werd gedoopt in St. Martin-in-the-Fields op 22 juli daaropvolgend. Bij zijn geboorte was hij al hertog van Cambridge, maar werd pas op 23 augustus 1664 officieel verheven tot hertog en graaf van Cambridge en baron van Dauntsey in Wiltshire. Op 3 december 1666, toen de hertog van Cambridge dus pas drie jaar oud was, werd hij in Whitehall verheven tot ridder in de Orde van de Kousenband. In april 1667 werd hij echter ziek, herstelde zich even, maar overleed in Richmond Palace op 20 juni 1667. Op 26 juni daaropvolgend werd hij begraven in Westminster Abbey.
Titel:
(eerste) hertog van Cambridge
4 Anna van Groot-Brittannië, geboren op vrijdag 6 februari 1665 in St. James’s Palace, Londen. Volgt 1501.
5 Karel Van Engeland, geboren op zondag 4 juli 1666 in St. James’s Palace. Karel is overleden op zondag 22 mei 1667 in St. James’s Palace, 10 maanden oud.
Titel:
1e hertog van Kendal
6 Edgar Van Engeland, geboren op woensdag 14 september 1667 in St. James’s Palace. Edgar is overleden op maandag 8 juni 1671 in Richmond Palace, Richmond upon Thames, 3 jaar oud.
7 Henriette Van Engeland, geboren op zondag 13 januari 1669 in Palace of Whitehall. Henriette is overleden op vrijdag 15 november 1669 in St. James’s Palace, 10 maanden oud.
8 Catherina Van Engeland, geboren op maandag 9 februari 1671 in Palace of Whitehall. Catherina is overleden op zaterdag 5 december 1671 in St. James’s Palace, 9 maanden oud.
Kinderen van Jacobus en Arabella:
9 Henriette FitzJames, geboren in 1667. Volgt 1502.
10 James FitzJames, geboren op donderdag 21 augustus 1670 in Moulins. James is overleden op maandag 21 juni 1734 in Philippsburg, 63 jaar oud.
Notitie bij James: James werd geboren in Frankrijk voor de troonsbestijging van zijn vader. Hij kreeg een katholieke opvoeding en genoot zijn opleiding aan het Collège de Juilly. Hierna trad hij in dienst bij hertog Karel IV van Lotharingen en nam deel aan de Turkse oorlogen van 1686 en 1687. Hier was hij onder andere betrokken bij de belegering van Boeda en de Slag bij Mohacs.

Zijn vader was inmiddels koning van Engeland en Schotland geworden en na zijn terugkeer in Engeland werd hij door hem benoemd tot gouverneur van Portsmouth. Jacobus II benoemde hem ook tot ridder in de Orde van de Kousenband, echter de Glorious Revolution voorkwam dat hij als zodanig werd geïnstalleerd. Jacobus werd afgezet in 1688 en ging in ballingschap. FitzJames nam deel aan de campagnes van zijn vader de troon te heroveren, maar de katholieken werden definitief verslagen bij de Slag aan de Boyne.

Hierna trad FitzJames in Franse krijgsdienst en nam tijdens de Negenjarige Oorlog, dus tegen Engeland, deel aan onder andere de Slag bij Steenkerke in 1692 en de Eerste slag bij Neerwinden in 1693. Bij deze laatst genoemde slag werd hij gevangengenomen, maar uitgewisseld tegen de Hertog van Ormonde.

Als militair stond FitzJames in hoog aanzien om zijn moed, integriteit en strategisch inzicht. Na bewezen diensten in de eerste jaren van de Spaanse Successieoorlog werd hij genaturaliseerd tot Frans staatsburger en in 1706 werd hij zelfs maarschalk van Frankrijk.

Op 25 april 1707 won FitzJames de belangrijke Slag van Almansa, waarbij het ironische feit zich voordeed dat een Frans leger onder een Engelse aanvoerder een Engels leger onder een Franse aanvoerder (Henri de Massue) versloeg.
Het laatste wapenfeit van FitzJames in de Successieoorlog was de bestorming van Barcelona, na een lange belegering, in 1714. Hierna werd hij militair gouverneur van Guyenne en brak een periode van relatieve rust aan in zijn leven.

In 1733 werd FitzJames benoemd als leider van het Rijnleger in de Poolse Successieoorlog. Hij had succes met de belegering van Kehl in 1733, maar werd in 1734 gedood door een kanonskogel tijdens de belegering van Philippsburg.

James FitzJames droeg tijdens zijn leven de volgende titels:

1687: Baron van Bosworth, graaf van Tinmouth en hertog van Berwick, door zijn vader
1707: Hertog van Fitzjames, door Lodewijk XIV van Frankrijk
1707: Hertog van Liria en Xérica, door Filips V van Spanje

James FitzJames huwde tweemaal en uit beide huwelijken had hij kinderen.

Voor de eerste maal huwde hij op 26 maart 1695 te Saint-Germain-en-Laye met Honora Burke (of de Burgh) († Pezénas 16 januari 1698). Zij kregen een zoon:

James Francis Stuart-FitzJames-Stuart (21 oktober 1696 – Napels 2 juni 1738), hertog van Liria en Xérica; 8 (31 december 1716) Catalina Ventura Colón de Portugal (14 juli 1690 – 3 oktober 1739), hertogin van Veraguas en Vega; hij was de stamvader van de Spaanse tak, de hertogen van Liria y Xérica en later de hertogen van Alba de Tormes

Voor de tweede maal huwde hij op 18 april 1700 te Parijs met Anne Bulkeley († 12 juni 1751). Uit dit huwelijk sproten 10 kinderen:

Henri Jacques de FitzJames (15 november 1702 – 13 oktober 1721), hertog van FitzJames; 8 (10 februari 1720) Victoire Félicité de Durfort (1706 – 17 oktober 1753)
Henriette de FitzJames (16 september 1705 – 3 juli 1739); 8 (7 november 1722) Louis de Clermont d’Amboise († 18 september 1761), markiezin van Reynel en Montglas
François de FitzJames (9 juni 1709 – 19 juli 1764), bisschop van Soissons
Henri de FitzJames (8 september 1711 – 1731), gouverneur van de Limousin
Charles de FitzJames (4 november 1712 – 22 maart 1787), hertog van FitzJames, gouverneur van de Limousin; 8 (1 februari 1741) Victoire Louise Joséphe Goyon de Matignon (9 augustus 1722 – 2 augustus 1777); hij was de stamvader van de Franse tak, de hertogen van FitzJames
Laure Anne de FitzJames (1713 – 6 december 1766); 8 (11 maart 1732) Timoléon de Montagu Beaune († 29 april 1747), markies van Bouzols
Marie Emilie de FitzJames (9 oktober 1715 – 3 januari 1770); 8 (4 september 1736) François Marie de Perusse († 1759), graaf des Cars
Edouard de FitzJames (17 oktober 1716 – Keulen 5 mei 1758)
Anne Sophie de FitzJames (ca 1717 – 25 april 1763)
Anne de FitzJames (1720 – 23 mei 1721)
11 Henry FitzJames, geboren op zondag 6 augustus 1673 in Westminster. Henry is overleden op zaterdag 16 december 1702 in Bagnols., 29 jaar oud.
Notitie bij Henry: Hij was een Engels en later Frans militair. Hij was een onwettige zoon van Jacobus II van Engeland en Arabella Churchill, zuster van de hertog van Marlborough.

Tijdens de Glorious Revolution vocht hij aan zijn vaders zijde in de Slag aan de Boyne, evenals zijn broer, de hertog van Berwick.

Nadat zijn vader definitief was afgezet volgde hij hem in zijn ballingschap in Frankrijk. Hier beleende zijn vader hem in 1696 met de titels hertog van Albemarle, graaf van Rochford en baron van Romney. Deze titels werden echter alleen erkend door de jacobieten, omdat zijn vader als koning van Engeland en Schotland was afgezet.

FitzJames trad als luitenant-generaal in het Franse leger en werd in 1702 admiraal. Hetzelfde jaar overleed hij.

Op 20 juli 1700 huwde FitzJames met Marie Gabrielle d’Audibert (1675 – Saint-Germain-en-Laye 15 mei 1741), gravin van Lussan. Het paar kreeg een dochter, die een half jaar na de dood van haar vader werd geboren: Christine Marie Jacqueline Henriette FitzJames (Bagnols 29 mei 1703 - ?). Zij werd non.
12 Arabella FitzJames, geboren in 1674. Arabella is overleden op vrijdag 7 november 1704, 29 of 30 jaar oud.
Kind van Jacobus en Catherine:
13 Catherine Darnley, geboren omstreeks 1681. Volgt 1503.
Kinderen van Jacobus en Maria:
14 Catherina Laura Van Engeland, geboren op donderdag 10 januari 1675. Catherina is overleden op donderdag 3 oktober 1675, 8 maanden oud.
15 Isabella Van Engeland, geboren op dinsdag 18 augustus 1676. Isabella is overleden op zondag 2 maart 1681, 4 jaar oud.
16 Karel Van Engeland, geboren op zondag 7 november 1677. Karel is overleden op zondag 12 december 1677, 1 maand oud.
17 Elizabeth Van Engeland, geboren in 1678. Elizabeth is overleden.
18 Charlotte Maria Van Engeland, geboren op zondag 16 augustus 1682. Charlotte is overleden op dinsdag 6 oktober 1682, 1 maand oud.
19 Jacobus Frans Eduard Stuart, geboren op donderdag 10 juni 1688. Volgt 1504.
20 Louise Maria Theresia Van Engeland, geboren op zaterdag 28 juni 1692. Louise is overleden op vrijdag 8 april 1712, 19 jaar oud.

1500 Maria II Van Engeland is geboren op zondag 30 april 1662 in Londen, dochter van Jacobus II en VII Van Engeland (zie 1499) en Anna Hyde. Maria is overleden op dinsdag 28 december 1694 in Londen, 32 jaar oud.
Notitie bij Maria: Maria, overtuigd protestants besteeg de tronen van de Britse landen dankzij de Glorieuze Revolutie, waarin haar Rooms-katholieke vader, Jacobus II, werd afgezet. Maria regeerde samen met haar man en neef, Willem III, die alleen verder regeerde toen zij stierf in 1694. Meestal wordt op die periode teruggekeken als de regering van Willem en Maria. Maria regeerde weinig en was niet erg in politiek geïnteresseerd, ze liet de regering dan ook vaak over aan haar man. Op de momenten wanneer Willem meeging op militaire campagnes nam Maria de regering op zich.

Maria, geboren in het St. James’s Palace te Londen op 30 april 1662, was de oudste dochter van Jacobus, Hertog van York (de latere Jacobus II van Engeland) en van diens eerste vrouw, Anna Hyde. Maria’s oom was koning Karel II; haar grootvader aan moederskant was Sir Edward Hyde, eerste Graaf van Clarendon, die een lange periode de adviseur was van Karel II. Haar moeder baarde acht kinderen, maar alleen Maria en haar jongere zuster Anna overleefden hun jeugd.

De hertog van York (Engels: The Duke of York) bekeerde zich tot de Rooms-katholieke Kerk in 1668 of 1669, maar Maria en Anna kregen een protestantse opvoeding. Dat was het werk van hun moeder, hun grootvader Hyde en van het parlement van cavaliers, dat hierop scherp toezag.

Maria’s moeder stierf op 31 maart 1671; haar vader trouwde opnieuw in 1673, met de katholieke Maria van Modena, ook bekend als Maria d’Este.

Op de leeftijd van vijftien jaar werd Maria de verloofde van de protestantse Stadhouder Willem, Prins van Oranje. Willem was de zoon van Maria’s tante, Maria, de Princess Royal, en van Prins Willem II van Oranje-Nassau. Eerst wilde Karel II dat Maria zou trouwen met de Franse Dauphin Lodewijk, maar later, onder druk van het Parlement en het verdrag met het katholieke Frankrijk, was een huwelijk met Frankrijk politiek niet langer favoriet, en ging Karel akkoord met het huwelijk. Onder druk gezet door het parlement, ging ook de Hertog van York overstag. Op die manier dacht Jacobus dat zijn populariteit onder de protestanten zou groeien. Maria en Willem trouwden in Londen op 4 november 1677; naar verluidt huilde Maria af en toe tijdens de ceremonie.[bron?]

Maria vertrok naar de Nederlanden, waar ze leefde als de gemalin van Willem. Ook al was Maria toegewijd aan haar man, toch was het huwelijk af en toe ongelukkig: drie zwangerschappen liepen uit op miskramen en een doodgeboren kind, en haar kinderloosheid werd een litteken op Maria’s leven. Haar levendige en knappe karakter maakte haar erg populair bij de Nederlanders, maar haar man was vaak onvriendelijk tegen haar, verwaarloosde het huwelijk en had lange tijd een relatie met Elizabeth Villiers, een van de hofdames van Maria. Nadat ze meer tijd voor elkaar kregen, begon ook Willem een intense liefde voor Maria te koesteren en werd hij wat meer ontspannen in het bijzijn van zijn vrouw.

Toen koning Karel II stierf zonder legitieme nakomelingen in 1685, werd zijn broer, de Hertog van York, koning als Jacobus II (James II) van Engeland en Ierland en als Jacobus VII (James VII) in Schotland. Jacobus voerde een omstreden gelovige regering maar zijn poging om vrijheid te geven aan "niet-Anglicanen” werd niet goed ontvangen bij de bevolking. Meerdere protestantse ministers en mensen van adel gingen onderhandelingen aan met Maria’s man in het vroege begin van 1687. In juni 1688 werd er bij alle protestanten alarm geslagen toen koningin Maria, tweede vrouw van Jacobus, een zoon baarde, Jacobus Frans Eduard Stuart want deze zoon zou, anders dan Maria en Anna, een katholieke opvoeding krijgen.

Inmiddels had Lodewijk XIV de Republiek weer economisch de oorlog verklaard. Leiden kon zijn laken niet meer in Frankrijk verkopen. Het gevaar was dat Engeland opnieuw de kant van Frankrijk zou kiezen en er opnieuw een rampjaar zou komen. Zo rijpte het plan om Engeland voorgoed tot bondgenoot te maken. Toen Engeland in april 1688 een vlootverdrag sloot met Frankrijk, raakte Willem ervan overtuigd dat er een geheim bondgenootschap tegen de Republiek gevormd was en hij besloot tot een militaire interventie. Hij vroeg die maand aan zijn protestantse Engelse medestanders om een uitnodiging om binnen te vallen. Toen de nieuwe Prince of Wales geboren was en iedereen in Engeland dacht dat het een ondergeschoven kind betrof, besloten zeven waardigheidsbekleders, de Immortal Seven, inderdaad een brief te sturen die door schout-bij-nacht Arthur Herbert, vermomd als gewoon matroos, op 10 juli aan Willem in Den Haag overhandigd werd.

Willem begon nu een leger te verzamelen. Hij haalde huursoldaten uit Duitsland om hier de grensvestingen te bemannen terwijl het Nederlandse leger Engeland zou binnenvallen. De totale kosten van de operatie bedroegen zeven miljoen guldens, in eerste instantie geleend door Amsterdam, joodse bankiers en zelfs paus Innocentius XI, die door Lodewijk XIV aangevallen dreigde te worden. Toen de Franse koning de Staten-Generaal op 9 september bedreigde, maar tegelijkertijd aanstalten maakte de Duitse gebieden aan te vallen in plaats van door de Spaanse Nederlanden naar de Republiek op te rukken, besloten de Hoge Mogenden dat er nog net tijd was voor een preventieve aanval om Engeland aan onze kant te brengen en keurden de operatie goed.

Willem vertrok naar Engeland op 11 november met 53 oorlogsschepen en een kleine 400 transportschepen. Maria Stuart was aanwezig bij zijn vertrek; zij zwaaide de vloot uit, staande op de Dom van Den Briel, de Grote of Sint-Catharijnekerk. Een plaquette naast de ingang van de kerk maakt tot op de dag van vandaag melding van deze gebeurtenis. De operatie verliep voorspoedig en Willem verdreef zijn schoonvader en werd als koning ingehaald.

De Bisschop van Londen, Henry Compton, kroonde Willem en Maria samen in de Westminster Abbey op 11 april 1689. Normaal zou de Aartsbisschop van Canterbury de kroning doen, maar de toenmalig aartsbisschop, William Sancroft, overtuigd Anglicaans, weigerde Willem en Maria te kronen omdat hij het niet eens was met de manier waarop Jacobus II was verwijderd van de troon. Op de dag van de kroning, werd het Parlement van Schotland het uiteindelijk eens en verklaarde dat Jacobus niet langer koning was van Schotland. Willem en Maria werden aldus ook uitgeroepen tot koning en koningin van Schotland. De twee landen werden pas verenigd in de Acts of Union van 1707. Willem en Maria accepteerden de Schotse troon op 11 mei.

Even na het uitroepen van Willem en Maria tot koning en koningin van Schotland werd door John Graham, eerste Viscount of Dundee, een leger opgericht dat overtuigend de slag bij Killiecrankie op 27 juli won. Zelf stierf Dundee wel bij die slag. Later kwam er nog de slag bij Dunkeld, die ditmaal door Willem werd gewonnen. Daardoor kwam er een eind aan het verzet tegen Willem III en Maria II.

In december 1689 accepteerde het Parlement een van meest belangrijke constitutionele documenten in de Engelse geschiedenis: de Bill of Rights. Dit is een wettelijk document dat in 1689 werd aangenomen door het parlement van Engeland, en dat de basis vormde voor een democratische parlementaire monarchie in het land.

Als een van de twee, Willem III of Maria II, zou komen te overlijden, zou de andere partner de regering op zich nemen. De volgende in de lijn van troonopvolging zouden de kinderen zijn van Willem en Maria maar zolang ze die niet hadden was Maria’s zuster, Anna, de eerste in lijn van de troonopvolging.

Vanaf 1690 was Willem steeds vaker weg uit Engeland. Eerst bevocht hij de Jacobieten in Ierland. Terwijl haar man weg was, nam Maria de regering van het koninkrijk op zich. Ze wist te bewijzen dat ze een goede staatsvrouw was, door haar eigen oom Henry Hyde, tweede Graaf van Clarendon, te arresteren. Henry Hyde werd ervan beschuldigd deel te nemen aan complotten om Jacobus II als koning terug te roepen. In 1692, ontsloeg Maria de invloedrijke John Churchill, eerste hertog van Marlborough. Het ontslag van John Churchill tastte haar populariteit aan en beschadigde haar relatie met haar zus Anna, die een goede vriendin was van Churchills vrouw, Sarah. Anna verscheen aan het hof met Sarah, om duidelijk te maken dat ze de ontslagen Churchill steunde. Maria liet later na om Anna te bezoeken tijdens haar zwangerschappen en de relatie tussen Maria en Anna werd niet meer beter.

Willem had korte metten gemaakt met de Ierse Jacobieten in 1692 maar hij bleef campagne voeren, nu tegen de Fransen in de Nederlanden. Wanneer haar man weg was, regeerde Maria in haar eigen naam maar als Willem in Engeland was, regeerde hij. Maria regeerde verder erg weinig en bemoeide zich ook niet met politiek, zoals in de Bill of Rigths was opgenomen. Wel bemoeide ze zich met de Kerk en diens zaken. Maria stierf aan de pokken in Kensington Palace op 28 december 1694 en werd bijgezet in de Westminster Abbey. Henry Purcell, de barok componist van Engeland, werd gevraagd om de muziek van de begrafenis te componeren, Music for the Funeral of Queen Mary. Koning-stadhouder Willem was kapot van haar dood, en zei: “from being the happiest” was hij nu “going to be the miserablest creature on earth”. Vrij vertaald: “eerst de meest blije persoon” en nu “de meest treurige persoon op aarde”.

Na de dood van koningin Maria II, regeerde Willem III alleen verder als koning. Het laatste levende kind van prinses Anna, William, hertog van Gloucester, stierf in juli 1700, en het was duidelijk dat Willem geen kinderen meer zou krijgen; daarom nam het Parlement de Act of Settlement (1701) aan. Die regelde dat na de dood van Willem III eerst Maria’s zuster Anna, koningin zou worden. Doordat zij ook geen kinderen meer had, vormde het dichtstbijzijnde protestantse familielid, Sophia van de Palts en haar nakomelingen, de nieuwe linie troonopvolgers. Koning Willem III stierf in 1702 en werd opgevolgd door zijn schoonzus Anna. Toen koningin Anna stierf in 1714 werd de zoon van Sophia, George, de nieuwe koning als koning George I.
Titel:
koningin over Engeland en Ierland vanaf 13 februari 1689, en als koningin van Schotland (als Mary II of Scotland) vanaf 11 april 1689 tot aan haar dood
Maria trouwde met Willem III van Oranje. Zie 1498 voor persoonsgegevens van Willem.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten